|
Boerderij
de (Grote) Kroone
De
boerderij werd in 1650 gepacht door enen Gerrit
Henricx. Als meijer moet hij
jaarlijks een rente (pacht) van 90 Keizers gulden aan de eigenaar, Jonkheer
Marten Pinninck thoe Banninck en zijn vrouw Juffer Engele van Keppel,
betalen. In
1657 verkoopt deze Jonkheer deze rente-ontvangsten aan Abraham van Suchtelen
en zijn huisvrouw Hermanna van de Cruijs. Drie jaar later moet deze rente, die
inmiddels verhoogd is tot 135 Caroli gulden, aan de Eerbare Janneken van
Suchtelen, weduwe van
wijlen de Heer Jan Menninck betaald worden. Uiteindelijk draagt Marten
Pinninck thoe Banninck de catherstede de Croone in 1671 over aan zijn zuster,
de HoogEd. Geboren Vrouwe Joanna
Pinninck,
weduwe van de HoogEd. Geboren en Manhaffte Otto Ernst van Monninckhuijsen.
Eind 1683 doet Gerhard Menninck een eerste poging bij het Gericht om de
erve De Croone in zijn bezit te krijgen. Hij vraagt dat omdat verscheidene
jaren de rentegelden, op een verstrekte lening van 8 augustus 1660, niet
betaald zijn door de weduwe Monnickhuijsen, de huidige eigenaar. Op 11 maart
1685 doet Joan Menninck o.a. zijn aandeel in de Croone van 3000 Caroli
guldens, als onderdeel van een maagscheiding, over aan zijn zuster Sibilla
ten Nuijl, weduwe van wijlen Gerhard Menninck. In die jaren is Cornelis op
de Kroone de meijer. In mei 1689 onderneemt Sibilla nog steeds pogingen om de
Croone in haar bezit te krijgen.
In de loop der jaren is het eigendomsrecht kennelijk weer in andere
handen over gegaan, want in 1717 lost Hr. Otto Ernst van Hovel de rest van het
kapitaal van 300 gulden af (volgens gecasseerde verzegeling d.d. 6 mei
1664), gevestigd als hypotheek op het erve de Krone. De boerderij is dan
bewoont door Hendrik op de Krone. In oktober van dat jaar verkoopt Hr. Otto
Ernst van Hovel toe het Wesevelt en diens eheliefste Vrouw Hendrieta
Aleida Doijs aan Hendrik Cornelissen en Willemken Kornelissen,
ehelieden,
het goed van de comparanten, genaamd de Krone, gelegen in Wegterholt
naast het erve den Dijsselhof. Om het erve de Grote Crone te kunnen betalen
lenen Hendrik en Willemken dit bedrag, groot 3000 gulden, en zijn zij als
hypotheek schuldig aan de E. Gosen van der Souw, brouwer tot Deventer.
Onderpand is het erve en goed de Crone. Medio 1724 dragen Hendrik en zijn
vrouw aan Hendrik Alberts Davenschot de helft van 2 morgen hooiland, gelegen
in de buurtschap Herxen onder Wijhe, over.
In november 1738 verklaart Gosen van der Souw dat de hypotheek van 3000
gulden door Hendrik Croneman is afgelost. In juni van dat jaar trouwt Hendriks
dochter Cornelia Hendriks Kroneman met Hermannus Jansen Horstman. Zij gaan ook
op de Grote Crone wonen. Een jaar later geven zijn aan de beide kinderen van
hun dochter Wobbigjen ieder 100 gulden. Als Hendrik in de loop van 1743
overlijdt neemt zijn inwonende schoonzoon, die dan genoemd wordt Hermannus
Janssen Croneman, het momberschap over de kinderen van Jan Marsman over. (Na
de dood van Hermannus zijn vader, die op de Horst in Zuthem woont, omstreeks
1779, noemt hij zich weer Horstman.)
In 1751 kopen Hermannus Jansen op de Groote Croone en zijn vrouw, een
stuk land, genaamd het Margriten Land, gelegen in de buurtschap Wegterholt,
naast de landen van de koper, Jan Dijkman en Meijbarg. Hermannus en zijn
vrouw, kopen in 1751 een stuk land, genaamd het Margriten Land, gelegen in
de buurtschap Wegterholt. In 1760 koopt Hermannus ook de caterstede de Kleine
Kroone, die naast de Grote Kroone gelegen is. In 1772 maken Hermannus en
Cornelia hun testament op en benoemen hun kinderen Jannes en Willemina tot hun
enige erfgenamen. Willemina, die inmiddels getrouwd is met Jannes Horstman,
verkrijgt o.a. de Groote- én de Kleine Kroone.
In de periode 1887 tot 1900 is Berend Horstman (1849-1925)
eigenaar/bewoner van “de Kroone”. Hij en zijn broers Jan en Hendrikus, die
op de nabij gelegen “de Nieuwe Krone” wonen, hebben in maart 1894 bij
elkaar zo’n fl. 37.000,- geleend, tegen 4% rente, met als hypotheekstelling
hun huis, erf en land. In de leenakten is opgenomen dat wanneer Berend niet
aan zijn verplichtingen kan voldoen de geldversterkker (mr van Naamen van
Eemnes ) het recht heeft wegens de leningen verschuldigde bedragen direct op
te eisen, met zo nodig, openbare verkoping van de betreffende goederen. Kennelijk
kunnen zij niet meer aan hun verplichtingen voldoen want mr Naamen, hij is de
voorzitter van de Eerste Kamer der Staten- Generaal en woont in Huize Zandhove
te Zwollerkerspel, besluit tot publieke verkoping. Op
maandag 2 juli 1900 wordt de Kroone publiekelijk verkocht. Bij akte van
2-7-1900 nr 74, wordt na de gehouden veiling, de koop gegund aan Derk
Grootenhuis, landbouwer te Wijhe. De koopsom is fl. 15.700,- . Op 19-2-1901
wordt de huisraad en het vee van Horstman verkocht en twee maanden later
verhuist hij met zijn gezin naar de Kerkstraat in Beilen.
Jan en Hendrikus Horstman zijn na de verkoop van de boedel in 1900
in Heino gaan wonen en hebben daar een boerderijtje van 1,5 ha gekocht. Een
groot verschil met de weelde waarin de familie een eeuw eerder leefde!
Onderstaand
twee foto’s van de Grote Krone.
laatste wijziging zondag 24 december 2006 |