| |
Kaapstad
den
20ste February 1859
Innig
Geliefde en Teerbeminde Vrouw en Kinderen
Ouders,
Broeders, Zusters en verdere betrekkingen
Tot
mijn innig genoegen heb ik Uw Brief gedateerd 31 December 1858 ontvangen,
waaruit ik tot mijn leedwezen verneem, dat gij Geliefde Vrouw en kinderen
nog niet gezond zijt hetgeen ik hartelijk wensch, dat het de Heer behage
moge, dat hij dit spoedig veranderen moge en Uw allen gezondheid moge terug
schenken. ook verneem ik uit uw schrijven dat gij wel Vijf gulden in een
week vermedicineert heeft. zoodat ik hieruit moet opmaken, dat gij,
niettegenstaande ik Uw dit nog ten sterkste heeft afgeraden, uit de
Societeit ben gegaan, hetgeen zeer dwaas van Uw zoude zijn. te meer dewijl
gij en onze liefe Phillip ziekelijk waart toen ik vertrok.
Het
is wel is waar alle weken eenige stuivers, maar het is in deze omstandigheid
toch altijd beter. Ook schrijft gij mij teerbeminde dat gij uw de zaak te
veel aantrekt. dit moet gij niet doen want daardoor benadeelt gij uw,
Beminde Vrouw, Uwe mij zoo dierbare gezondheid en ook teffens de kinderen.
Houdt dierbare en zeerbeminde Vrouw en kinderen Houdt de Alwijze en
Goederstierende Heer, die boven ons woont gestadig in Uw gedachten, laat Uw
gemoed met vertrouwen op hem gevestigd blijven want hij is een Redder uit de
nood die Uw nimmer verlaat en Zeker en gewis ook uitkomst zal geven. Dit is
ook mijn eenigste steun welke ik hier heb.
Ook
schrijft gij mijn dat ik Geliefde Vrouw en kinderen Uw vergeet te schrijven.
dit verwijt grieft mij ten sterkste dewijl ik Uw, alsmede ook mijn waarde
Broeders geschreven heb, die geadresseerd aan Gillis is geweest en welke ik
gelijk met de Uwe heeft afgezonden. Later heb ik nog eens geschreven over
het papier van het Goevernement welke Uw heeft kunnen ontvangen tussche den
5de en 10de January 1859, alsmede een mail later aan
mijn Geliefde Broeder Gillis. Zoodat gij deze brief van 31 december al
afgezonden hadt eenige dag voor dat gij mijn schrijven hadt ontvangen Voor
het overige heb ik tot heden slechts 2 brieven van Uw ontvangen namelijk de
eerste als antwoord op mijn eerste brief en dan nu deze van 31 december.
Zoodat de andere brieven zeker verloren zijn geraakt.
Ook
heb met Innig genoegen vernomen dat de kinderen nog zoo om mij denken en Zeg
hun hartelijk dank hiervoor alsook dat zij mij verjaard hebben met een kadoo
van tabak en cigaren. Zooals gij Innig geliefde Vrouw mij geschreven heeft.
Want ik heb tot op deze datum het pakje nog niet ontvangen dewijl gij het
met een schip heeft medegegeven aan eene Mejufvrouw ????? of ?????
zijnde famielle van Bartheze alsdan moet ik het nog ontvangen met het schip
de Herman en Isaak welke in’t laast van deze maand hier verwacht wordt
Gij
moet mij Geliefde Vrouw, bepaald schrijven wie die Jufvrouw is alsdan kan ik
er beter na onderzoeken waar het pakje dan gebleven is en met welk schip dat
is de naam van ‘t schip en van de Kaptein en welke precies of dit schip is
uitgezeild.
Verders
kan ik er geen wijs uit worden dewijl gij mij in deze zelfden brief
schrijft, dat ????? niet gunstig overde Kaap schrijft. Als dit dan dezelfde
is, die gij Geliefde Vrouw en kinderen het pakje heeft medegegeven, dan komt
het ook niet meer teregt, maar dan zal ik wel andere middelen weten te
gebruiken. want dat gaat hier maar zoo makkelijk niet.
En
nu te Zake van Uw schrijven hoe of het hier gesteld is. Dit is Geliefde en
Beminde Vrouw en kinderen in het geheel zoo net niet als er in holland over
geschreven wordt. het is hier in de Kaapstad ook al niet meer dan dagelijks
brood, maar men verzuimt hier niet dewijl ik uit uw schrijven verneem dat
gij nog in de gedachten bent dat ik bij een baas werk zoo moet ik Uw zeggen
dat ik daar slechts 1 maand ben geweest en door schoone beloften van een
paar Heeren voor eigen rekening begonnen ben maar dit was ook al eigen
belang om zoo doende goedkooper getimmert te krijgen Want oh! aan beloften
ontbreekt het hier niet maar inderdaad zijn het hier grote fijne huigelende
Smeerlappen Zoodat men gestadig op zijn hoede moet zijn. Ik heb er dus spijt
van dat ik het gedaan heb. Want had ik knecht gebleven dan had ik Uw zeker
de 3 pond sterling die bij het papier van het goevernement bijgepast moet
worden al kunnen overzenden. En nu heb ik ten gevolge van het een en ander
niet zoo veel om Uw een klein kadootje te zenden. Voor Uw Verjaardag als
alleeniglijk een paar dicht regelen, welke ik hoop dat gij teerbeminde Vrouw
en Kinderen in dank en welwillende moogt aan nemen Uw Geliefde Vrouw en ook
Uw Geliefde Moeder op Uw Geboortedag filisteerende hartelijk wenschend
dat het de Heer behage mooge dat hij Uw sterke door zijne Goddelijke
openbaring naar Geest en naar lichgaam. En dat het zijn Goddelijk
raadsbesluit moge zijn, dat hij Uw Geliefde Vrouw en Kinderen mij spoedig in
mijn armen moge voeren en Uw aan mijn hart te mogen drukken.
Voor
het overige Geliefde, zal het nu wel beter gaan daar ik in onderhandeling
ben met een boerheer die een vaste timmerman nodig heeft en kom ik daar mede
klaar dan zijt gij ook spoedig bij mij. Verders moeten wij elkander alle
malen schrijven, zoodat gij Geliefde Vrouw Uw best doet om Uw brief voor den
4de van elke maand in London te doen zijn, dat wil zeggen wanneer
gij deze brief nu ontvangt op den 1ste of 2de April
gij dadelijk zonder verzuim het antwoord verzenden moet, alsdan kunnen wij
geregeld om de 7 weken tijding van elkander hebben. Ook schrijft gij mij dat
Gillis hier na toe wil. ik hoop dat hij mijn brief in February ontvangen
heeft. daar kan hij uit vernemen dat ik voor hem en ook voor Bart Permissie
heeft gekregen. alhoewel ik het deze voor alsnog afraad van wege zijn zwaar
huisgezin ik zal hier meer van schrijven in het antwoord van Uw op mijn
brief die Uw geliefde Vrouw en Kinderen in Januarij ontvangen heeft.
Ook
heb ik vernomen dat Gilles verhuist is daarom zal ik in ‘t vervolg de
brieven aan Uw maar adresseren welke ik dan zal zien te frankeren Ook heb ik
het genoegen om mijn waarde Broeder Bart en zijn vrouw te felisiteeren met
hun achtste huwelijks pand, hartelijk wenschende dat zij het in eer en deugd
moge zien opgroeijen tot sieraad der menschelijke Maatschappij. Ook verneem
ik met innige bezorgdheid en leedwezen dat gij uit die ellendige koorts eene
kwaal aan de milt heeft gekregen hetwelk ik hoop, dat het God den Heer
behage mogen, om dezelve spoedig te doen verdwijnenen en Uw tot Uw vorige
gezondheid moge terug leiden.
Gij
schrijft mij ook dat Ouders, Broeders, Zusters enz. mij liever weer terug
zagen, dit wil ik zeer goed geloven, maar wat moet ik in holland doen. als
timmerman gebrek lijden daar ik hier toch altijd best mijn brood voor Uw
Geliefde Vrouw en kinderen verdienen kan. behalve nog het betere vooruitzigt
voor de kinderen Ware ik slechts een paar duizend rijk dan was mijn fortuin
gemaakt dit weet ik zeker daar ik er best de weg opweet om er dan veel geld
mede te verdienen. Met de volgende Mail zal ik meer weten te schrijven
vermits ik dan weet hoe of wat, dat is of ik een vaste betrekking heb
gekregen en waar zoo. want dit weet ik zelf nu nog niet vermits ik op dit
oogenblik een boodschap krijg van een boer om bij hem te komen en te spreken
over het loon dat hij mij geven wil Verder heb ik nog een Brief
geschreven aan de Kerkeraad te Middelburg waar een timmerman gevraagd wordt.
dus kan ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen nog niet berig ten of ik hier bij
die Heerboer in de Kaapstad blijf of met die boer naar Bredas dorp vertrek
of naar Middelburg hetwelk ik hoop dat ik Uw Innig Geliefde Vrouw en
Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, Enz. met de volgende Mail te zullen
melden.
Ook
schrijft gij mij om geld ik kan dit zeer wel begrijpen dat gij zeer verlegen
om hetzelve moet zijn maar Geliefde ik kan Uw betuigen voor God en menschen
dat ik er op dit oogenblik niet toe in staat ben dewijl gij toch wel
begrijpen zal, dat ik, wanneer ik het had, om het Uw Geliefde Vrouw en
Kinderen overtezenden. Ook moet gij niet in ‘t denkbeeld verkeeren dat ik
het verkwist of buitensporigheden maak in ‘t geheel niet. dit is alles ten
gevolge van wanbetaling door afzetters. Zoodanig zelfs dat ik nu reeds
gedurende zeven dagen zonder tabak ben, waaruit gij wel kan opmaken dat ik
het niet heb. dewijl gij zelf teer beminde Vrouw weet hoe ik aan tabak
verknocht ben. Maar hierover moet gij niet treuren Geliefde Vrouw, want dit
zoude Uw trots niet baten maar wel schaden. dus wees opgeruimd en
weltevreden te meer daar ik er Zeker van ben dat gij nu wel spoedig bij mij
zal zijn en en dan hebben wij een stil en genoegelijk leven. En wanneer mijn
plan, hetwelk ik gevormd heb verwezentlijk wordt, dan kunnen wij ook zeker
over eenige tijd Uwe Broeders, Zusters en die maar wil laten verkomen. Ook
moet ik Uw indachtig maken dat gij mij schrijft dat Gilles een winkeltje
zoude willen beginnen laat hij dit niet doen, maar laat hij, wanneer hij
geld kan krijgen met Uw mede komen, hij heeft voor zijn Vrouw, hemzelf, en
drie kinderen, slechts een honderd en twintig Gulden nodig. dewijl gij er
slechts zestig nodig heeft, maar ik wilde Uw altijd meer overzenden, opdat
gij alsdan eenige artikelen kan mede brengen daar hier goed op te verdienen
valt.
Zoo als horlogies voornamelijk Sasonets??? dat is zonder glazen. want een
horlogie Glas kost hier 12 stuivers een patent glas kost hier 18 stuiver Enz
Zoodat gij hier ook eenige van Zoudt kunnen mede brengen. alsmede van die
vergulde koperen oorbelletjes, ringen, kralen enz. lucivers en alle
artikelen die hier zeer duur zijn en die ik zeer goed weet te slijten,
hetgeen de reiskosten zeer verminderen zoude. Later zal ik Uw mijn Engel een
volledige lijst daarvan opgeven. Ook zouden Mijn Geliefde Zusters Antje en
Lotje hier met uw samen goed geld kunnen verdienen met de Engelsche
wasserij. Dus spreek er haar eens over dan kunt gij mij dit schrijven opdat
ik dan er verder naar onderzoek zoodoende konde wij alsdan wel eens hier bij
elkander komen, hetgeen zeer genoegelijk zoude zijn daar Vader en Moeder
alsdan ook hier in dit heerlijk en gezond klimaat nog jaren genoegelijk
zoudt kunnen leven, hetwelk ik hoop dat de Heer het behage moge hieraan
gevolg te geven. Voor het overige zal ik Uw geliefde met de volgende Mail
schrijven Zoodat ik hier mee afbreek met pen maar niet met het hart dewijl
ik thans meer naar uw verlang dan ooit want mijne Liefde is eerder
vermeerderd tot Uw mijn Engelen dan verminderd te meer daar ik hier omringt
ben van slonzen en vuilikers. Dames op het oog, maar strond inderdaad.
En
nu Geliefde en teer beminde Vrouw en kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, en
verdere betrekkingen leef gelukkig en tevreden. Vertrouwende op hem die
alles ten beste bestiert en nimmer vaalt. Met deze Geliefde vrouw zend ik Uw
een hartelijk verjaringsgedicht alsmede een welgemeende en eerbaren kus toe,
die ik op dat Vader, als ook mijn Broeders die uit mijn naam Uw geven zullen. Kus de
kinderen eens hartelijk voor mij en zeg hun dat wij spoedig bij elkander
hopen te zijn. En nu nogmaals heel tevreden en gelukkig, en wees opgeruimd
altijd het denkbeeld voor oogen houdende dat wij spoedig weer bij elkander
zullen zijn En nu nog een kus.
Geliefde vrouw en kinderen,
Ouders, Broeders, Zusters, alsmede de Heer en mejufvrouw Fruitier, Harder,
Naatje enz.
Vaartwel, Vaartwel
|
Kaapstad den
18de
Maart 1859
Teer Beminde Vrouw en Kinderen,
Ouders, Broeders, Zusters en verdere bekenden.
Hartelijk wenschende dat Uw
dezes Geliefde Vrouw en kinderen, alsmede de geheele famielle in gezondheid
moogt ontvangen. Zoo heb ik hetgenoegen Uw mijn
teer beminde Vrouw bij
deze nogmaals even als in voorgaande brief met Uw Geboortedag te Filisteeren.
Hartelijk wenschende,
dat het God de Heer behage moge, dat wij het in ‘t vervolg van tijd in
Elkanders bijzijn,
nog vele jaren moge vieren. Wat mij nu aanbetreft, teerbeminde Vrouw en
kinderen ik
vier dezelve thans in mijn hart in stilte de Almachtige smeekend, dat hij
ons spoedig hereenige
moge, dewijl ik Mijn Engelen hartlijk naar Uw verlang, dewijl het nu reeds
elf maanden Zijn, sedert wij van Elkanders hart zijn afgescheurd, te meer
daar ik hier niets geen aanspraak heb hetgeen gij ligt begrijpen kunt.
Vandaar dat ik dan ook in tijd van weemoed, mij met het denkbeeld troost,
dat gij Innig Geliefde en teerbeminde Vrouw en
Kinderen, toch ten minste altijd in het bijzijn van Uwe en ook mijne
Geliefde Ouders, Broeders, Zusters en verdere betrekkingen tegenwoordig zijt
die Uw zoals altijd ,waaraan ik ook niet twijfel, eenige verligting in Uw
Gemoed kan toedienen. Dat ik hier niets heb namelijk genoegens, daar geef ik
weinig om want dezelve zoude mij toch zonder Uw
zeer beminde Engelen spoedig vervelen. Zoo als ik zeg, dat ik thans, zoo ik
denk nog slechts voor een korte tijd, van Uw Geliefde gescheiden ben, mijne
genoegens ontberen moet. dit is niets, ware het
slechts dat ik Uw, eenige onderstand in geld konde sturen, het geen uwe Zorg
en mijn gemoed zeer zoude verligten hetgeen ik
zeer wel kan nagaan. dit is dan ook wat mij gestadig kwelt, maar
Geliefde houd moed, het zal nu zeker wel de langste tijd geweest zijn daar
ik op het punt staa om de Kaapstad te verlaten en mij naar buiten te begeven
namelijk naar het dorp Tulbach bij den heer Jacob From Meester
timmerman enz. Deze Heer biedt mij 48 stuivers hollands
daagss, vrije overtocht en vrije kost, waschen stoppen enz. alles, alles
vrij, tevens wanneer gij geliefde Vrouw en kinderen bij mij komt, dan krijg
ik ook een huisje en een stuk grond, waar
op
ik dan wat verbouwen kan. dit aanbod slaa ik natuurlijk niet van de Hand
dewijl ik met dien Heer er teffens over gesproken heb dat ik Uw Geliefde
Vrouw en Kinderen zoo spoedig als mogelijk was, bij mij wenscht te hebben
hetgeen hij billijk vond. zoodat ik niet twijvel als
ik een week of drie bij hem gewerkt heb om mij het geld voor Uw overtocht
voor te schieten. Zoodat ik zeer veel hoop heb dat gij
spoedig bij mij zal zijn, hetgeen als dan welligt spoedig met mijn geliefde
Broeder Gilles en zijn huisgezin het geval zal zijn
Zoodat wij dan een heerlijk leven kunnen hebben
Dus Innige teerbeminde Vrouw en Kinderen troost Uw
met dit denkbeeld, hetwelk zeker en wel spoedig zal vervuld worden. Spoedig
zeg ik. Ja, maar toch gaat er altijd nog een Maand of vier mede heen gelijk gij
wel begrijpen kan, vermits het een verre reis is. Ook moet gij
niet met een Zeilschip komen dit is te wisselvallig, te meer daar ik hoort,
dat de Mailsteamer van England naar de Kaap evenveel kost als een Zeilschip
en dan zijt gij in 35 a 40 dagen over, terwijl ik 77 dage reis. En de
Hermanus Isaac 96 dage op Zee gewees dit is het schip waarop ik dacht dat
die Jufvrouw van Barthyze zoude zijn, met het pakje tabak en cigaren, hetwelk
de lieve mij verjaard hebben. maar die Jufvrouw was niet op dat schip dus
denk ik dat zij het Schip de Johan van Brakel zal zijn, hetwelk ik Uw
Geliefde later zal schrijven. Doet gij
Teerbeminde Vrouw ook eens in Amsterdam onderzoek van hetgeen het kost om
met de Mailsteamer te komen en schrijf mij dit dan zoo spoedig als gij kun
des te eerder zijn wij hoop ik bij elkander.
Maar gij kunt gerust al
Uw Meubelen verkoopen. Want al is het dat gij ze
hier goed in de Kaapstad kreeg, dan moest gij ze toch wech doen, om reden
dat de boeren zooveel bagage van een passagier niet op hun Wagen willen
hebben, hetgeen ik Uw teerbeminde aanraad te doen en niet mijn raad te
verzuimen. Innig geliefde Vrouw en Kinderen gij
moet mij met elken Mail schrijven hetgeen ik ook zal doen dan hooren wij ten
minste om de vijf a zes weken toch iets
van elkander, daar verlang ik altijd naar. Zoo als ik Uw Geliefde Vrouw en
Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters enz in mijn vorige brief, die met de
Mail van den 22 februarij laast van hier naar Uw vertrokke is, geschreven
heb op het antwoord van Uw mijn bemindes brief van
den 31 December, herhaal ik het, dat het Gode behage moge, dit is mijn
innigste wensch, dat
hij Uw Dierbare en Geliefde Uwer vorige gezondheid moge wedergeven. Zoodat
ik den Alwijze dagelijks bid, dat hij uw opgeruimd doet
zijn, dewijl dit het beste middel is, daar het practiseeren Uw
toch niet baat. Dus wees goede moeder. En denk om onze lieve Kinderen en ook
om mij. dus geliefde Vrouw en Kinderen houd het
oog op hem geslagen die een kenner is der harten, die een helper is in nood,
waarop gij zeker en waarachtig bouwen kunt. Zekerder als
op den vaste rotsgrond, dewijl hij in Eeuwigheid niet wankelt nog diegeen
niet wankelen laat, die dan ook vast in den Gelove
op hem bouwt. Hierop bouwende, geloovende en vertrouwende. Zoo gaa ik
in t’zekere dat wij Elkander spoedig weder
zullen zien. dat wij Elkander aan het hart zullen drukken. Dus Geliefde
Vrouw en Kinderen troost u dus met deze gedachten,
wat ik weet het Zeker.
Gij
heeft mij ook geschreven Geliefde dat gij alle wel wenschte dat ik weder in
Uw midde was. Ja, dit wenschte ik ook, maar wat moet ik in holland
doen als, Ambachtsman armoede lijden
zooals er honderde in Amsterdam zijn neen dit gaat niet te meer daar ik uit
Uw Geliefde
schrijven van 31 december verneem dat het met alles nog nooit zoo slap is
geweest. dus is toch beter dat ik hier naa toe ben gegaan want nu verdien ik
bij die heer. Zoo als ik hierboven geschreven heb, kan dat de beste in
Amsterdam verdienen dan moet gij Geliefde Vrouw
en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters bekenne dat ik gelijk heb. Daarom
verlang ik maar dat ik naa andere zoo als met dit hier noemt, kom, want daar
is het veel beter. Hier in de Kaapstad is het net als bij ons. Alles even
duur en ook niet druk. Dus teerbeminde ben ik verheugd van Zoo een Konditie
te hebben gekregen hetgeen gij ligt begrijpen
kunt.
Met de volgende Mail zal ik Uw geliefde mijn reis
beschrijven van de Kaapstad naar de plaats mijner bestemming dezelve duurt
met een wagen, bespannen met 12
a 14 ossen 3 a 4 dagen, hetwelk ik uw alles zal
schrijven zoodra ik gelegenheid heb, dewijl de posten met de brieven hier in
het binnenland op sommige plaatsen ellendig zijn, zoodat er wel brieven
verloren raken. Zoo als ik zeg, dit zal ik Uw
alle schrijven hoopende dat wij elkander van aangezigt tot aangezigt spoedig
moge aanschouwen.
Ook moet ik Uw nog
melden dat de Mailsteamer van England die in het begin van February vertrokken
is en die hier heden alhier is binnen gekomen, voor mij geen brief mede
gebracht heeft, zijnde ik voort naar het Postkantoor geloopen en naar het
zelve gevraag doch kreeg tot antwoord Nothing, dat is er was er geen hetgeen
mij zeer spijt. Ik doe Uw Innig Geliefde hiermede geen verwijt want ik weet
zeer wel dat dit aan Uw niet lijd, maar aan dat
verdoemde ellendig postwezen, dewijl men het gestadig hier hoort dat er
brieven of pakken weg zijn zoo
als met mijn en Uw hartelijk beminde Vrouw en Kinderen,ook het geval is.
Zijnde er
van ons beide zeker al vijf verloren hebbende ik Uw en ook mijne Broeders
verscheidene geschreven, waaronder een pakket van 3 brieven, beschrijvende
de Kaapstad en Omstreken en geadresseerd aan Gilles waarop ik allang
antwoord op konde hebben maar tot dus ver nog geen gekregen heb dus moet gij
mij Geliefde Vrouw dit eens schrijven. En gij
moet nu en dan eens op het postkantoor in die kooi gaan zien of er geen
brieven voor Uw Beminde liggen. Gilles weet wel waar het is.
Het
spijt mij dat het pakje nog niet tregt is, maar het doet mij, God hier boven
weet het toch
goed, innige dierbare en beminde Vrouw en Kinderen dat zij en ook Uw nog zoo
om mij denken.
Vandaar ben ik dan ook heengegaan en heb een paar cigaren weten te krijgen
en heb dezelve met zoo een genoegen gerookt altijd in de gedachten houdende
dat zij van Uw geliefde
Vrouw en Kinderen waren. Oh! hoe goed deed het
mij ook te vernemen, dat de kinderen nog onder elkander eens over mij
keuveld het geen gij mij schrijfde van onze lieve Phillip hem
Riek als vader ons uit school haalde enz.
Ik kan Uw verklaren Geliefde dat het was als of
ik het hoorde. Zoo schoot mij voort zijn spreekwijs binnen. En dan die lieve
Riek ook hoe zal die bijdehante kleine kat in der schik zijn geweest.
En nu Lieve Vrouw en Kinderen nu, terwijl ik dit
schrijft, komt de Postman en brengt tot mij grootste vreugde een brief van Uw
mijn Geliefde Vrouw en Kinder, Ouders, Broeders, Zusters. En wat de
Blijdschap nog bij het opbreken vermeerderde dat er een van mijn geachte
Broeder Gilles bij was. Welke mij verzocht om antwoord, hetwelk
ik dan ook bij deze gelegenheid doe. ook verzoekt gij mij dat ik dezelve
blij elkander zal sluiten. dit wilde ik gaarne en
had het ook wel gedaan maar ik dacht Zoo, schrijf ik aan Uw Geliefde Vrouw
en Kinderen en
aan mijn geliefde Broeder en ik sluit ze bij Elkander., dan kunnen ze alle
weg raken, maar adresseer ik ze op twee verschillende plaatsen, dan hebt gij
alle toch ten minste tijding van mij.
Teffens heb ik uit Uw geliefde brief dato 2
February vernomen dat gij alle frisch en gezond
zijt, hetgeen mij groot genoegen doet zoo als gij wel denken kunt. Verders
dat gij Geliefde Vrouw vernomen hebt, dat ik een
bankroetje gehad heb ja en goed ook. Want dit is de reden
dat ik naar buiten gaa. het zijn hier groote schelmen daar gij niets op
bouwen kunt. Enfin nu is het beter zoodat gij aan
mijn waarde Broeder Gilles zegge moet dat hij nog wat wachten moet dewijl ik
nog niet weet hoe of het met de Kleedermakerij buiten is, waarover ik nu
tegelijk met deze aan hem zal schrijven.dus dat gij vooral niet onverwachts
zonder dat ik het weet uit holland vertrekt, daar het hier zoo gelegen is
dat men aldemet 3 a 4 maanden wachten moet eer er een wagen uit de Kaap
vertrekt. Wel de postkar, maar die neemt geen goed mee, dus zoudt gij
Uw danig vergissen. Ook verneem ik dat het geld van van Dartelen naar
de duivel is, dat is zoo mooi niet, maar ik heb toch altijd noch hoop, zoo
hij komt te sterven. Enfin Geliefde Vrouw en
Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, houdt maar goede moed ik zal mijn best
doen zoo veel ik kan, maar om zoo veel geld te krijgen,dat gij alle bij
elkander in eens zoudt kunnen overkomen, dit kunt gij ligt begrijpen is
onmogelijk. Welligt een voor een. Ik zal mijn best doen, doet Gij Geliefde
het ook. Ook kan ik zeer wel begrijpen hoe of gij
geliefde Vrouw en Kinderen zit, maar God die weet het, ik heb hier in de
Kaapstad mijn best gedaan. Maar doe Uw best, zonder geluk vaart niemand wel.
Maar treurt niet Geliefde Vrouw en Kinderen, nu gaat het zeker
beter. Ook verneem ik dat de Kinderen zoo verlangen, die Phillip, die Philip,
daar ben ik wel bang voor geweest, want hij was immers toen ik vertrok al
zoo. En dan Rieka acht Vrouw wat zullen zij hier buiten een schik hebben in
dit heerlijk klimaat. en dan kunnen zij hun buik
vol eeten met druiven, persiken, water lemoenen enz. Wat zal verheugd zijn
als ik, gelijk ik hoop dat de lieve God dit geeft, spoedig mag zien. Ook
schrijft gij mij van de Harmonika, dit kon ik op
het ontvangen van Uw laaste brief wel begrijpen, vermits ik daar uit vernam,
dat het slecht met werk was. daarom, het gaat hoe het gaat. Ik zal mijne
zoolang houden tot dat gij er mijn eers mede
brengt. Maar doe daarom geen te
haastige zaken, want hoe of ik ook met hart en ziel naar Uw
verlangt, is het toch altijd beter een maand later dan te vroeg. Ik zal Uw
zeggen waarom. Juist als gij nu uit holland
vertok dan komt gij in de storm maanden alhier aan. Het beste is, want zoo
als gij geliefde uit mijn eerste brief kunt
lezen, ik heb het bij onderving van die driedaagsche orkaan, toen wij met
ons schip hier op de hoogte van de kaap waren Het beste is dat gij uit
holland vertrekt met
een Zeilschip de Maand October of omstreeks zoo dat gij dan omstreeks
Januarij hier aankomt, dat de stilste tijd is, vermits als dan hier de
Oorlogschepen mogen komen, maar in
de andere maanden behalve Februarij en december ook niet. Dus dit is de
beste tijd om hier binnen te komen dewijl het als dan hier midden in de
zomer is en wij het gestadigste weder hebben. Er
komen wel gedurig schepen binnen het geheele jaar door, maar dan zijn ze
niet geassureerd, vermits de assurantiekantoren
dit niet willen doen. Zoodat gij hieruit kunt
opmaken welke tijd gij Innig geliefde uit holland vertrekken moet, hetzij
per zeilschip hetzij per
Mailsteamer. Enformeert daar goed naar ik had altijd liever per Mailsteamer
daar ik dan uit de tijd wist wanneer gij hier
konde aankomen zoodat ik dan met de ossenwagen tegen die tijd in de stad
konde komen om Uw af te halen. Zoodat Gij Teerbeminde en geliefde Vrouw en
Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, dit wel onthoudt. en
mij altijd precies schrijft wanneer gij uit holland denkt te vertrekken. en
met welk schip en kaptein of met welke steamer en kaptein opdat ik, zooals
ik hierboven gezegd heb, mij daana kan regelen. Alsdan
kan gij Uw intrek
nemen bij den Heer Rigters op het Boerenplein daar zijn altijd hollanders en
waaronder verscheidene kennissen van mij
gelogeerd, die kunnen Uw Innig geliefde Vrouw en Kinderen altijd
zegge of schrijven waar ik ben, hetgeen altijd goed is daar er wel brieven
uit het binnenland weg raken. alhoewel ik juist zoo ver niet ga zijnde het
hier niet heel ver van daan zoo als
gij hierboven gelezen hebt.
Verder verneem ik uit Uws geliefde schrijven dat
Vaders Stiefmoer is overleden. dit varken had
maar eenige jaren vroeger moeten creperen. maar dit is nu niet anders dat is
werelds beloop. Verder dat Moeders, Broeder en Zuster, als ik het wel hep,
ook overleden zijn. deze menschen hoop ik dat ze
op die plaats zijn waar we alle zoo vurig eenmaal naar verlangen te komen,
zoo dat ik ook uw Geliefde Ouders hiermede condoleer. hoopende dat het zijn
Almagtige en Wijze Godheid behage moge, dat ook wij, wanneer onze tijd
eenmaal daar moge zijn, ons in genade mag aannemen en ons die Hemelsche
Zaligheid doen smaken de welke onze Heer en Zaligmaker Jesus Christus in het
huis zijns vaders, ons zoo wij hoopen en verlangen bereid. Hierin berustende, gelovig en biddende en
genadiglijk op vertrouwende, zoo schenk de Heer U
alle van nu tot in eeuwigheid zijne genade Amen.
En nu teer beminde Vrouw en Kinderen, ouders,
Broeders, Zusters Enz. heb ik u verdens niets te
berigten als van wege het stuk hetwelk ik van het goevernement ontvangen heb
waarover ik ook in de brief aan mijn geachte broeder zal schrijven zoodat
als er een wegraakt gij toch geliefde van deze zaak afweet. ten eerste de
kinderen, die na de aanvraag zoo als dit nu met mijn geachte Broeder Bart
het geval is, wordt door het Goverment niet voor betaald. ten tweede voor
geen gebrekkige of voor Menschen die kwalen hebben, wordende alle bij
aankomen alhier door een docter gevisiteerd. Ik schrijf Uw
dit geliefde opdat gij dan daar altijd Uw naar kan regelen. Het geval wordt
wel zoo naauw niet genomen, maar het is toch altijd goed als
men het weet. Ik heb dit zelfde in Gilles zijn brief geschreven zoodat hij
het altijd weet daar Uw mij teerbeminde Vrouw en
Kinderen er overschrijft dat Uw zoo verdrietig is. dit is verkeerd want ik
wenschte dat ik hier op Zwellendam eerder was geweest dat had gij geliefde
al bij mij geweest. maar dit is nu niet anders. Wat het praten van de Jong,
die onder moeder woont daar stoor ik mij niets aanwant wat heeft een matroos
voor ondervinding voor die korte tijd,
dat hij met zijn schip in de baai ligt en zelden aan wal komt. dus kan hij
dat onderzoek
en die ondervinding niet hebben die ik heb daar ik er rond jaar gewerkt heb
bij ?????? ??
??????? verklaar dat die geene die zegt dat het er goed is, er niets van
weet, want de Hollandsche Emigranten die in mijn tijd in de Kaap gekomen
zijn, zijn alle naar buiten vertrokken, om reden dat zij verklaarden dat de
Kaapstad hen in ‘t geheel niet beviel.
Ook heb ik uit Uw geliefd schrijven vernomen dat
mijn waarde Zuster Antje 25 jaar in haar betrekking is geweest, waarmede ik
haar fillisteer en wensch dat zij met vrede en genoegen daar nog vele jaaren
mogt zijn. Ook heb ik vernomen dat Mijn Waarde en beminde Moeder er naar aan
toe is, hetgeen mij hartelik leed doet. Zoodat ik
wensch dat het de Heer behage moge om haar spoedig van dit leed te verlossen
Wat nu Uw schrijven aan betreft van vastigheid hiervoor behoeft men niet te
vreezen als men zich maar fatzoenlijk gedraagt en
wat geld dit denk ik
Uw innig en teerbeminde Vrouw en Kinderen met volgende Mail over te
zenden, zoodat gij Uw tegen dien tijd moet gereed houden om naar mij toe te
komen, zoodat gij geliefde mij dan schrijven moet moet met welk schip en de
naam van de Kaptein, gij hier na toe denk te komen als ook wanneer hij
uitzeilt, dan weet ik zoo wat de tijd wanneer Uw geliefde Vrouw en kinderen
hier kunt aan komen, zoodat ik Uw teerbeminde Vrouw en Kinderen kan afhalen.
Wat mijne geliefde
Broeders en Zusters aan betreft het spijt mij dat zij niet gelijk kunnen
overkomen want voor de Kleedermakers is het hier ook zeer goed men krijgt
voor het maken van een broek en ook van een vest zes schillings, als men
voor een baas werkt. Hierover zal ik met de volgende meer schrijven. En nu
Innig geliefde Vrouw, Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters breek ik hier af
met de pen, maar niet met het hart.
Wenschende dat het de Heer
behage moge dat Hij Uw alle geliefde in zijne heilige bescherming moge
nemen. Uw alle bij deze kussende en de hand drukkende, gelijk ik hoop dat
gij geliefde Vrouw, de kinderen eens voor mij kust, hetgeen ik hoop spoedig
zelf te doen.
Zoo noem ik mij Uw
Liefhebbende
Echtgenoot en Vader
L. Van Groningen
N.B.
deze is tot Engeland
gefrankeerd verder kan men hier niet
|
Aan mijn teeder beminde Vrouw en Kinderen
op haar Geboortedag den
27ste Maart 1859
Schoon ver van U blijf ik steeds aan U denken,
Geprangd door rouw, bijna verteerd door smart;
Schoon dag noch Nacht mij geene rust kan schenken.
Naar U alleen, Naar U verlangt mijn hart.
In ‘t somber bosch, op berg en dal, in lagchende valleijen,
Blijf mij Uw beelden gestadig aan mijn Zij
Hoe ‘t grilziek lot, mij zuchten doet en schreijen
In een woestijn blijft mij uwe beelde nog steeds bij
Niet in ‘t gewoel van rustelooze menschen
Noch bij den stand die den Heer mij schenkt
Is ‘t groot Heelal te klein voor mijne wenschen
Wanneer mijn hart aan Uwe liefde denkt
Ja, dit alleen vervult steeds mijn gedachten.
Dikwers des nachts zie ik in een droom Uw nog.
‘k klaag Uw mijn leed, gij deelt in mijn smarten
’k ontwaak, mis U Helaas, o wat wreed bedrog.
Als ik herdenk, die snel vervlogen tijden,
Dan bloed mijn hart, daar ik onophoudelijk ween.
‘t Genoten vreugd, doet mij thans dubbel lijden
In kommer en smart, vlied mijne dagen heen
God geeft dat ons, geen ramp ons meer komt storen
totdat ‘t de Heer behaagt, dat Hij Uw tot mij geleid
Zoolang zal mijne geest, schoon fluistrend u doen hooren
Ik min U Ja!, ik min U tot in de Eeuwigheid.
N:B:
Gij moet den Heer Fruitier eens gaan spreken of die geen zin heeft om hier
naar toetekomen. ik kan hem op mijn woord verzeker dat hij met zijn Geld en
zijn verstand van den handel hier bepaald fortuin maakt. Wanneer mijn waarde
Heer en Vriend hier geneegen in zoudt nemen, schrijf er mij dan over of
hetgeen hetzelfde is laat er een brief van de Heer Fruitier in sluiten
alsdan kan ik later schrijven welke artikelen hij het voordeeligst uit
holland zoude mede kunnen brengen en hier zoudt kunnen plaatsen.
En nu Geliefde rouw en Kinderen enz.
Vaarwel, Vaarwel en leef tevreden vol vertrouwen en geloovende in hem
die voor onze zonden gestorven is alzoo vertrouw en geloofd ook
Uw Teer beminde Echtgenoot en
Vader, zoon, Broeders en Zusters
L. Van Groningen
NB nb Nogmaals vaarwel vaarwel
|
Op
6 juni 1859 verhuist Lambert, met een
ossenwagen waarvoor 14 ossen twee aan twee ingespannen waren, van
Kaapstad naar Swellendam.
Het duurde 6 dagen om de
250 km naar het oosten
af te leggen.
Swellendam is een stad in de gelijknamige gemeente (munisipaliteit) in de
provincie West-Kaap in het Zuid-Afrikaanse dis-trict Overberg. Swellendam ligt aan de
voet van de Langebergen. Deze stad is de derde oudste nederzetting van
Zuid-Afrika, na Kaapstad en Stellenbosch. In
onderstaande brief beschrijft Lambert zijn reis langs o.a. Sommerset en Caledon
(beide op het kaartje aangegeven).
De gravure rechts is een
foto van pagina 365 uit deel 1885 van De
Aarde en haar Volken waarin Majoor Serpa Pinto "Mijne reis dwars
door Afrika (van de Atlantischen- naar de Indischen Oceaan)" heeft
beschreven |
Geliefde
Broeders en Zusters.
Hartelijk
wenschende dat Uw alle dezes in gezond heid moogt ontvangen. Zoo heb ik
het genoegen Uw bij deze te melden, dat ik ook nog Gode zij dank frisch en
gezond ben, hetgeen ik wensch dat dit met Uw alle ook het geval mag zijn.
Gij lieden
zult, geliefde Broeders en Zusters, uit het bovenstaande inzien dat ik mij
op heden niet meer in de Kaapstad bevind. Zoo als gij ook geliefde
Broeders en Zusters uit de brief welke ik met deze Mail aan mijne
teerbeminde Vrouw en Kinderen geschreven heb, vernemen zult, welk ik nog
in de Kaapstad geschreven heb. gelijk ik deze uit Zwellendam schrijft. Zoo
als ik Uw geliefde reeds vroeger geschreven heb, was mijn voornemen om de
Kaapstad te verlaten, vermits het daar van het allerbeste niet is gelijk
gij zelf kunt oordelen van hetgeen volgt. in de Kaapstad krijgt met voor
een ????????? vier pond sterling en hier heb ik er een van den den Heer
Stein aangenomen voor zeven pond sterling, zoodat dit bijna de helft
verschilt. Het is wel is waar, dat ik nu op dit oogenblik éen pond
sterling, buiten het wasschen ‘s wekelijks betalen moet, maar dan heb ik
het ook veel beter En wanneer mijn Innig geliefde Vrouw en Kinderen
overkomt, hetgeen ik wensch dat spoedig het geval mag zijn, gelijk ook gij
geliefde Broeders en Zusters, dan kan met hier veel goedkoper leven dan in
de Kaapstad, vermits het vleesch hier zes stuiver kost en in de Kaapstad
negen. Ook zijn de woningen hier veel goedkoper, zoodat ik maar wenschte
dat mijn Geliefde vrouw en kinderen hier was, dan zal ik een huisje met
een tuintje zien te krijgen.
Voor het
overige geliefde Broeders en Zusters, is hier niets geen vermaak hoe ook
genaamd. men eet en drinkt, werkt en slaapt, gaat Zondags ter kerk en dat
is het ??. Ook heb ik Uw te berigten waarde Broeders en Zusters, dat gij
mijne vrouw aanraad, gelijk ik Uw alle aanraad om met Mail te komen gelijk
ik al meer geschreven heb, want dan weet gij mij juist te berigten wanneer
gij hier aankomt. Ook zoude ik Uw raden om niet eerder als de Maand
November uit Holland te vertrekken dat wil zeggen met de Mail maar zoodit
nu te veel geld kost. ten minste zoo als ik dacht vijftien pond dan zoude
ik maar met?? en schip komen, juist zooals ik Uw geliefde broeders en
Zusters geschreven heb. In alle geval verkoop gerust Uwe meubelen, want
die kunnen toch hier niet naar toe vervoerd worden zonder buitengewone
groote kosten Zoodat gij Uwe goederen maar in kisten moeten pakken. Wat
mijne vrouw aan betreft die zoude haar lade tafel in een kist gepakt
medebrengen kunnen, maar ook niets meer ten zij dat ze zes stoelen en een
tafel uit elkander laat nemen en pakke die ook in een kist. dit zijn zaken
die gij niet moet vergeten. Wat nu het werk hier aanbetreft voor een
kleedermaker dit zal ik Uw met de volgende Mail schrijven vermits ik dit
nu nog niet weet.
En nu
Geliefde en teerbeminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters zal
ik Uw mijne reis naar Zwellendam beschrijven. Zwellendam ligt van de
Kaapstad 7 a 8 dagen reis met een ossenwagen, maar ik heb het zelve gedaan
in 6 dagen om reden dat het ligte maan was gelijk Uw lezen zal.
Wij
vertrokken op Dinzsdag den 6de Junij uit de Kaapstad ‘s middags
omstreeks twee uur met een lange wagen, bespannen met veertien ossen twee
aan twee gekoppeld, vergezeld van een kleine zwarte jonge iets grooter
Geliefde Vrouw dan onze lieve Filip en een man die de wagen bestuurt door
middel van een zeer lange zweep en een gestadig geschreeuw van Zeeland,
blaauwberg, Zwartland, Witvoet Enz te veel om op te noemen, zijnde dit de
ossen hun naam waarna zij zeer goed luisteren alhoewel zij zoo tusschen
eens met de zweep moeten hebben. Alzoo
reisden wij door tot des avonds tien uur spanden alstoen de ossen uit en
kookten onze koffij en braaden ons vleesch aan een spit en een stuk ‘brood
daarbij. ziedaar onze maaltijd genuttigd in de open lugt bij een fiks
vuur, alzoo de nachten om deze tijd bijzonder koud zijn hebbende ik sneeuw
op bergen zien liggen. na gegeten te hebben gingen wij onze matrassen op
het gras leggen en sliepen daarop tot des nachts vier uur. alstoen wierden
de ossen weder ingespannen en voort ging het, altijd zoo wandelende weg
vermits de ossen zeer langzaam loopen. dit ging tot acht uur naamen onze
maaltijd Zooals ik Uw hierboven geschreven heb, spande de ossen weder voor
en vertrokken tot des middags omstreeks een uur dronken weder koffij enz.
reden verder. tot ‘savonds 6 uur. lieten de beesten nog eens graze en
reden weder tot tien uur. Dit ging zoo alle dagen zoodat ik zes dagen
daarna des middags om twaalf uur te Zwellendam aankwam.
En nu
Broeders en Zusters voor pleizier behoeft gij zoo een reisje niet te doen
want met ziet niets anders als woeste kusten, klippen en rotsen men krijgt
slechts op de geheel weg twee dorpen in het gezigt, zijnde Somerset en
Caledon. Verdens was er de geheel weg omstreeks veertig of vijftig
huisjes, dat is alles wat men ziet. Maar voor een siminariaat der Natuur,
is het hier ook schoon, vermits men verhevene en trotsche gezigt krijgt
wanneer men door de bergkloven rijd ofschoon dezelve niet zonder gevaar
zijn dat men niet moge in de afgrond geslingerd wordt zooals het nu
kortelings geleden met de postkoets gebeurde hebbende gelukkig de
postillon de tegenwoordigheid van geest gehad om de paarden los te snijden
en de kar over het walletje, dat langs dien afgrond opgeworpen is, in de
afgrond gevallen was, zijnde de paarden verbrijzeld beneden gekomen.
En nu
geliefde Broeders en Zusters volg mijn raad en wacht totdat ik Uw verder
geschreven heb hoe of het hier met de kleedermakers gesteld is gij weet
zelf hoe of ik naar Uw alle verlangend ben maar het is beter een of twee
maanden langer van elkander verwijderd te zijn, dan dat het Úw later zoude
berouwen. dus gelijk ik hierboven gezegd heb met de volgende Mail weet ik
het Uw stellig te schrijven.
Waarde
broeders en zusters, doe mij het genoegen en beur mijn lieve Vrouw en
kinderen wat op, want ik weet zeer goed wie zij is. daarom heb van de
beginnen af aan een zwaar hoofd gehad om alleen te gaan en haar achter te
laten maar verzeker haar op mijn woord dat ik al die tijd mijn uiterste
best gedaan heb, Broeders en zusters.
Ook Uw
geliefde ouders kus mijne geliefde Vrouw en kinderen eens voor mij en
filisteer Hendrika teffens voor mij, gelijkerwijs ik Uw alle filisteer,
die in dien tijd hun geboortedag moge gevierd hebben.
En nu
Waarde en Innig beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters en
verdere bekenden, de Zegen des Heeren, Vrede en Voorspoed vergezelle Uw
alle ten eeuwige dagen, smeekende ik dagelijks dat het de Heer der
Heerscharen behage moge dat wij spoedig weder hereenigd moge worden. dit
zij zoo. En nu geliefde heb ik alleen Uw opmerkzaam te maken op hetgeen ik
reeds meer geschreven heb, namelijk dat gij niet veel bagage mede breng
dewijl een ossenwagen niet heel veel laden kan en elke wagen zes pond
kost. dus dat dit nog al oploopt. ook zorg voor verfrissing aan boord zoo
als ik Uw in mijn eerste brief uit Kaapstad geschreven heb, en slaa dit
niet in de wind, want het zoude uw berouwen mijn raad niet opgevolgd te
hebben.
En nu Gij
alle geliefde breek ik af met de pen maar niet met het hart hoopende dat
wij elkander spoedig moge wederzien
Hiermede
heb ik het genoegen mij te noemen gelijkerwijs ik vertrouw dat ik genoemd
wordt
Uw
Liefhebbende Broeder
L. Van
Groningen
N.B.
Wanneer gij
uit holland moogt vertrekken schrijf mij dit terstond en neem Uw intrek
bij den Heer Richters op het Boerenplein. Ook waarde en beminde vrouw en
kinderen moet gij voortaan Uw brieven adresseren in een dubbel couvert op
het buitenste couvert of omslag Aan den Heer J. Stein tot Zellendam Kaap
de goede Hoop en op het binnenste, aan den Heer van Groningen tot
Zwellendam komende hij alsdan bepaald teregt gelijk ik ook in de brief aan
mijne beminde vrouw die ik met zelfde mail verzonden heb geschreven heb.
dus in alle gevallen dit bovenstaand adres is goed
En nu
Beminde Ouders, Broeders en Zusters gij ook bekenden Vaartwel, Vaartwel
tot
Wederziens
L.V.G.
|
Wanneer gij schrijft Geliefde Vrouw, wees dan zoo goed om de brief te
Adresseren aan
den Heer L. van Groningen ten huize Van de Heer Johan Smith in de
Loopstreet bij de Buitenstreet te de Kaapstad
|
Zwellendam
den
17de Augustus 1859
Innig en
Teerbeminde Vrouw en Kinderen
Ouders,
Broeders en Zusters en verdere bekend
God den
Heer biddende dat Hij Uw dezes Geliefde en beminde Vrouw en kinderen in
gezondheid doet geworden. Zoo heb ik het genoegen Uw alle te berigten dat
ik Gode zij dank ook nog frisch en gezond ben Gelijk Uw Innig geliefde
Vrouw en kinderen uit mijn voorig schrijven dat 20 Junij vernomen heb ben
ik naar Zwellendam vertrokken, dewijl ík in de Kaapstad niet langer langer
wilde blijven Uithoofde dat er geen fortuin te maken is.
En ik kan
Uw geliefde Vrouw en Kinderren verzekeren dat het hier voor zooveel als ik
Uw thans melden kan veel beter is. Wel is waar heb ik Uw beminde
geschreven, dat ik hier een pond sterling in de week voor kost moet
betalen maar dit is slechts een maand geweest, daar ik nu, dewijl ik dit
schrijf, een kamertje van mijn baas naast de winkel gekregen heeft zoodat
ik nu vrij wonen heb moetende ik mijn kost koken zoodat ik verpligt ben
geweest om mij een ijzeren pot, als ook een koffijtrommeltje en meer
andere zaken te kopen. Zoodat ik mij nu veel behelpen moet maar dan
verteer ik ook niet meer als circa 15 schillings per week. dus dit is
alweer uitgewonnen. al deze zaken zijn hier buitengewoon duur. want ik
moest voor een klein blik koffijketeltje vierentwintig stuivers hollands
betalen de pot kost mij ? schillings Een half pond koffij trommeltje
dertig stuivers hollands en zoo alles naar rato, dus zoodat ik alweder
veel uitgaaf heb gehad, maar dit is niets nu kan ik ook s’avonds
wat werken
en daar ik op stuk werk ook meer verdienen, daarbij vertrouw ik, dat
wanneer ik eenige tijd bij den Heer Stein, Zoo is de naam van de baas,
werk ik waarschijnlijk wel eenig voorschot denk te krijgen. dus geliefde
vrouw en kinderen houdt maar goede moed en vertrouw op den heer. Ik
wenschte wel dat gij al bij mij was, want het zal er nu naar aantoewezen
in Europa doordien ik de couranten gelezen heb en daaruit vernomen heb dat
de oorlog tusschen Oostenrijk tegen Frankrijk en Italië is uitgebroken,
zoodat het daar niet beter van wordt, maar wel slechter. Ook kan ik wel
nagaan hoe of Uw teerbeminde Vrouw en kinderen Uw in alles zal moeten
behelpen daar denk ik dag en nacht over na, zoodat ik Uw Innig geliefde
ook zoo spoedig mogelijk het papier overgezonden heb als mij slechts
mogelijk was te meer daar Uw geliefde mij schreef dat als gij het papier
maar had dan was gij spoedig bij mij. Hoe dit is mij onbegrijpelijk zoodat
ik wel wenschte dat Uw Geliefde dit mij schreef. In alle geval raad ik Uw
Teerbeminde vrouw en Kinderen, alsook Uw Waarde Broeders en Zusters die
mogten overkomen aan al Uw huisraad te verkopen, uitgenomen
keukengereedschap zooals potten, pannen, borden, kroezen om uit te
drinken, hetgeen ik Uw geliefde aanraad om dit alles van ijzerblik te
koopen daar men geen aardewerk niet schik op de ossenwagen kan heel houden
alsook uw beddegoed want dit kan men hier bijna niet gevuld krijgen.
Zoodat ik nu al een jaar lang op de leege peluw en daar bovenop die
katoenen deken gelegen heb, dekkende ik mij toe met die wollen deken
hetgeen zeer goed gaat dewijl het hier in de winter nooit zoo koud is als
bij ons, doch toch raad ik Uw aan om voor wat warme kleederen voor uw en
de kinderen te zorgen dewijl het s’nachts koud is men wanneer men met de
ossenwagen reist veelal op de bloote grond moet slapen. Zoodat Innig
Geliefde Vrouw en Kinderen Uw hierop bedacht moet wezen.
Zoodat Uw Geliefde mij bepaald schrijft alsgij in de
Kaapstad moogt zijn aangekomen en
zoodat ik
dan zoo spoedig mogelijk, het zij per post of te paard naar uw toekom, dus
wees zoo goed teerbeminde Vrouw om mij te schrijven op welke grond of gij
dit gemeend heb ???? schrijven van als ik het papier maar had dan was ik
spoedig bij Uw. God den Heer geve dat dit spoedig moge gebeuren want dit
leven, dit begint mij tegen te staan hetgeen Uw
Teerbeminde Vrouw en Kinderen wel denken kunt. Maar houd goede moed, want
hier
heb ik een fiks uitzig, wel niet als baas maar als
een royale
knecht dus wees
goedmoeds en vertrouw op Hem die boven ons
woont en die alles hoort en ziet en alles bestiert naar zijn welbehagen.
Zorg vooral voor Uw geliefde als ook voor de lieve kinderen voor schoene
want die zijn hier peperduur. ook Zoude ik Uw geliefde en Teerbeminde
aanraden om mede te brengen een koffijmolen en een pepermolen dewijl de
gemale koffij hier 18 stuiver het pond kost en bitter slegt is. en de
peper koopt men hier als heele korrels. breng vooral wat tuinzaden van
alles mede dewijl men hier geen groente kan bekomen of men moet ze zelf
verbouwen. Vandaar dan ook dat hier bij elk huisje een stuk grond is,
waardoor dit dorp een schoon aanzigt heeft. Ook heb ik het genoegen Uw
geliefde te berigten dat ik Uw brief data 30 Mei ontvangen heb waaruit ik
verneem dat Uw Teerbeminde Vrouw en Kinderen het pakket ontvangen heeft
doch met leedwezen daaruit Uw geliefd schrijven vernomen heb dat er geen
kinderen onder begrepen zijn hetgeen ik mij niet kan begrijpen, daar mij
de Magistraat hetzelf gezegd heeft toen ik nog in de Kaap was.
Wat dien
brief van mijn waarde broeder Gilles aan betreft, deze behelst niets
anders als dat ik het pakket aan Uw geliefde verzonden had. Zoodat hij
daar geen moeite meer voor behoeft te doen. Wat verder de verandering van
plaats aanbetreft teffens heb ik het innig genoegen dierbare en liefheb
bende Vrouw en Kinderen Uw nogmaals met uw geboortedag, alsmede met de
geboortedag van onze lieve Hendrika te Fillisteeren. Hoopende dat het God
de Heer behage moge dat het voor de laatste keer moge zijn, dat wij
elkander in Letters onze gedachten en Fillisitaties moeten uitdrukkken. Ja
dat het Hem die boven ons woont en alles hoort en ziet, die onze geheimste
gedachten kent, dus die ook weet hoe innerlijk of ik Uw geliefde Vrouw en
Kinderen bemin, hoe vuuriglijk of ik naar Uw verlang. Zoodat ik dan ook
ten volle op Hem bouw en vertrouw dat die dag, die lang gewenste dag
spoedig moge aanbreken. Hierin berustende en Uw een hartelijk Vaarwel
toeroepende, alsmede een goede reis toewenschende. Zoo noem ik mij met
Liefde en Achting Gelijk ik wensch dat gij met Liefde en Achting mij moge
gedenken Vertrouwende dat gij bij deze mijn welmeenende kus ontvangt,
kusschende teffens onze lieve kinderen eens voor mij. druk mijne teffens
en ook Uwe geliefde Ouders, Broeders en Zusters eens de hand en kus ze
voor mij.
Hun alle
wenschende heil en zegen en voorspoed hier en de Eeuwige Zaligheid
hiernamaals
Dit Voor Uw
Teerbeminde Vrouw en Kinderen alsmede Ouders, Broeders, Zusters enz
hartelijk wenschende
Zoo noem ik
mij Uw teerbemind Echtgenoot Vader L. Van Gro.
|
Aanhangsel
bij brief d.d. 17 augustus 1859
NB
Nogmaals
hartelijk Geliefde en teerbeminde vrouw en kinderen noem ik mij met Achting
en Liefde Uw teerbeminde Echtgenoot en Vader
L. Van Groningen
N.B:
N.B: Innig geliefde Vrouw en kinderen op heden
Zaterdag ochtend den 4 Juni ben ik vertrokken met een ossenwagen naar Zwellendam bij den Heer Stein zullende ik
geliefde met de volgende Mail schrijven. Wat het pakje cigaren en Tabak
aanbetreft daar is niets van teregt gekomen hetgeen mij zeer spijt omdat het
van mijne lieve kinderen kwam Uw moet mij niet kwalijk nemen dat ik
dit laatst met potlood schrijf daar de wagen op mij staat te wachten. En nu
vaarwel geliefde Vrouw en Kinderen. Wij zien elkander nu spoedig weder dit
weet ik zeker Uw geliefde in gedachte kusschende zoo noem ik mij Uw
liefhebbende Echtgenoot en Vader
L. Van Groningen
Swellendam den
20ste
October 1859
Innig Geliefde en Teer beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en
Zusters. Enz
Hartelijk wenschende dat het de Almagtige
God behage moge dat Hij uw
dezes in gezondheid doet geworden Zoo heb ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen
en verdere Bloedverwanten te berigten dat ik
op heden ook nog al welvarend ben, hebbende ik een week of twee niet
kompleet kunnen werken Uithoofde ik mij met de bijl in mijn linker
wijsvinger
gehakt
heeft, en wel Zoodanig, dat het been af was. Zoodat
ik beducht was dezelfe te verliezen. hierbij
kwam de Koorts. waarschijnlijk van de pijn die ik leed. Zoodat
dit mij veel achter uitgezet heeft. doch nu
geliefde en beminde Vrouw en Kinderen is het reeds zoover beter dat ik ten
minste weder werken kan. Wel niet zoo als gewoonlijk maar dat zal hoop ik
wel komen. Ook moet ik Uw hartelijk beminde Vrouw en Kinderen en verdere
bloedverwanten bij deze mijn leedwezen en
verwondering te kennen geven, dat ik
sinds Julij nog geen tijding van Uw Innigbeminde
Vrouw en Kinderen ontvangen heeft. als zijnde Uws
geliefde brief, dato 30 Mei de laatste die ik van Uw dierbare Echtgenoote
en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters ontvangen heeft.
Kunnende
ik mij dit langdurig stilzwijgen niet
begrijpen. Is er teerbeminde iets gebeurd, zoo schrijf het mij gerust,
dewijl ik ten eerste reeds op alles voorbereidt
ben. Volgens Uw laaste
schrijven en ten tweede omdat ik reeds aan alles gewoon ben, Zoodat
gij Innig geliefde mij niets moet verheelen op
dat ik hiernaar mijne maatregelen kan nemen. Ik weet Zeer goed, harte lijk
beminde Vrouw en Kinderen dat het er bij Uw Zeer Schraal zal langs gaan
maar God hierboven weet het dat ik tot heden nog niet in staat ben om Uw
hartelijk geliefde eenige onderstand te zenden
dewijl de Heer Stein
bij wien ik thans werk zoo als ik Uw geliefde
geschreven heb, op dit oogenblik zeer schaars
van geld is, zoodat hij mij op dit oogenblik
nog aan het voorschot Zoo als ik Uw geliefde en Teerbeminde Vrouw en
Kinderen niet kan helpen maar houdt goede Moed want ik weet zeker, dat het
Uw Teerbeminde in de Maand Januarij of op zijn
hoogst Februarij zal geworden. zullende
ik Uw alsdan een wissel zenden op de naam van den Heer Fruiter
Zijnde onze Hollandsche Consul aan de Kaap of
op naam van den Heer Daneel zijnde een Zeer
geacht koopman maar zoo het beter ware, dat ik Uw Engelsch
bankpapier zoud geven Uw konde
dat in Amsterdam gewisseld krijgen, wees dan zoo goed, innig geliefde, dit
mij zoo spoedig mogelijk te doen weten opdat ik hiernaar handelen kan,
dewijl Goud of Zilver te moeijelik is om het
over te zenden.
Wat
het verdere nieuws aanbetreft heb ik Uw bitter weinig te schrijven vermits
men hier niet veel hoort te meer dewijl ik voor mij nooit uit gaan, zoodat
ik God den Heer Zaliger danken
als gij geliefde Vrouw en de Kinderen bij mij zal zijn.
Want
nu heb ik een ?????
leven
dewijl ik niets anders doe als eeten, druk
werken en slapen en dat is Zoo de eene week in
de andere week uit. Dus kunt Uw geliefde zeer
goed begrijpen dat mij dit hart begint te vervelen Ook heb ik het genoegen
Uw bij deze te verwittigen dat ik gehoord heb
dat het Schip de Estafette Kaptein Rietveld
weder in September uitgezeild is naar de Kaap God geve dat gij innig
geliefde op het zelve was, want alsdan wist ik nu reeds de tijd wanneer ik
Uw Teerbeminde Vrouw en Kinderen bij mij had. als ook heb ik vernomen dat
de Vrede in Europa geteekend is, het geen zeer
gelukkig is, daar het er toch buiten oorlog evenwel al naar is.
En
nu Geliefde en hartelijk beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en
Zusters, zoo heb ik bij deze de Eer en het
genoegen Uw alle een hartelijk vaar wel toe te roepen. God den Heer
Biddende dat Hij Uw alle geliefden in Zijn
heilige Bescherming moge nemen. Wenschende
hartelijk dat gij elkander hierop deze aard nog
eens moge weder zien of, zoo het zijn wijs raadsbesluit moge zijn, dat dit
niet zoo is dan wensch ik laats dat wij
Elkander aan gene Zijde des grafs moge
ontmoeten.
En
nu beminde Vrouw en Kinderen Uw in mijne
eenzaamheid bij deze hartelijk in gedachte kusschende
Zoo
heb ik de Eeer het genoegen de Blijdschap mij
te noemen
Uw
Liefhebbend Echtgenoot en Vader
L
Van Groningen
N.B. geliefde Vrouw doe vooral de complimenten
aan
Ouders, Broeders en zusters en verdere bekenden.
Zwellendam
den
18de December 1859
Innig Geliefde en Teerbeminde Vrouw
en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters, en Verdere bloedverwanten
Hoopende
en God den Heer biddende dat het Zijn Welbehage moge wezen, dat Uw dezes
Innig geliefde in gezondheid moogt ontvangen.
Wat
mij aanbetreft ik ben God Zij gedankt gezond. Zooals Uw Waarde en Innige
Geliefde gezellin des levens vernemen zult uit de bijgaande letters alsdan
kunt Uw Innig geliefde daar uit zien dat ik met deze te laat aan het
postkantoor ben gekomen vermits de Mailsteamer al vertrokken was. dit moet
gij mij Geliefde niet ten kwaade duiden dat hetzelfe uit achteloosheid is
maar de reden is dat de brieven hier zoo ongeregeld aankomen
En
nu Waarde en Geliefde Vrouw en Kinderen moet ik Uw vermelden hoe groot,
gelijk gij wel denken kunt mijne Vreugde was, bij het ontvangen van den
Eerste brief geschreven door mijn innig geliefde en Teerbeminde Dochter mijn
geliefde Hendrika. Wat haar schrift aanbetreft dit gaat vrij wel, dewijl ik
de geheele brief, tot mijne Vreugde kon lezen en dezelve verstaan. Zoodat Uw
geliefde Vrouw ligt kan begrijpen welk een genoegen dit voor mij was.
Maar
..., dat genoegen wierd bitter vergald door het vernemen uit deze geliefde
brief dat Uw Innig geliefde en Teerbeminde door eene hartkwaal zijt
aangetast. ik weet zeer goed waar
die uit ontstaat al had mijne geliefde Hendrika hetzelfe niet geschreven Maar
mijn geliefde en Teerbeminde Vrouw, mijn Engel, gij moet niet Zoo treuren,
dat wij nu van Elkander gescheiden zijn het is Voor de langste tijd geweest.
Want Wanneer de Baas vermoeilijk den Heer Stein, mij het geld niet geeft in
voorschot, dan Ja dan, kom ik
met de eerste gelegenheid Zoodra mogelijk naar Uw beminde Vrouw en kinderen
toe, hetwelk ik Uw
met de Volgende Mail Zal bekend maken, of ik naar Uw toe kom of ik zal
teffens Uw het geld Sturen dus geliefde heb slechts geduld. En denk dat het
des Heeren Wil is, in dewelke wij alle moeten berusten, denk ook teffens dat
Uw niet alleen op de Wereld is, maar dat Hetgeen God de Heer verhoede moge,
dat de kwaal door dewelke Uw teerbeminde vrouw zijt aangetast van geen
ernstige gevolgen moge zijn, dus Zoo als ik zeg denk om de lieve Kinderen en
ook om mij. dus mijn Engel de langst tijd zijn wij gescheiden geweest.
Wat
het stukwerk aanbetreft waarover mijne Geliefde dochter schrijft, dit is de
wagemakerij waarmeede men meer verdienen kan als met het huistimmeren En
geliefde ben ik verpligt om dewijl de Post vroeger is aangekomen als
gewoonlijk af te breken met de pen maar niet, God den Heer zij mijn getuige,
met het hart En
nu Waarde en Geliefde houdt moed, Want Wij Zien Elkander Spoedig Weder Dus
nogmaals hartelijk Uw en de lieve Kinderen in gedachten gekust te hebben
gelijk ik de Vlek gekust heb waarover de lieve Hendrika mij verschoning
verzocht oh Vrouw Vrouw, Uw geliefde lijd, dit weet ik zeer wel, maar gij
weet niet wat ik uitstaa. Enfin het is des
Heeren hand dewelke wij niettegenstaande hij ons kastijd moeten kusschen En
nu Innig geliefde Vrouw en kinderen, Ouders Broeders en Zusters, roep ik Uw
alle een hartelijke en welmenende Wensch toe bij dit nieuw begonnen Jaar,
hoopende dat hetzelve voorspoediger
en gelukkiger moge zijn dan het voorgaande
En
nu geliefde Vrouw en Kinderen Uw nogmaals bij deze gekust te hebben. Zoo heb
ik het genoegen mij te noemen
Uw Liefhebbende
Echtgenoot en
Vader
L. Van Groningen
|
1858 |
1860
|