| |
Brieven van Lambert van
Groningen uit Zuid Afrika
laatste wijziging maandag 29 oktober 2018
Lambert van Groningen,
de overgrootvader van
mijn nicht Loes Arentsen - van Groningen,
is in 1858 timmerman
te Amsterdam. Hij is een zoon van Philippus van
Groningen
(1794-1851)
en Alida Margaretha Liera, die in 1835
(tot na februari 1844) koornmolenaar was op de molen "De Hond", gelegen aan de
Schans bij de Muiderpoort.
Hier is een tekening uit 1765 te zien waarop de Schans én de molen 'De
Hond' zijn afgebeeld.
In 1662 werd korenmolen ‘De Drie Prinsen’, later ‘De Hond’,
gebouwd. Deze brandde door blikseminslag af op 10 augustus 1843 en werd in
1845-1846 herbouwd. In 1863 is de molen gesloopt.
Lambert heeft vanwege de grote werkloosheid in Amsterdam besloten om,
op 36-jarige leeftijd, naar Zuid Afrika
te gaan om te proberen daar een nieuw bestaan op te bouwen. Zijn vrouw
Maria Josina Stas en hun twee
kinderen, Rieka van 9 en Philip van 7, blijven in
Amsterdam achter om hem te volgen zodra hij voldoende inkomen heeft. Op
20 april 1858 vertrekt hij uit Amsterdam.
De brieven die hij
tijdens zijn 77-dagen durende reis en gedurende zijn verblijf in Zuid
Afrika aan zijn vrouw
schreef zijn in deze en volgende pagina's opgenomen
(Han Arentsen, de man van nicht Loes, heeft
de transcriptie van de brieven verzorgd). Ze geven een
inzicht in de moeilijke omstandigheden waarin deze diep gelovige man
terecht kwam. Hij overleeft zijn zoektocht naar een betere toekomst voor
zijn gezin helaas niet en overlijdt, ruim drie jaar na zijn vertrek uit
Amsterdam, in 1861
in Swellendam, Zuid Afrika.
Onderstaand
document behoort tot de huwelijksbijlagen bij het huwelijk van zijn
dochter Hendrika Charlotta van Groningen
(in de brieven wordt zij Rieka genoemd) in 1870.
Omdat Lambert zich niet heeft gemeld (kan melden) om toestemming te
verlenen tot dat huwelijk, wordt door de rechtbank een akte opgesteld
waarin zijn afwezigheid verklaard wordt.
Nieuwe
diep den 20ste April 1858
Geliefde
Vrouw
Hartelijk
wenschende dat U dezes in gezondheid moogt ontvangen. Zoo is dezes
dienende om Uberigten, dat ik met genoegen U brief ontvangen heb precies
nadat ik alhier gearriveerd was daar wij, gelijk U weet Vrijdag aan
boord moesten zijn, hebben wij Zaterdag middag om 4 uur verhaald buiten
de Willemssluis en zijn Zondag Ochtend ten 7 uur voor de lijn gegaan,
wordende getrokken door 11 paarden naar Purmerend doorgehaald zijnde
arriveerde wij ten 4 uur te Alkmaar waar het juist kermis was zo als ik
hoorde. wij dachten hier te blijven liggen in deze oude Vaderlandsche
Stad nog eens voor het laast te door wandelen, maar de Kapitein begreep
het anders zoo dat wij doorgingen tot s’avonds 9 Uur. s’Maandags weder
ten 4 uur voor de lijn gegaan zijnde, arriveerde wij ten 6 uur op deze
onze tegenwoordige ligplaats van waar wij zoo de wind ons gunstig
blijft, aanstaande donderdag, Zoo God wil ,in Zee zullen gaan. Wat de
levensmanier aanbetreft bevalt mij uitmuntend daar wij brood, alhoewel
tot nog toe roggenbrood dat zeer goed is. Verder krijgen wij dagelijks 3
ons spek en vleesch zoo veel als wij maar op kunnen en dan houd men nog
over voor s’avonds. de eerste dag Zaterdag ontvingen roode kool met
aardappelen, Zondag rijstesoep en aardappelen met vleesch en saus toe,
Maandag ertensoep met spek alles overheerlijk boter smeer je hier op je
brood zoo dik als je sneedtje brood zelf en dan ken men dezelve nog niet
op omdat wij nog geen gort krijgen doordien de boel nog niet geregeld
is. ook krijgen wij leidsche kaas zoowat 1 keer in de veertien dagen.
Dag dit genoeg, daar ik tog altijd spek of vleesch bij heb daar ik, al
eet ik ‘s middag nog zoo veel, niet op ken. wat de Vriendschap
aanbetreft die is patent. wij zijn met ons Achten aan een tafel alle
vrijgezellen zijnde nog een timmerman twee schilders een zadelmaker een
jong mensch voor de handel en ik en nog twee jongen die voor
Winkelknecht er naar toe gaan alle naar de Kaapstad Zeer aardige
menschen. Wij zijn de eerste dag voort overeengekomen om elkander bij de
naam te noemen daar het Mijnheer spelen ons voort verveelde dewijl wij
elkander verstonden dat dit tog geen titel voor kaapsche Ambagstlieden
is Zoodat wij een vrolijk leven op Zee zullen hebben daar de Kapitein
stuurlui en verdere equipage alle beste menschen zijn. de kapitein heeft
voor mij mijn geld tegen Engelse geld opgewisseld daar ik aldan op de
10 ?? Gulden nog 3 stuiver opverdien.
En zeer
Geliefde Vrouw en kinderen Ouders, Broeders en Zusters houd u
maar goed. Zoo als ik het doe dan zal alles wel gaan daar ik zeeker ben
aan de kaap werk te zullen krijgen.
Vergeet
vooral niet uwe brieven, wanneer gij mij aan de kaap schrijft te
frankeren daar zij ongefrankeerd niet verzonden worden En nu dierbare
Vrouw en familie houd u goed ik wensch u alle hiermede een hartelijk
Vaarwel leef alle gezond en gelukkig in vrede met elkander in de hoop
van elkander aan de kaap weder te zien Waarde Vrouw kus de kinderen eens
voor mij en vermaan hen goed te leren als ik tijd heb schrijf ik u nog
een brief uit zee wanneer ik hem met de loods kan meegeven anders niet
??????? Vaarwel, Vaarwel.
Hiermede
blijf ik met liefde en Achting
Uw
liefhebbende Echtgenoot
L Van Groningen
NB
Vergeet
niet uw groeten aan Mijnheer en Mejufvrouw Fruitier te doen en de
Procuratie te laten registreeren en die papieren van Jans te halen daar
wij misschien dezelve nog nodig hebben
U alle Vaarwel! Vaarwel
|
Deze
brief is voorzien van een stempel Den Helder 20 4
1858
Nieuwe Diep
den
22ste April 1858
Uit zee
Geliefde
Vrouw
Hartelijk
wenschende dat u en de famielle dezes in gezondheid moogt ontvangen. Zoo
is dezes dienende om U te berigten dat wij heden ochtend ten half acht
uur in zee ben gegaan gesleept wordende door de Stoomboot Amsterdam, met
een labber koeltje wenschende u en de geheele famielle een goede
gezondheid. U en alle een hartelijk en laast Vaarwel toe te roepen
hoopende dat wij allen in gezondheid mogen wederzien kus de Kinderen en
alle Zusters voor mij schud Vader en alle broeders voor mij de hand
terwijl ik dit schrijf begint de deining der Zee zoo dat wij al tamelijk
op en neer hobbelen de Zee bevat een waarlijk verrukkelik gezigt op het
??????? hier van Bruinvissen die gedurig boven komen even als
Jongen die duikelen en geliefde Vrouw en kinderen Ouders, Broeders en
Zusters, ik wensch u bij deze een hartelijk vaarwel en langdurige
gezondheid.
Blijven ik
u liefhebbende echtgenoot
L. van
Groningen
Vaarwel,
Vaarwel. |
Uitzicht op Simonsbaai en Kaapstad.
Kaapstad
den
15de julij 1858
Zeer
Geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters
Hartelijk
wenschende dat het de Almagtige behagen moge Uw alle onder zijne
genadige bescherming te nemen en U deze in gezondheid te doen ontvangen.
Zoo heb ik het genoegen Uw te berigten dat wij behouden zijn aangekomen.
Zoo als gij uit mijn laatste schrijven vernomen zal hebben Zijn wij den
22e April in Zee gegaan onder zeer mooi weder weer stevige z.o. koelte
die ons reeds den volgende avond in ‘t kanaal bragt den derden dag
zaterdag 24e kregen wij een zeer harde
bries en hooge Zee die het schip begon te slingeren zoodat wij alle
zeeziek wierden. Uitgenomen de kinderen die van geen zeeziekte weten.
dit duurde tot Maandag en kregen als toen zeer schoon weder Zeilende in
de Spaansche zee hebbende volgende dag 28 schepen in ‘t gezigt. Maandag
den 3e Mei kregen wij de Z.O. passaat met schoon weder.Woensdag 19de
mei praaide wij een Engelsch en een Fransch schip zijnde het smoor heet
dewijl wij de linie naderen. Zondag 1ste Pinksterdag hadden
wij hevige regen met weinig wind zoodat wij genoodzaakt waren om beneden
te blijven dit duurde tot de 3e junij hebbende een brik in
gezigt nader bijgekomen zijnde praaide wij en gij kunt ligt mijne
gevoelens begrijpen toen ik hoorde en ook later zag, dat het de Brik de
Dolfijn Kaptein randlig was, waarop W vanZuilen Stuurman op is. Ik heb
hem op het Achterdek zien staan doch konde elkander niet beroepen dus
weet ik niet of hij mij gezien heeft. De kapitein en stuurlieden wuifden
met hunne hoeden tot vaarwel en tegen den avond waren wij hem uit gezigt.
Verders ging alles naar wensch tot 23 Junij Als toen kregen wij een
hevige storm het schip slingerde zoo geweldig dat niets op zijn plaats
bleef maar alles door elkander tolde daarbij een zee ter hoogte van 60
a 70 voet gij kunt uw geen denkbeeld maken van zulk een gezigt.
Dit
duurde tot den volgende dag, als toen moesten wij bijleggen dat is met 3
kleine Zeiltjes op Gods genade met de Golven meedrijven dit duurde 2
dagen en kregen toen schoon weder hetgeen ons den gehelen verdere ten
deel viel totdat wij behouden den 7 julij de Simonsbaai binnenliepen.
Hiermede gebeurde een ongeluk naamelijk een loods aan boord gekregen
hebbende en de roeijers van de boot een kruik jenever gekregen hebbende
wilde een van de roeijers opstaan en had ongeluk van overboord te slaan
in een oogenblik was hij met de stroom weggedreven doch hem nageroeid
gevende wilde men hem grijpen, doch op het zelfden oogenblik pakte hem
een haai die hier zeer veel zijn en verdween met hem in de diepte zoodat
wij hem niet meer zagen.
Tegen 8
Uur ‘s avonds van den 7de lieten wij het anker vallen en wij
wenschten elkander met onze behouden aankomst geluk hebbende als toen
presies 77 dagen reis waarvan wij in 71 dagen niets anders dan lugt en
water gezien hebben. Gij kunt dus ligt begrijpen met welk een genoegen
wij dit aanschouden te meer daar hier niet tegenstaande het midde in de
winter is alles even groen en heerlijk uitziet. Zelfs de sinaasappelen
aan de boomen welke men hier koopt zoo groot als een vuist, voor twee
centen hollands. Wij reisden twee dagen later naar de Kaapstad af dat
hier 6 uur vandaan ligt en wierden door eenige Heeren te paarde
afgehaald en verwelkomd., die ons zeer hartelijk de hand schudden en ons
in de stad op verversching onthaalde en ons verzekerde dat wij alle voor
zeker naar wensch zouden slagen Waarin wij danook niet te lang gesteld
wierden vermits ik reeds twee dagen daarna bij drie bazen aan het werk
konde gaan doch gelijk gij wel denken kunt, gaf ik de voorkeur aan die
waarbij de Heer Bartheze is zoodat wij nu op een winkel werken tegen 5
schilling of 3 gulden
Daags Van s’ochtends 7 tot s’avonds 5 uur Ook heb ik hier een
kosthuis gevonden hier moet ik alle weken negen guldens verteren om
reden dat alles sinds dien Engels indiesche oorlog zoo duur geworden
is anders was het veel goedkoper doch dit zal wel spoedig beteren
zoodat ik naar wensch geslaagd ben.
Allerinniglijk
wenschte ik nu maar Geliefde Vrouw en kinderen dat ik u bij mij had. Ik
heb teffens
het genoegen om U met de geboortedag van Hendrika te filisiteren kus
haar en Philip eens voor mij, biddende dat het God den Heer behagen
moge, dat ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen
zelfs zoo spoedig mogelijk
persoonlijk doen kan.
Groet ook
Vader, Moeder, Broeders en Zusters, Vrienden enz. En verzeker hun van
mijne hoogachting, hoopende hun zoo spoedig als ik het wel wenschte in
dit heerlijk land te zien. Zij kunnen alle gerustelijk overkomen,
vermits het voor alle vakken hier zeer goed is, uitgezonderd voor Kantoorklerken en Schoolmeesters daar deugt het in de Kaapstad niet
voor. Alle andere kunnen altijd zoo veel verdienen dat zij al zijn zij
bezwaard met een huishouden
minstens
tweemaal daags Vlees kunnen eeten en wel hun genoegen, daar men hier
aardappen met groente toe eet slechts.
Thans
Geliefde Vrouw en Kinderen en verdere bloedverwanten zal ik overgaan tot
het beschrijven van de scheepskost en de gesteldheid van de Kaapstad. Ik
moet kort zijn dewijl de brief anders te groot zoude worden en ik U ook
nog niet veel hier van zeggen kan, dit zal ik voor een volgend bewaren.
Wij
kregen 2 Maal in de week soep, 2 Maal Erten, 2 Maal boonen en eens
aardappelen met stokvisch. Hierbij kregen wij om de anderen dag Vleesch
of Spek, dat te zout is gelijk gij wel denken
dan kregen wij volop boter, en ook een weinig leidsche kaas Ik
hoopte wel waarde Vrouw, dat gij het met deze of genen Persoon konde
schikken die hier ook naar toe komt dat deze Uw zoolang het geld
voorschot kunnende gewist verzekerd zijn van soliede terugbetaling des
te eerder waaren wij bijeen. Wat den Heer Meerendonk aanbetreft hij kan
gerust hier naa toekomen daar ik wel denk dat hij in de
Breuksteen zo als hier het
algemeen gebruik is Metselen kan hij kan zich hier vestigen als baas en
is verzekerd ruim zijn bestaan te vinden. Wanneer gij deze ontvangt,
Dierbare Vrouw en Kinderen, verders Broeders en Zusters, wees dan zoo
goed om mij een lettertje te zenden daar ik, gelijk gij wel denken kan
hartelijk naar verlang gij moet dezelve laten frankeren denk ik. Dit
kunt gij op het Postkantoor hooren, anders blijven zij liggen.
En nu
Waarde Vrouw zal ik Uw een goede raad geven die gij niet in de wind moet
slaan dewijl dit u anders bitter berouwen zoudt, wanneer gij eenmaal de
reis aanvaard vergeet dan niet wat Haring, Augurkjes Bessensap Rabarber
en de mede te nemen dewijl dit uitmuntende Zaken op Zee zijn Zoowel
tegen de ZeeZiekte als andere ongesteldheden.
Geloof
mij, slaa mijn raad niet in de wind. Ik heb het thans bij ondervinding.
Ook zoudt Uw stelling aanraden om wat witte Scheepsbeschuit mede te
nemen voor Uw en de Kinderen dewijl de andere op den duur oneetbaar is.
Neem wat veel mede voor in gort des ochtends en vraag of gij koffie aan
boord krijgt daar wij niets van dit alles kregen, alleen wat slechte
thee die niet om te drinken was.
Wat de
stad aanbetreft,van deze kan ik alleenigljk zeggen dat zij mij bijzonder
meevalt daar men hier zeer schoone kerken en enkele gebouwen aantreft
niets is er in Amsterdam te koop of men kan het hier ook krijgen. Van
het Geringste tot het Grootste, het een duurder het andere weer
goedkooper dan bij ons. Bijvoorbeeld Laken is hier peperduur en toch
ziet men het algemeen dragen daar de andere Stoffen niet duurder zijn
als bij ons, doch de Laarzen en Schoenen kosten hier veel geld. Laarzen
van 12 tot 18 Gulden Schoenen van 8 tot 10 gulden De straaten zijn
hier niet geplaveid, zoodat men met droog weer in ‘t stof gehuld is,
dewijl men het andere oogenblik wanneer er wat regen gevallen is, tot
over de Enkels in de modder zakt.
En nu
Zeer Geliefde Vrouw en Kinderen enz. moet ik Uw berigten dat het reizen
hier duur is daar van de Simonstad naar de Kaapstad zijnde een afstand
van 6 ½ Uur met inbegrip van Tollengeld, Logies in ‘t Logement, mijn
bagage op een wagen met acht paarden in
? dagen
tijd
3 pond 10 Schilling kwijt was, dat wil zeggen f 42 holland
Zoodat het dan ook goed is dat men hier voor slaagt.
Niet
tegenstaande dit alles, eet de minste ambachtsman hier stellig 2 maal
daags vleesch zoodat het mijn inziens alhoewel men hier hard werken moet
nog al om uit te houden is, daarbij een buitengewoon gezond klimaat,
zoodat men zelden ziek is. De naamen der straaten zijn hier net als bij
ons, zooals de Kerkstraat, de Oranjestraat enz. Men behoeft geen enkel
woord Engelsch te kunnen spreken de wijl er van dertig duizend inwoners
weinigen zijn die geen hollands kunnen spreken, maar hun hollandsch
gelijkt veel naar dat, zooals de Franschen het spreken. Zeer rad.
Verder is het niet zoo Orthodox als men bij ons wel denkt daar
??????? ???????? ?????? ????????
Voor
overige evenwel moet men zich in acht nemen dat men ingetogen leeft.
Des Zondags is het hier stil, niets is te koop, geen winkel is open hoe
genaamd ook, zoodat men zich des ochtends ter kerke begeeft, vervolgens
naar huis om te eten en vervolgens in de heerlijke omstreken van de Stad
eene wandeling doet. Dit duurt tot s’avonds 7 ½ Uur wanneer men nog een
weinige praat, en dan naar bed dewijl alles om 9 Uur gesloten is.
En nu
Geliefde Waarde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, Vrienden
enz ik breek hier af met de pen maar niet met hart hoopende Geliefde
Vrouw en Kinderen dat het Gods Almatigen wijs raadsbesluit moge
zijn dat hij uw spoedig die paar duizend uurtjes die ons thans van
Elkander scheidt tot niets mag doen geworden en spoedig de dag
aanbreken doedt dat ik mij aan Uwe en der kinderen borst mag werpen. Dat
het zijn Genadige goedheid ook behagen moge om Uw waarde Ouders,
Broeders, Zusters, Vriend Meerendonk en Echtgen. Als ook Uw waarde
vriend Fruitier en Echtgenoot hier in ‘t Zuidelijk halfrond te
verwelkomen.
Alzoo biddende, hoopende, verlangende,
verwachtende Geliefde vrouw en Kinderen Blijf ik met liefde en achting
Uw Echtgenoot en Vader
Lambert Van
Groningen
|
Kaapstad
den
18de November 1858
Zeer
Geliefde Vrouw en Kinderen,
Ouders,
Broeders, Zusters en verder Bekenden.
Uw
geachte Brief dato 2e September is mij den 20ste
October ter hand gesteld. Geliefde Vrouw en kinderen enz. gij kunt
ligtelijk beseffen met welk een vreugde en innig genoegen ik dezelve
las, daar dit het eerste teken en eerste tijding van Uw was na zoo veel
weken scheidens, te meer Geliefde, daar ik er uit vernam dat Uwlieden,
Gode Zij dank, nog alle door zijne genade en goedertierenheid, gezond
waart. Uitgenomen Geliefde Vrouw, onze lieve Philip die nog altijd aan
die ellendige Koorts sukkelt en Moeder gelijk ik niet anders wachtende
was met dat ongelukkig lot, dat deze goede Vrouw is ten deel geworden.
Doch laat
ons niet morren want hetgeen de mensch Gelooft en denkt dat zijn
ongelijk is, is juist Gods ondoorgrondelijke en voor ons onbegrijpelijke
wijsheid. Mogelijke, tot ons welzijn daargesteld. Want het is beter
waarde Moeder hier, dan hiernamaals te lijden dus wees getroost en
welgemoed altijd voor ogen houdende hoeveel onze Heer Jezus onschuldig
voor ons schuldige geleden heeft.
Wat mij
aanbetreft Geliefde Vrouw en kinderen, ik heb sinds het oogenblik, dat
ik uw en verdere dierbare betrekkingen verlaten heb ook veel geleden heb
met ziekte aan boord was ik nooit regt gezond met storm en nu ik hier
ben, God hierboven weet, hoeveel zuchten of ik naa ons laaste afscheid
op die Steiger bij de Kalkmarkt, al geslaakt heeft. Hem de Alwijze, weet
hoeveel ik er geslaakt heb, sinds ik hier voet aan wal gezet heb.
Maar dit is immers d’Algoede zijn wijze bestiering, dies laat ons niet
morren en ons daardoor bezondigen want wij zijn Zondaars genoeg. Wat het
aangaat thans mijne gezondheid, Dierbaare Echtgenoote die laat niets te
wenschen over, in dit heerlijke Klimaat. Ja heerlijk klimaat zeg ik, dit
is het, wel veel warmer als bij ons maar ook veel gezonder, want op dit
oogenblik, dat ik Uw dit zit te schrijven zweet ik, niettegenstaande dat
ik slechs gekleed ben in een wit Engelsch overhemd over mijn blote lijf,
een dun broekje aan, zonder kousen en een bruine castoren ronde hoed,
met breede rand op het hoofd. Geliefde Vrouw dit is hier de algemeene
drag. Uw heeft mij gevraagt of ik voor hetzelfde geld ook stoppen en
naaijen heeft, wat het stoppen aanbetreft dit gaat hier op zijn Fransch,
Pap?? gij weet wel wat dit zeggen wil, namelijk men draagt ze zoolang
dat er geen heel meer aan is, en dan gooit men ze weg. Zoo is het met
het naaijen insgeslijks. Zij kunnen het wel, maar dit volk is te lui,
zoowel mannen als vrouwen. Men noemt hier elkander nooit anders dan
Mijnheer, of Mejufvrouw, de Vrouw van een Timmermansknecht gaat hier een
Hoed met fouale, een Japon met 4 a 5 laag Strooken, wijde Mouwen, en een
Parasol in de hand dit is algemeen. Een timmermansknecht met een rotting
in de hand, de kinderen noemen de Ouders nooit anders dan Papa of Mama,
zoodat gij hier een aardig figuur zoude maken geliefde Vrouw en Zusters
met uwe Jakjes, stijf gestreken mutsjes enz men keek uw hier met Nek
aan, die Slonzen in het huishouden zijn zij niets waard maar dit ligt in
de reden, want Mobilair bestaat hier weinig. Uw gordijnen kunt gij
gerust verkoopen want dat is hier geen gebruik, wegens de warmte, verder
heeft men niets anders als een tafel, eenige stoelen en een linnenkastje
Van nul en gener waarde maar dit is hier ontzaggelijk duur het eenigste
waar men mee pronkt is het bed. dit is dan ook van een jong paar
bezienswaardig om reden dat dit hier ook zeer duur is. ik zoude uw
aanraden om een paar ijzeren ledikanten mede te brengen als gij het doen
kunt. van bedstede weet men hier niet van, die zijn te warm en anders
zullen wij ons wel zoolang op de grond behelpen dat ik er een paar
gemaakt heeft, over de koude zal uw niet klagen heb daar maar geen vrees
voor.
Ook zoude
ik uw raden om niet te veel meubels mede te brengen, bijvoorbeeld als
gij het doen kunt, het kabinet voornamelijk, dit vult een kamer en dan
uw ladetafel, die kleine inschuiftafel en stoelen, een spiegel en die
schilderijtjes. Ziedaar ons Ansemblement. Uw winterkleederen kunt gij
gerust verkoopen even gelijk van de kinderen, maar ik zoude Uw beminde
Vrouw en Kinderen aanraden om voor de zeereis iets ouds te houden,
vermits het op zee dikwes zeer koud kan zijn. Ik zal hier meer van
schrijven in een Brief welke ik aan Gilles geadresseerd heb, welke hij
Uw zeker ook wel zal laten lezen.
Geliefde
Vrouw uit uw geeerden brief heb ik vernoomen dat gij gaarne eenig geld
zoudt willen hebben. Dit kan ik zeer goed nagaan. Ook heb ik vernomen
dat gij bij Vader en Moeder in huis zijt gegaan.dit doet mij een groot
genoegen daar ik nu gerust ben dat gij van dat gespuis en dieventuig
ontslagen bent. Waarover ik altijd heb gedacht. Wat het sturen van
geld aanbetreft zeer Geliefde en beminde Vrouw, dit is, God weet het,
thans mij een onmogelijke Zaak. Niet dat ik geen ruime verdienste heb
gehad maar de reden is deze. Kort nadat gij mijn eerste brief ontvangen
heeft ben ik met den Heer Bartheze en nog een reisgenoot in
Compagnieschap getreden als toen konden wij dadelijk zoo veel werk
krijgen als wij wilden.
Dit ging
vrij goed, maar wat gebeurt er, wij zijn eenige weken aan het werk , en
daar nog overvloed van hebbende begonnen die heeren het in hoofd te
krijgen om naar buiten te gaan, dewijl zij zeer spoedig rijk willen
wezen. Goed kort daarop raken zij dan ook in kennis met een baas uit
Prins Albert, die hier een goed aanbod naar hun zin deed, en zij namen
het aan.
Nu zat ik
met het mes in de buik had Wij contrak geteekend dan hadden zij het mij
niet gelapt, maar wie zou dat denken. Van zoo goede bekende als den Heer
Bartheze was voor mij. Enfin ik kon er natuurlijk niets aan doen. En zoo
was ik verpligt om het werk dat alles uit groot werk was.hetgeen ik niet
alleen doen kon, aan een ander met verlies over te geven, daarbij kwam
op het zelde oogenblik een bankroetje. Want men heeft hier ook schurken
en zoo goed als in Holland en Geliefde Echtgenoot, ik was in eens een
ridder te voet. Geen geld in kas. Schuld die natuurlijk betaald moet
worden en die ik heden nog niet te boven ben. Ziedaar het Saldo van
zooveel weken werkens. Ik zal zoolang baas blijven als mij maar
eenigzins mogelijk is daar als ik het geluk heb een paar knechts te
kunnen krijgen dan ben ik er glad boven op. Zoo niet dan word ik knecht
en ik verdien dan toch altijd. Geliefde Vrouw en kinderen ruimer mijn
brood dan in holland. Ik zeg brood, Geliefde, men eet hier meer Vleesch
dan brood. Ach konde ik Uw Innig Geliefde het mededeelen, wij alle
hadden er genoeg aan. Want men leeft hier onbezorgd. Zoodat als men geen
zuinige Vrouw heeft, men even en dezelfde blijft, maar men geniet dan
ook het vette der aarde even zoo goed als de rijkste. Gelijk uw lezen
zal uit de Brief van Gilles.
Wat den
Heer Meerendonk aanbetreft, het is aan zijde goed dat die er geen zin
heeft, want de Roomsche en de Scholtiaanen daar zijn ze hier gansch niet
opgesteld. Deze noemt men hier kloppers of bijbelverdraaijers. Evenwel
moet men zich danig in acht nemen, dat men zich niet in het een of ander
te buiten gaat, want dan krijgt men geen slag werk meer.
Wanneer
gij geliefde Vrouw en kinderen hier na toe komt wees dan zoo goed en
breng mij als gij het doen kunt mijn zwarte lakensche broek, vest en als
het wezen kan een nieuwe rok mede, ik zal het uw later dubbel vergoeden.
Wanneer
de Heer Hardis hier na toekomt, laat hij dan een goeden vooraad van
tabak en cigaren mede brengen want die is hier vervloekt duur en slecht.
Alsook een paar goede geweren met dubbele loop en een kogelgieter
daarbij. De geweermaker weet wel wat dit is. Ik kan hem gerust
verzekeren dat als hij hier aankomt en mij er kennis van geeft, dat hij
dit een en ander vrij van alle lasten aan wal krijgt, vermits ik daar
zonder twijfel de weg op weet, als doende ik dan aanvraag aan de
Magisstraat. Wees ook zoo goed, om nog eenige Zaagvijlen mede te
brengen, van de Leidschestraat, want zij zijn hier meer dan eens zoo
duur en heb er eens zoo veel nodig omdat men hier veel harder hout moet
verwerken als bij ons zoodat het gereedschap veel spoediger bot is.
Breng ook nog wat van die lange potlooden mede.
Zie dat
gij Geliefde Vrouw van deze of geene hiervoor geholpen wordt, zullende
ik op mijn woord van Eer hem het alles dubbel vergoeden.
Ach
Geliefde, wij hadden voor een jaar of zes met ons Geld hier na toe
moeten gaan dan weet ik zeker dat wij nu binnen waren geweest. Wanneer
ik op dit oogenblik nog geld had, dan weet ik nog zeer veel geld te
verdienen, maar juist dit ontbreekt mij.
En nu
terzake van de f 120-. of zoo als ik nu ziet Zeg van de tien pound want
dit staat gelijk voort na mijn aankomst alhier hoorde ik er ook al van
en toen heb ik er onderzoek na gedaan maar het was mis. Nu gij er mij
over schrijft ben ik naar de Magisstraat geweest en heb er verder naar
geinformeerd. Zoodat ik nu aanvraag voor uw Geliefde Vrouw en kinderen,
als ook voor mijn Waarde Broeders Gilles en Bart Gedaan heb. Wat deze
aanbetreft zij behoeven er op dit oogenblik niet aan te denken vermits
zij met te veel jonge kinderen bezwaard zijn mogelijk dat ik het later
wel gedaan krijg wanneer mijn naam hier meer gevestigd is daar ik
nog al hoop op heb vermits ik nu al zoo veel hout kan op crediet als ik
wil en wel voor onbepaalde tijd. Waren hunne kinderen alle zoo oud of
ten minste de jongste er van als onze liefe Phillip dan deed het
Goevernement het gaarne maar nu worden zij niet onder de Emigranten
gerekend, dus zal ik later hierover schrijven zoodra ik er nog meer van
weet.
Wat Uw
aangaat, Geliefde Vrouw en Kinderen, ik heb bij deze het genoegen Uw te
melden dat ik het voor Uw wel gedaan krijg alsook voor den Heer Harder
omdat die vrijpersoon is. die hebben ze hier het liefst. Zoo als ik Zeg
ik zal het voor Uw wel gedaan krijgen maar men moet hier de verklaring
afleggen dat men in de Engelsche kolonie blijft. dat wil zeggen dat men
niet naar de Oranje Vrijstaat of de Transvaalsche Republiek vertrekt,
want dan behoeft het in ‘t geheel niet. Enfin daar heb ik dan ook geen
oogenblik in geaarzeld Want in de oranje Vrijstaat en de Republiek is
men tegenwoordig zijn leven niet zeker. het wemelt daar van Kaffers, die
alles wegstelen, wat zij maar kunnnen en al verscheidene Boeren arm
gemaakt hebben door het stelen van zijn vee, en het verbranden van huis
en goed. zoodat het daar in ‘t geheel niet frisch is.
Innig
Geliefde Vrouw, gij moet voor de Kinderen geen kouzen mede brengen want
die zijn hier te warm maar van die sokjes zooals gij ze in Amsterdam bij
sommige groote wel gezien heb.
En nu Geliefde doe mijne Complimenten aan den Heer Fruitier en
Echtgenoote, aan den Heer Harder welke, wanneer hij zin heeft om hier
naatoe te komen mij precies zijn naam, Ouderdom en Woonplaats opgeeft.
dan kan ik aanvraag voor hem doen doet ook aan Mejufvrouw Strake,
alsmede aan V????? en verdere bekenden, mijn Complimenten.
Welke ik alle veel Zegen en voorspoed, in dit pas begonnen Jaar wensch.
Gevende dat het God behage Moge hun alle te Zegenen.
Ook Uw Zeer Geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders,
Broeders, Zusters en verdere Bloedverwanten Uw alle Wensch ik uit de
grond van mijn hart en met een opregt gemoed, dat het God den Heer
behage moge Uw alle met de aanvang van dit Nieuwe Jaar, Uw alle Zeg ik,
geliefde onder zijn heilige bescherming moge nemen. Gevende dat Hij, de
Heer der Heerscharen. De Koning aller Koningen. De Vader der Weduwen en
wezen onzer aller God en regter het behage moge dat wij ons geliefde
elkander nog eens op deze aarde wederzien. Dat hij ook geve Geliefde
Echtgenoote en dierbaare kinderen dat ik Uw spoedig aan mijn hart moge
drukken. Hierin berustende en op hem vertrouwende die voor ons gestorven
is wensch ik Uw alle heil en Zegen op deze Aarde en het Eeuwige leven
hiernamaals, Amen.
Wanneer
gij hier natoe moogt komen, vergeet dan De papieren van Tante Jans niet,
vergeet ook niet Procuratie te geven voor die Zaak van Iterson Want daar
moet toch iets van te regt komen. Gij zult wel niet veel geld mede
brengen gelijk ik wel denken kan, maar al is het nog zoo weinig Wissel
het op in Engelsch geld daar men hier Geen hollandsch kan kwijt
wordenGeliefde Vrouw en kinderen. Ik zoude gaarne hebben dat gij als
Vrouw de reis niet alleen deed waarvan het mij groot genoegen zoude doen
als de Heer Harder of een andere goede kennis met Uw mede kwaamt Zoodat
wanneer de Harders er nog toe genegen is gij mij dan met de Eerste Mail
zijn naam enz opgeeft. Het is beter dat gij dan een Maand later hier
komt, als alleen daar gij met het Permit Zes Maanden tijd heeft Zijnde
het later van geener waarde. Teffens moet ik Uw ook melde Geliefden, dat
ik dit oogenblik geen geld kan krijgen van wege de slechte tijd alhier
Veroorzaakt door die Ziekte.
Dus
Geliefden wanneer gij in Amsterdam niet Iemand weet op dit oogenblik die
Uw het bedrag wil leenen Zoo meld het mij dan met de eerste Mail die het
Uw leent kan gerust verzekerd zijn dat hij dit terug krijgt daar gij
zoodra gij aan wal zijt gestapt Voor Uw en de kinderen gezamentlijk Twee
honderd en Veertig Gulden terug krijgt en dat ik dan ook verzekerd ervan
het tekort komende in kas te hebben ??? het te kunnen krijgen dus meld
mij het een of ander Gij kunt ligt begrijpen Geliefde Vrouw en
Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters, dat als ik geld had op dit
oogenblik, dat ik Uw zeker deze brieven gefrankeerd en dat ik Uw aarde
Papa en Broeders een Staaltje van de Wijn gestuurd zou hebben om bij de
aanvang van dit Jaar eens een pleizirige avond te hebben maar dit is nu
niet anders dus op een andere tijd. Gelieve hiermede genoegen te
nemen. Enz
Geliefde
Vrouw ik ben niet in staat om uw het Permit met deze Mail over te zenden
dewijl de Goeverneur het nog niet geteekend heeft en morgen de Mail van
hier vertrekt, zoodat ik heden mijne brieven sluiten moet uit vrees van
te laat te komen op het Kantoor, dewijl zij dan tot de volgende Mail
hier zoude blijven liggen Maar ik zal het Uw met de volgende zenden
Schrijf mij dus als gij kunt per omgaande Mail zoodat Uws brief aldan
uiterlijk den 4de van elke Maand in Engeland moeten zijn daar
kunt gij dan meteen in schrijven of de Heer Harder node komt of niet,
dan kan ik aanvraag voor hem doen.
En nu
geliefde en beminde Vrouw en Kinderen enz. houd maar goede moed want het
wordt god dank al beter met de ziekte en dus ook met werk
Blijvende
ik uw Liefhebbende Echtgenoot en Vader
Lambert Van Groningen |
Kaapstad
den
18e December
1858.
Zeer
Geliefde Vrouw en kinderen,
Ouders,
Broeders en Zusters en Verdere bekenden
Hartelijk
wenschende dat Uw alle dezes in gezondheid
moogt ontvangen. Zoo is deze dienende om uw
op mijn brieven dato 18 November verder in te ligten ten eerste
Geliefde Vrouw moet gij mij verontschuldigen dat ik Uw zoo laat
filisiteer met de geboortedag van onze lieve Phillip alsmede alle die
in die tijd ook dezelve gevierde hebben welke datums ik onmogelijk kan
onthouden hoopende en wenschende dat het de Heer behage moge dat Uw
lieden dezelve
nog
vele jaren vieren mag. gij zult wel kunnen begrijpen Geliefde, dat
nadat gij mijne vorige brieven gelezen heb, dat ik veel zaken aan mijn
hoofd heb. Vermits ik nu maar zien moet hoe
ik er komt doch gelijk gij weet, gij alle Geliefde, laat ik niet
spoedig de moed zakken en ken ik nog al overal tegen, dus treurt niet
en wees goedsmoedig want al moet ik nu op dit oogenblik nog voor mijn
schuld werken zoo ga ik toch niet meer achteruit en hoop Uw over
eenige tijd te ondersteunen daar ik nog altijd baas ben en blijf daar
de vooruitzigten schoon zijn, hebbende ik op dit oogenblik voor
vijfhonderd guldens werk aangenomen. had ik maar wat contant geld, dat
ik geregeld een paar knechts konde betalen dan was ik er glad boven
op, want dan kon ik
nog
veel meer werk krijgen hetwelk ik nu niet kan aanvaarden vermits ik
maar alleen met een Zwarte jongen werk, die twee Schillings in de
week, of ?? stuivers hollands verdient dan
moet ik Vijftien Schillings of Negen Guldens in de Maand voor mijn
werkplaats betalen en gij weet Geliefde een maand is spoedig om en dan
moeten de duiten er maar wezen of bij wanbetaling gaat men Zoo als men
dit hier noemt in de tronk.
En mij
Geliefd Vrouw en kinderen ter Zake van het Permit. Zooals ik Uw
laastlijk geschreven heb Zoo zult gij
daaruit vernomen hebben dat ik hetzelve bij het vertrek van de Mail
nog niet ontvangen had en zoo is het ook. de reden hiervan is deze.
Ik moest nog eens voor de Magistraat om te verklaren Komen, dat ik
hier blijven zoude en in geval dat ik dit deed, Zijne Exzelentie de
Goeverneur een Uitzondering met mij zoude maken en ik alle aanvragen,
die ik slechts deed zoude goedgekeurd worden,
hetwelk ik, gelijk gij denken kunt, zonder aarzelen aannam.
Zoodat mijn Waarde Broeders en Zusters ook op dit zelfde papier dat in
‘t Engelsch geschreven is, kunnen overkomen
zoodat gij alle, wanneer gij hieraan komt, voor ieder groot persoon.
Een honderd en twintig Gulden terug krijgt, en voor ieder Kind of
Kindtje de helft.
Ik heb
dit papier in het hollands laten vertalen
hetwelk ik uw geliefden daarbij overzend
opdat
gij het zoudt kunnen lezen. dit Stuk is goed voor Zes Maanden te
rekenen van de dag van uw vertrek Uit Holland De reden waarvan ik dit
toch door lang aanhouden papier voor ons alle verkregen heb, is
daaraan toe te schrijven omdat ik van de Magistraat Zijn Vader
mijn
Werkplaats gehuurd heeft en ik ook voor hem werk, zoo dat ik hem bijna
dagelijks spreekt vermits hij naast de winkel woont. ware dit niet het
geval geweest, dan had ik het stellig niet gedaan gekregen, omdat er
zooveel Jonge Kinderen bij zijn Zoodat ik Uw aanraad Waarde Broeders
om niet alle gelijk te komen maar bijvoorbeeld mijne Vrouw en Kinderen
alsmede Gilles en Vrouw en Kinderen en Bart en Vrouw en Kinderen
kunnende ik dan later ook voor Frits?? en Vrouw en kinderen en ook
voor Jan en Zijn Vrouw en Kinderen as die man Zin heeft aanvraag doen.
En nu
Geliefde Vrouw en Kinderen, als ook Uw Waarde Broeders en Zusters nu
is mijn wensch slechts, dat gij alle
spoedig en frisch en gezond hier in dit heerlijk Klimaat bij mij mag
zijn Ik Zeg Spoedig Geliefde Vrouw. Ja en
dit meen ik ook, gelijk gij wel denken kunt, daar ik
lekker
ding, tamelijk Ambietie krijg, Vermits ik hier goed voer en warme Stal
heb Zoodat ik nog nooit Zoo vet ben geweest en het hoogst noodzakelijk
wordt dat mij bloed een beetje verdund wordt. Maar lekkere pop, alle
gekheid op een stokje ik dacht daar te veel aan Uw Poesje en ik zou
noodzakelijke dingen vergeten.
Vooreerst
Innig Geliefde Vrouw en Kinderen moet ik Uw
verwijzen naar mijn allereerste brief die gij toch wel bewaart zal
hebben om daaruit te Zien wat gij voor Uw gezondheid aan boord nodig
heeft. ten tweede naar mijn laaste waaruit gij zien kunt Wat gij
dient, als gij kunt mede te brengen het een en ander. Zal ik uit Uw
schrijven, op mijn antwoord van deze Voorgaande brieven wel Vernemen
Zoo dat ik er alsdan geheel naar handelen
kan en het Uw alle Geliefde doen weten. Het Staat geheel aan Uw
Geliefde om met welk Schip te vertrekken maar ik raad Uw Zie goed toe,
dat het Schip voor Passagiers ingerigt is. Want wij hebben het in die
opzigt beroerd slecht gehad. Wees ook vooral
voorzigtig voor de overslaande Zeeën want die nemen
somtijds alles mede wat op het dek is.
Edoch moet gij Zooveel
mogelijk
op het dek blijven, want dit is zeer gezond.
En nu
Geliefden hoopende dat ik Uw Spoedig aan mijn hart moge drukken. Zoo
geve de Heer hierop Zijn Zegen en doe Uw
alle een gelukkig en Voorspoedige overtogt geworden.
Alzoo
Geliefde Echtgenoot en Kinderen ook Uw Geliefde Ouders, Broeders en
Zusters en verdere Bekenden lever ik aan de genade over van Hem, die
boven ons is en die regeert over dood en leven. Vaarwel.
Hiermede
afbrekende met de Pen maar niet met het hart. Zoo noem ik mij
Uw Liefhebbende Echtgenoot en Vader
L van Groningen
|
home |
1859 |
|
|