In het kader van genealogisch onderzoek heb ik onderstaand enkele wetenswaardigheden opgenomen over de haardenfabrieken van de Jaarsma's.
Omdat ik regelmatig vragen krijg over de ouderdom, de waarde en reparatiemogelijkheden van een Jaarsma-haard, laat ik u hierbij weten dat ik daarover geen enkel zinnig antwoord kan geven. Ontvangen foto's van Jaarsma-haarden plaats ik soms in dit document
laatste wijziging dinsdag 28 mei 2024
Koninklijke Haardenfabriek E. M. Jaarsma.
De Kon. Haardenfabriek is in 1868 door Everhardus Mennes Jaarsma opgericht te Sneek als ijzerwarenfabriek. Hij noemde zijn fabriek toen "De Nijverheid" en koos als beeldmerk de bijenkorf. Aanvankelijk maakte de fabriek alles van pannen en muizenvallen tot brandkasten. Omstreeks 1880 komt de nadruk steeds meer te liggen op kachels en brandkasten. De winkel waar de kachels verkocht werden lag onder de woning van Jaarsma aan het Grootzand te Sneek. Op de foto rechts (uit 1899) ziet u de Geeuw met de stroopmolen van Verwer. Geheel links de panden van de Jaarsma fabriek.
De oprichter, Everhardus Mennes Jaarsma (1845-1917); links met zijn 2e echtgenote Jantje Botes Botinga verhuist in 1890 naar Amsterdam om zo dichter bij zijn klanten te zijn. Vanaf dat moment betrekt hij zijn beide zonen uit zijn eerste huwelijk, Heye (1870-1935) en Samuel (1872-1927) , bij de directie van het bedrijf in Sneek. Op 30-12-1900 richten zij de vennootschap onder Firma E.M. Jaarsma te Sneek op met een afdeling te Amsterdam.
In 1906 wordt E.M.'s zijn zoon uit het 2e huwelijk, Everhardus Mennes Jaarsma (1883-1962) mededirecteur en artistiekleider der Kon. Haardenfabriek E. H. Jaarsma. Deze laatste E.M. heeft later als mededirecteuren zijn neven (zoon van Heye) en de zonen van Samuel: Willem Jaarsma, Isaac Jaarsma en Everhardus Mennes Jaarsma, allen woonachtig te Hilversum.
Waarschijnlijk is de maker van het smeedijzeren hek om het kerkhof te Schettens (foto Andre Buwalda) Andre Everhardus Mennes Jaarsma, geboren 1845 te Hommerts. Hij woonde te Sneek en had toen een smederij
Ook de brandkast te Schettens is waarschijnlijk van zijn hand, want in 1873 wordt aan E.M. Jaarsma betaald 'wegens een ijzeren hek langs het kerkhof en de rekening steenhouwer' een bedrag van fl 1832,34
Na aanvankelijk een winkel annex magazijn aan de Heerengracht 507A in Amsterdam te hebben opgezet voor de afzet, besloot Jaarsma zijn gehele bedrijf, inclusief arbeiders, in 1904 vanuit de Ylsterkade te Sneek naar Hilversum te verplaatsen. Op 10-06-1906 wordt de zetel van het bedrijf verplaats van Sneek naar Hilversum, vlak bij het spoor aan de Liebergerweg. Naast het bedrijf verrijst een compleet Friese buurt, want E.M. Jaarsma besluit het voltallige personeel naar Hilversum over te brengen. Veel van de arbeidershuisjes langs de Liebergerweg herinneren daar nog aan. Het bedrijf legt zich toe op de vervaardiging van vulhaarden, open haarden, brandkasten en sedert enige jaren ook op haarden met ingebouwde ketel voor centrale verwarming. Na de verhuizing trekt E.M. Jaarsma zich terug uit het bedrijf en nemen zijn drie zonen de leiding op zich.
Juist voor het uitbreken van de 1e Wereldoorlog brengt Graaf H. du Monceau "involge bevelen van Hare Majesteit de Koningin, ter kennisname van E.M.Jaarsma Sr, E.M.Jaarsma Jr, H.Jaarsma en S.Jaarsma, dat het Hare Majesteit behaagd heeft om aan de Fabriek van Haarden E.M.Jaarsma toe te kennen het predicaat: Koninklijke." De vier firmanten zeggen "eerbiedig grooten dank voor de aan hunne firma verleende onderscheiding, terwijl ondergetekenden Hare Majesteit de verzekering geven, dat het hun onvermoeid streven zal zijn steeds in elk opzicht hunne nijverheidsonderneming te houden op het peil, gelijkwaardig aan het verleende praedicaat."
Op de foto rechts zijn arbeiders aan het werk in de fabriek van E.M. Jaarsma aan de Liebergerweg te Hilversum
De heer E.M. Jaarsma, directeur van de haardenfabriek Jaarsma, had veel belangstelling voor de geschiedenis van het Gooi, speciaal voor de prehistorie. Bij de bouw van de haardenfabriek aan de Liebergerweg nummer 60 te Hilversum (op het linker kaartje nr 14) in de jaren 1913-1917 waren unieke archeologische vondsten gedaan, afkomstig uit een grafveld daterend uit de vroege middeleeuwen. Door de goede zorgen van de heer Jaarsma waren deze bewaard gebleven. Deze vondsten werden tentoongesteld. (bron: Jaarboek 2005 van de Archeologisch afdeling Naerdincklant)
In december 1957 worden 31 medewerkers ontlagen omdat de consument steeds meer overgaat tot het gebruik van oliestookkachels. Er worden minder haarden verkocht. Hierdoor komen voornamelijk slijpers op straat te staan. Volgens een artikel in De Waarheid heeft de Amsterdamse Rechtbank op 24 januari 1969 uitstel van betaling verleend en een bewindvoerder aangesteld. Het bedrijf had per 31 december 1968 schulden voor een totaal bedrag van 11 miljoen gulden. Er werken dan nog ca 500 mensen bij het bedrijf.
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan (1868 - 1968) van de NV Koninklijke Haardenfabriek E.M. Jaarsma te Hilversum schreef Wim Alings Jr het boekje "Vuur als Vriend".
Harry N. Sierman verzamelde de illustraties en verzorgde de grafische vormgeving. Het boekje is niet meer verkrijgbaar maar wordt soms nog via internet aangeboden.
Het voorwoord is geschreven door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Barend Roolvink. Van 9 december 1929 tot 4 juni 1946 was hij werknemer bij deze fabriek.
Het boekje omvat 81 bladzijden en is ingedeeld in zeven hoofdstukken. In een aantal daarvan wordt de historische context beschreven.
Hoofdstuk vier beschrijft de verplaatsing van de fabriek van Sneek naar Hilversum. Hier kunt u dat hoofdstuk inzien.
Op 24 oktober 2018 ontving ik van dhr B. Swemle uit Haarlem een catalogus van E.M. Jaarsma haarden 1916-1917. De pagina's van dat boekje heb ik gefotografeerd en samengebracht in dit fotoalbum. Dit boekje is in 2021 overgedragen aan Yolanda van den Berg (Conservator Bruna collectie en nijntje museum) die deze blog schreef over deze haardenfabriek op de website van het Centraal Museum te Utrecht.
Op 7 februari 2022 ontving ik dit emailbericht: "Ik heb al jaren de kluis van de Jaarsma haardenfabriek van de vestiging Hilversum in huis. De kluis is in het bezit gekomen van mijn ouders toen de fabriek in Hilversum stopte. Toen mijn moeder begin jaren 90 verhuisde is de kluis in mijn bezit gekomen. Wie beheert de nalatenschap van het bedrijf en zou interesse hebben in de kluis? "
Daarbij ontving ik deze foto's
De reactie van Yolanda van den Berg : "Een beheerder van de nalatenschap is er eigenlijk niet... Ik sprak een tijdje terug, naar aanleiding van mijn blog, een van de oud-directeuren. Sam Jaarsma, een krasse man van 92, die me graag zijn kant van het verhaal en wat aanvullingen wilde geven. Hij vertelde (wat ik al vermoedde na mijn ronde langs diverse archieven) dat het bedrijfsarchief destijds bij de curator is ondergebracht. En aangezien dat bureau niet meer bestaat en er al heel wat jaren overheen zijn gegaan is het archief waarschijnlijk vernietigd. Sam vertelde dat er heel weinig over is, en dat ook mijn blog (en het jubileumboek) een van de weinig informatieve bronnen is die er van het bedrijf zijn.
Er was ooit het Nederlands Kachelmuseum waar ze wat Jaarsma's hadden, maar dat museum bestaat niet meer. Best een trieste gedachte eigenlijk dat een bedrijf na 100 jaar innovatie en marktleiderschap gewoon in de vergetelheid raakt. "
19 oktober 2023 ontving ik van dhr. Roberts dit bericht:
"Wij zijn u zeer
erkentelijk voor het plaatsen van de Koninklijke Haardenfabriek E.M. Jaarsma
catalogus 1916-1917. Wij hebben eindelijk onze haard kunnen herkennen als een
E.M.Jaarsma 'Engelsche Haard' de eenvoudige uitvoering (hoogte gemeten 73 cm)
welke staat op blz. 19 van de catalogus" =
dit fotoalbum.
Webpagina's met een content als de uwe maken het Internet weer een mooie plek om
ontdekkingen te doen.
Firma Jan Jaarsma's haarden- en kachelfabriek
uit het blad Haagvaarder (nr 53) van mei 2007
De
Haagse haardenfabriek Jan Jaarsma startte in 1895 aan de Noord-West Binnensingel
49-53
in Den Haag. In 1906 liet men een nieuw pand bouwen aan de Fahrenheitstraat (zie
foto uit 1909).
De
catalogus bevindt zich in het archief van de DRU
1)
(Gelders archief Arnhem), de
firma waarmee Jan Jaarsma in 1936 fuseerde.
Dit bijzondere handgeschreven boekwerk is vermoedelijk vanaf de start van het
bedrijf in 1895 bijgehouden. Telkens werd een nieuw model van haarden
toegevoegd. Per pagina werden de diverse onderdelen vermeld, soms tot ver over
de 40. Later toen er ook gedrukte, meer publiekscatalogi verschenen, werd
hieruit een plaatje geknipt en in deze catalogus bijgeplakt. Het is vermoedelijk
een overzicht voor intern gebruik binnen het bedrijf. Zo werd nauwkeurig
bijgehouden welke onderdelen er moesten worden vervaardigd van een specifieke
haard.
Onderstaand artikel is van Jannie Havelaar
Sinds 1936 is er in het gebouw aan de Fahrenheitstraat 337 te Den Haag een postkantoor gevestigd. Weinigen zullen weten dat dit complex in 1906 gebouwd werd voor de haarden- en kachelfabriek van Jan Jaarsma. Het pand, ontworpen door de architect D. Oosthoek, stond toen aan de rand van de stad. Op een foto uit 1913 is aan de erachter staande schoorsteen te zien dat dit stijlvol vormgegeven bouwwerk een heuse fabriek huisvestte.
Van smederij naar haardenfabriek
Jan Jaarsma werd in 1843 in Friesland geboren. Aanvankelijk werkte hij als
architect/timmerman en ontwierp in 1868 de uitbreiding van de hoofdgebouwen van
de stations te Franeker en Donrijp. Kennelijk kon hij van zijn inkomen niet
rondkomen. Als werkloos architect deed hij
enige jaren werkervaring op in de kachelfabriek
van zijn broer Everhardus Mennes.
Na een
'afkoelingsperiode' van 10 jaar startte Jan rond 1895 een eigen smederij en
fabriek van vulhaarden aan de N.W. Buitensingel in Den Haag. Jan overleed al in
1901, zijn zoon Nicolaas Heye (1879) volgde hem op. Onder zijn leiding werd het
pand aan de Fahrenheitstraat gebouwd en in 1906 betrokken. Naast een grote
machinezaal, en een lak -en moffelinrichting was er een toonzaal, waar men de
diverse modellen kon bewonderen.
Productie
Het ontwerpen van de kachels gebeurde in eigen huis: "Eerst wordt het model
geboetseerd, dan gemodelleerd in hout of
gips, daarna in een wit zacht metaal,
dat door een kunstvaardige hand met mes en beitel wordt afgewerkt, als gold het een beeldhouwwerk" Vervolgens werden modellen gemaakt voor de verschillende
onderdelen. Het gietwerk werd verricht door de Ulftse ijzergieterij Diepenbrock
en Reigers, de DRU.
Het afslijpen, polijsten en verder afwerken van de gietstukken vond plaats in de fabriekshallen (foto links) aan de Fahrenheitstraat. Na het polijsten volgde het lakken, "een der bewerkingen die zeker wel de meeste zorg vereischt". Nadat alle delen nogmaals geolied en gemoffeld waren, kon de kachel in elkaar gezet worden: ".. omzichtig en secuur, de schroeven, de schuiven en kleppen in den pot, de plaatijzeren mantel er omheen, het glimmende koperwerk er op." Op deze wijze werden in 1913 met 90 personeelsleden 150 haarden per week geproduceerd. De haarden vonden in binnen- en buitenland hun bestemming.
Handelsnaam
In 1930 werd de firma omgezet in een NV, met een maatschappelijk kapitaal van
1.000.000,-. Er werden 300 aandelen ą 1000,- uitgegeven, de directeuren
Nicolaas Heye Jaarsma en Rudolf Teller kregen elk de helft. In 1934 nam de DRU
de firma Jan Jaarsma over. In december 1935 wordt de productie verplaatst van
Den Haag naar Ulft. Nicolaas Heye werd commissaris bij DRU en bleef dit
tot zijn dood in 1953. De handelsnaam Jan Jaarsma, Gas-o-Jaarsma en Gasojaar
bleven voor haarden in gebruik. In 1948 veranderde de naam officieel in
DRU-Jaarsma.
Kwaliteit
De haarden uit het begin van de twintigste eeuw werden traditioneel vormgegeven
en rijk versierd met koperwerk. Ze kregen namen als Hestia, Jupiter, Eros, Mars
en Amor. In later jaren werd de vormgeving strakker en verdwenen deze
mythologische namen. Vanaf de jaren twintig werd de Cyclus haard geproduceerd.
Met de serie Jan greep men terug naar de naam van de oprichter. Deze kachels
bleven tot in de jaren vijftig in productie, de verschillende types werden
eenvoudigweg oplopend genummerd. Behalve kolenhaarden werden er ook gaskachels
geproduceerd en ook kachels voor oliestook. De kwaliteit bleef onverminderd
gehandhaafd, er werd gewaarschuwd tegen namaak, geadverteerd met 'vanouds Jan
Jaarsma' en 'een generatie Haardenfabricage zegt niet alles, maar
' en 'Kies
met kennis, kies Jan Jaarsma'.
Het pand aan de Fahrenheitstraat werd na dertig jaar kachels produceren omgebouwd tot postkantoor. Hierbij sneuvelde de toegangspoort. Toch maken zowel het uiterlijk als de historie het tot een beschermingswaardig pand.
1) De in 1754 opgerichte ijzergieterij Diepenbrock & Reigers te Ulft (DRU) begon in 1870 met het vervaardigen van potkachels.
Met dank aan: Mw. M. van Vlijmen, Nederlands Kachelmuseum, Alkmaar P. van Toor, Stichting Nederlands IJzermuseum, Ulft. Bronnen: Gelders archief, Arnhem, archief DRU. Adresboek van 's-Gravenhage. Nationaal archief, Handelsregister Kamer van Koophandel en fabrieken, 's-Gravenhage. 's-Gravenhage als industriestad, Den Haag 1913 K. Bourgondiėn (red.), Vuurvast en energiek, 250 jaar DRU, 1754-2004, Duiven 2004. W. Alings jr. en H.N. Sierman, Vuur als vriend, Honderd jaar E.M. Jaarsma, 1868-1968, Hilversum 1968.
De afdruk van de nota's uit 1904 ontving ik in april 2012 van hr. Peter van der Sloot uit Rotterdam
Onderstaande folder van Jan Jaarsma haarden van omstreeks 1950 ontving ik in januari 2013 van hr Klaas Faber uit Apeldoorn