|
Een leuke hobby De aardigheid in, én waarschijnlijk ook de aanleg voor, tekenen komt in eerste instantie door mijn vader. Hij mocht graag tekenen en schilderen en thuis hingen enkele werken van hem aan de wand. Hij legde mij de beginselen van het perspectief tekenen en het kleurenspectrum uit. Mijn schoolrapport van de Montessorischool van juli 1949 vermeldt iets over mijn tekentalent: "Tekent origineel en netjes". In de 6e klas (1952/1953) van de openbare lagere school 21 in Arnhem , "het Tamboursbosje", had ik als onderwijzer het hoofd van de school Marius Kolvoort. Hij kon prachtig tekenen. Tijdens de les tekenen kon het gebeuren dat hij naast je kwam staan en tegen je zei: "Schuif eens even op". Hij nam dan naast je plaats in de bank en ging verder met jouw tekening. Ook hij was het die onze ogen opende voor de natuur. Dat gebeurde middels wandelingen door Sonsbeek, het attenderen op vogels in de bomen rond het schoolplein en de jaarlijkse herfsttentoonstelling, met o.a. paddenstoelen, in de school. Gedurende het schooljaar 1954/1955 mocht ik van mijn ouders een woensdagmiddagcursus aan de Academie voor beeldende Kunst en Kunstnijverheid te Arnhem volgen. Toen nog gelegen aan de zuidzijde van het Stationsplein. De docent was Andries Beeftink. We leerden levende voorbeelden te tekeken: een hok met geiten, konijnen of kuikens en deden ook aan boetseren (kleinplastiek). Aan het einde van dat cursusjaar was mijn cijfer voor tekenen gestegen van een 6 naar een 7. Helaas moest ik stoppen van mijn ouders omdat ik mijn ULO-rapport drie onvoldoendes toonde! Voor tekenen had ik op die school toen een 9. De jaren daarna heb ik alleen nog veel stencils getekend voor De Geus, het groepsblad van padvindersgroep De Geuzen. Er volgden nog vele jaren waarin ik niets meer aan tekenen en schilderen heb gedaan. Toen het pensioen in zicht kwam nam ik me echter voor om daar meer tijd aan te besteden. Het resulteerde in het volgen van een aantal cursussen. Wat resultaten kunt u via de nevenstaande knoppen bekijken. |