van Dulm

Omhoog
Parenteel
Kwartierstaat

    

 

De familie van Dulm (van Dullem)

laatste wijziging  zondag 24 januari 2016

(Door op onderstaande kleine afbeeldingen met de linker muistoets te klikken, kunt u het beeld vergroten)

De familienaam van Dulm komt weinig voor in Nederland. Het Meertens Instituut geeft, aan de hand van de gegevens van de volkstelling van 1947, aan dat er in toen slechts 66 personen zijn die de naam van Dulm dragen. In 2007 zijn dat er iets meer: 88. Het linker kaartje, dat het instituut publiceert, laat de verspreiding over Nederland zien. Daaruit blijkt dat de meeste van Dulm's in Elst en omgeving wonen.

Deze tak van deze familie vindt rond 1680 zijn oorsprong in Dülmen, Duitsland. Op 14 september 1710 trouwt in de kerk van Valburg-Homoet, gelegen in de Betuwe, Beernd Beerns waarvan wordt aangegeven dat hij van Dülmen, Coesfeld in Nordrhein-Westfalen komt. Zijn bruid is Jenneke Hendriks.

                                                                                      

Voor die tijd komt in Breda (1647), Bergen op Zoom (1662), Amsterdam (1663) en Wijk bij Duurstede (1707) ook de naam van Dulm (van Dulme , van Dullem) een enkele keer voor.  Een relatie met Bert van Dulm en zijn nakomelingen is niet te vinden.  

bullet   Doop op 22 maart 1647 te Breda van David van Dullem                                              
bullet   Doop op 23 april 1662 te Bergen op Zoom van  Marinus van Dulm    
bullet   Huwelijk op 13 januari 1663 te Amsterdam van Jan Janse van Dulm en Applolonia Philipse van de Bergh.
bullet   Huwelijk op 15 mei 1707 te Wijk bij Duurstede van Hendrik Janse van Dulme en Anna Maria

Op 24 juli 1711 gaat in Amsterdam de dan 30-jarige Jan van Dulm in ondertrouw met de ca. 46-jarige weduwe Ida Swart. Jan is droogscheerder op de Bloemgragt en komt van Swalenbergh. Waarschijnlijk wordt hiermee Swalenbergh in Duitsland bedoeld. Ida heeft haar eerste huwelijk met Matheus van Raalt tenminste kinderen.  Bij de doop na haar kleinkinderen zijn zij én Jan van Dulm getuigen. Na het overlijden van Jan trouwt Jan in 1746 met Cornelia Catharina van der Meer. Uit dit huwelijk worden te Amsterdam twee kinderen geboren: op 23-09-1746 wordt Johanna Geertruid van Dulm gedoopt en op 13-03-1751 Jacob Jan van Dulm.

 

Omstreeks 1739 trouwen Hendrik van Dulm en Jakomina van der Well; zij wonen "over de Waag" in Utrecht. In de jaren daarna (1730-1734) laten zij in de stad Utrecht 4 kinderen dopen: Johanna, Gerrith, Johannes, Geertruij. Omdat Hendriks oudste zoon Gerrith heet en zeer waarschijnlijk naar Hendriks vader vernoemd is, zou de Gert Beerndse van Dulm, gedoopt op 14-01-1714 te Eijmeren (vlak bij Valburg) zijn vader kunnen zijn.

 

De linker knop    geeft toegang tot nakomelingen van Bernt van Dulm en zijn vrouw Jenneke Hendriks van Bolderen zien.

De linker knop    geeft toegang tot de voorouders van Martha Gertrud van Dulm

 

Zowel Beernd Beerns als Jenneke Hendriks komen  van oorsprong uit Duitsland. Beernd is omstreeks 1680 geboren in Dülmen, Nordrhein Westfalen. De naam van dit plaatsje is terug te vinden in de later gebruikte familienaam van Dulm. Jenneke haar vader Hendrik Janse komt uit Büdern, dat ook in Nordrhein Westfalen gelegen is. De plaatsnaam is ook terug te vinden in zijn familienaam: van Bolderen. Hendrik trouwt op 17-02-1683 te Valburg en Homoet, in de Betuwe, met Gerritje Leenders en uit dat huwelijk is Jenneke geboren. Jennke baart, voor zover is na te gaan, tenminste 4 kinderen: Anna Margrietha, Gert, Arend en Hendrick. De doopinschrijving van Anna Margarietha op 2-11-1712 is links afgebeeld.

"anna margarietha van Beernd Beerndse en Jenneke Hendriks" Dan volgen de namen van de meter en peter: "Anneke Janse en Jan (oom?) op 't hooghe veld." Als datum staat er "2 9ber" of te wel 2 november. (De naam november komt van het Latijnse novem voor negen. November was tot 153 v.Chr de negende maand, omdat het Romeinse kalenderjaar in maart begon.) Het jaartal 1712 stond boven aan deze bladzijde uit het doopboek. Er wordt in die tijd in deze streek meestal nog geen familienaam gebruikt maar een patroniem (de voornaam van de vader) 

Van Arend is echter zijn doopinschrijving (nog) niet te vinden. Wel zijn zijn nakomelingen te traceren en die dragen de familienaam van Dulm, van Dulme of van Dullem. Deze verschillen in naam ontstonden omdat veel mensen nog niet konden schrijven en naar gelang de schrijver als naam hoorde  zelf de schrijfwijze bepaalde. Bij het huwelijk van Arend met Derkje Alberts op 06-12-1739 te Valburg verschijnt de familienaam van Dulm. Hun zonen Gerardus van Dulm (1747-1772) en Mathias van Dulm (1775-1793) zorgen voor de nakomelingen van deze familienaam. Beiden worden ze niet oud nl. 45 en 38 jaar.

bulletGerardus van Dulm trouwt in 1779, 31 jaar oud, te Valburg met de 31-jarige weduwe van Antoon Kosterman: Hendrika Frederiks (1747-1827). Twee maanden na de geboorte van hun 7e kind overlijdt Gerard op 45 jarige leeftijd. De één na jongste zoon, Frederik van Dulm, een timmermansknecht, trouwt op 36-jarige leeftijd te Amsterdam met de 40-jarige Catharina de Kraaij. Hun zoon, Gerardus van Dulem komt als zeeman om in 1858 in Weymouth. Engeland. Hij is de laatste mannelijke nakomeling van deze familietak
bulletMathias van Dulm trouwt op 9 april 1779, 24 jaar oud, met Johanna Jellissen. Zij zou dan ruim 16½ jaar oud zijn. Na 5 maanden wordt hun dochter Derkje geboren. Zij krijgen in totaal 6 kindern: 5 dochters en één zoon: Johannes van Dulm (1787-1829). Hij wordt landbouwer en op zijn 22-ste trouwt hij in 1809 te Elst met de even oude Gerritje Frederiks, ook wel Freriks genoemd. Een maand na hun huwelijk wordt hun eerste zoon Mattijs geboren, waarna in 1812 Johannes Wilhelmus en in 1816 Jan Derk volgen. Bij hen wordt de familienaam van Dullem soms gebruikt. De jongste twee zonen zijn zij de stamvaders van de huidige families van Dulm.

Veel (aangetrouwde-)familieleden werkten in de Betuwe als tabaksplanter. In het Gelders Archief staat daar over bij de gemeente Valburg:

De agrarische bedrijvigheid heeft van oudsher het gezicht van de gemeente bepaald. Landbouw, tabaks- en fruitteelt waren belangrijke bronnen van inkomsten, maar er was ook veeteelt en visserij.
Ambachtslieden waren er ook, zo blijkt uit het jaarverslag van 1876: 14 bakkers, 1 blikslager, 3 bloemkwekers, 1 horlogemaker, 4 huisschilders, 12 kleermakers, 4 kuipers, 1 leerlooier, 1 mandenmaker, 15 metselaars, 11 schoenmakers, 1 sigarenmaker, 7 slachters, 8 smeden, 8 strodekkers, 26 timmermannen, 5 wagenmakers, 1 zadelmaker en 1 zeeftenmaker.
In 1820 was er een bierbrouwerij in het dorp Valburg, die al enige jaren niet echt floreerde en in 1825 opgeheven werd. Inmiddels was er in 1822 een nieuwe bier- en azijnbrouwerij in Zetten opgericht.

In 1851 waren er in de gemeente 166 bunders boomgaard, al werden er in die jaren veel boomgaarden gerooid en klaar gemaakt voor de tabakscultuur. De opbrengst van tabak was in die tijd gunstiger dan van fruit. Al in 1865 vraagt W. Breunisse van de Tabaksdrogerij te Slijk-Ewijk toestemming om gebruik te mogen maken van stoomtoestellen.

De tabaksteelt, al in Herveld sinds 1698 , beleefde in 1880 een hoogtepunt als het bepote oppervlak stijgt tot 160 hectare. Zodoende was Valburg vroeger een belangrijk centrum voor de tabakscultuur met een groot aantal tabaksplanters. De teelt was zeer arbeidsintensief en kinderarbeid kwam regelmatig voor. De Tabac de Valbourg' werd zelfs in Parijs op reclameaffiches geroemd om zijn hoge kwaliteit. Tijdens de Eerste Wereldoorlog beleefde de tabaksteelt weer een opleving. De bijenteelt en het houden van schapen waren toen eveneens bestaansbronnen van belang.   .

Op de website van Mijn Gelderland valt over de tabaksplanters in Huissen het volgende te lezen:

Rond 1610 werd de eerste tabak in Nederland geteeld. In 1660 is er sprake van tabaksteelt in Huissen en in 1676 in Bemmel. Al snel gaat men er toe over om belasting te heffen op handel in tabak. Hiervoor werden tabakswagen ingericht waar men verplicht de tabak moest laten wegen. Er werden waagmeesters aangesteld om daarop toe te zien. Huissen had ook een waag. Er was daar waagdwang en er moesten uitvoerrechten worden betaald om de Huissense tabak in Arnhem te mogen verhandelen. Maar tot 1816 was er sprake van flinke smokkel.

Om de tabak in deze streken te kunnen laten groeien is een vorstvrije period van 90 - 120 dagen nodig. Dit betekent dat als er vroeg gezaaid werd, de jonge plantjes goed tegen de vorst beschermd moesten worden. De kans op schade aan het gewas door andere weersomstandigheden was ook groot. Zo wordt in 1808 melding gemaakt van hagelslag in de tabak, ofwel schade als gevolg van hevig onweer met hagelstenen,

De tabaksbladeren werden geoogst, te beginnen bij de onderste bladeren. In ieder blad werd een ongeveer 10cm lange insnijding gemaakt door de middennerf zodat de bladeren aan spijlen geregen konden worden om te drogen. Dit gebeurde in zogenaamde tabaksschuren, met in de wanden ventilatieopeningen die opengezet konden worden. In de Betuwe, waar veel kleinschalige tabaksteelt was, lieten de tabaksplanters de tabak vooral drogen op de deel of zolder van hun boerderijen. Vanaf 1870 ging de tabaksteelt ten onder door de import van goedkope tabak uit Nederlands-Indië. Daardoor kwam de glastuinbouw er voor in de plaats.

 

bulletMattijs van Dulm (1809-1973), de oudste zoon van Johannes, was, bij zijn huwelijk in 1832 met Hendrina Ida Gijben, herbergier, maar ook voerman en winkelier. Zij kregen samen 10 kinderen waarvan er 3 voor hun 6e jaar overleden.  Van twee  dochters en twee zonen kon vastgesteld worden dat zij trouwden.  Eén daarvan, Hendrikus Gerardus van Dulm (1844-1912) krijgt met zijn vrouw Hendrika Sterrenberg (1864-1944)  twee zonen: Henri Matthijs (1889) en Christoffel Johannes (1893). Van hen zijn (nog) geen nadere gegevens bekend.
bulletJohannes Willem van Dullem (1812-1873). de tweede zoon van Johannes, trouwt in 1836 met Alida Justina Gerritsen (1809-1840) en is eveneens herbergier. Dit huwelijk duurt slecht 4,5 jaar als Alida, ruim een maand na de geboorte van haar jongste kind, overlijdt. Het heeft er alle schijn van dat Johannes daarna een steeds inniger relatie krijgt met de dan 20-jarige dienstmeid Bartje van Roekel, geboren in Ede. Twee jaar na het overlijden van Alida bevalt zij bij haar ouders thuis in Ede (en dus niet in Elst waar zij [bij Johannes] werkte?) van een zoon Johannes Willem. Vernoemd dus naar zijn verwekker.  Als Johannes en Bartje uiteindelijk in 1852 trouwen lezen we in hun huwelijksakte:

          

Er zijn dus nog twee kinderen in Elst geboren : Willemina (1849) en Johannes Wilhelmus (1852), (een week voor dag het huwelijk van zijn ouders! ). Vanaf die dag is hun familienaam niet meer van Roekel maar van Dulm.  Bartje  krijgt daarna nog 4 kinderen. Hun jongste zoon Hendrikus Gerardus van Dulm (1864-1927) zal later de grootvader van mijn schoonzus Truus zijn (zie haar kwartierstaat).

bulletJan Derk van Dulm (1816-1882) is de jongste zoon van Johannes. Hij is aanvankelijk landbouwer (later rentmeester) en trouwt in 1843 te Arnhem met de uit Opheusden afkomstige Maaitje Goedhart (1807-1874), dochter van een deurwaarder. Hun eerste kindje, dochter Grada Johanna wordt slechts 3,5 jaar oud. Hun zoons Johannes (1846-1918)  en Frans Wilhelmus (1848-1917) trouwen beide op hun 31. Ze ontwikkelen zich geheel verschillend. Johannes is aanvankelijk landbouwer en bij zijn overlijden stalhouder. Hij trouwt in 1878 met Anna Karolina Momberg Rulfs (1849-1891); zij krijgen twee dochters. Frans Wilhelmus gaat studeren voor veearts en wordt uiteindelijk Directeur van het abattoir te Arnhem.

Frans Wilhelmus van Dulm (1848-1917) trouwt eind januari 1879 te Veghel met de 10 jaar jongere Margaretha van der Boom (1857-1932). Begin augustus van dat jaar wordt in Arnhem hun eerste zoon geboren Maarten Hendrik van Dulm (1879-1949), foto links. Na hem volgen nog 3 jongens en daarna 3 meisjes. Maarten komt tijdens zijn leven veel in de publiciteit vanwege zijn imposante loopbaan bij de Koninklijke Marine en de daaruit voortvloeiende functies. Hier is daar meer over te lezen. Maarten nam deel aan de Olympische Zomerspelen in 1924 en 1928. Met het Nederlands team won hij op het onderdeel sabel een bronzen medaille. Maarten is in 1906 getrouwd met Jacoba Mazure (1881-1956), dochter van een Rijks-veearts. Zij krijgen 1 kind, zoon Johannes Frans van Dulm (1907-1991). Hij, foto rechts, treedt in de voetsporen van zijn en werkt ook zijn gehele leven bij de Koninklijke Marine zoals hier en daar te lezen valt.