Boerderijen

Omhoog
Aktes Grote Kroone
Aktes Kleine Krone
De Grote Kroone
Erve Krooneman

    

De boerderij(en) de Krone

Het oudste document waarin we de naam van deze boerderij tegen komen is het Register van het Paardengeld uit 1602. Evenals tegenwoordig moest men vroeger ook belasting betalen. De belastingaanslagen werden in registers opgetekend waarvan er verschillende bewaard zijn gebleven. De grondslag waarover de belasting geheven werd, is verschillend en bovendien in de loop der jaren nogal eens veranderd. In het voornoemde register is de grondslag het aantal paarden dat men heeft, kennelijk toen der tijd een maatstaf van welstand. Onder "Wechterholte" vinden we de Croone genoemd:

Dije Croone 3 Peerden – Vercken –Schapen – Imen.

In het archief van het huis Oldenhagendorp te Vollenhove (toegangsnr 223.1  nr 395) staat op 17 juli 1624 aangegeven dat Fredrik Pinninck, zoon van Herman Pinninck en Lucia van Rhede, in 1624 buitenlands wil gaan en een testament heeft gemaakt betreffende erf en goed de Croone in Wijhe. Fredrik Penninck is dus de eigenaar van de Croone. In zijn testament wordt de Croone nagelaten aan zijn broer Machorius, tegen een jaarlijkse uitkering aan zijn broer Henric en zijn zusters Bittera en Geertruij. Uit archiefstukken van latere data zal blijken dat het hier gaat om boerderij de Grote Krone.

In het Rechterlijk Archief van Wijhe is de eerste akte waarin een boerderij met de naam Croone wordt genoemd van 12 mei 1636 :

"Arent Gerritsenen op de Cleine Croone en zijn huisvrouw Bette Jansen verkopen…."

Een andere belastinggrondslag was het Hoofdgeld. Per persoon van boven de 16 jaar moest 16 stuivers betaald worden (Men rekende in (Carolus) guldens, stuivers en penningen. Eén gulden is 20 stuivers en 1 stuiver 16 penningen. De notatie is : 1 – 12 – 3 d.w.z. 1 gulden, 12 stuivers en 3 penningen)  Het register van het Hoofdgeld 1675 geeft aan:

Wechterholt ad. 16 st. p.p

Kleijne Crone 1 – 12 – 0 (dat zijn dus 2 personen)

Croneman 2 – 8 - 0 (dat zijn dus 3 personen)

Ook kende men vanaf omstreeks 1600 het schoorsteen- of vuurstedengeld. In die tijd belsloten Ridderschap en Steden:

"dat in ’t gehele landt ende so well die grote als kleine steden, van yeder vuirstede ofte plaatsen die gemaeckt is omme vuir te boeten, als schoorstenen, backovents, kachelovents ofte anderen hoe die genoempt mogen worden, eens sal worden betaalt soeven stuivers." Aanvankelijk was de belasting 7 stuivers per vuurplaats, later werd dat verhoogd naar 3 à 4 Caroli guldens per jaar. Dat waren voor die tijd grote bedragen, zeker in verhouding tot de andere kosten. In 1682 hebben zowel der Groote Kroone als de Kleijne Kroone ieder 1 vuurplaats.

In het Statenarchief No 2393 staat bij het Zoutgeld 1701 onder Wechterholt vermeld:

Croeneman                 f 1 – 10 - :

De kleijne Croene     f 1 – 10 - :

Volgens het Nederduits Gereformeerde doopboek van Heino laat Arend Jansen Croneman, wonende op de Kleine Krone, in de periode 1696 – 1703 zijn 5 kinderen in die plaats dopen.

Het Verpondingsregister van het kerspel Wijhe van omstreeks 1720 (Statenarchief No 2499) vermeldt onder Wegterholt:

De Croene                f 31 -   :   - :

contrib(utie)             f 46  - 16  - :

De kleijne Crone    f   1  - 12  - :

Contrib                      f   8  -   5  - :

Op de Cleine Crone woont in 1720 als meijer Berent Jans . Vier jaar later wordt Arent op de Kleine Krone momber (voogd) over een 7-tal nichten en neven. Medio 1734 dragen Derck Cornelissen Dwars en zijn vrouw Swaentjen Berendts over, aan hun broer Jacob Dwars en diens vrouw, de caterstede de Kleijne Croone, gelegen in Wegterholt, die gepacht is door Arendt Jansen. Uit de naam Jansen valt op te maken dat Arendt hoogstwaarschijnlijk een broer is van Berent Jans(en) en dat zij beiden op de Kleine Krone wonen. Hoogstwaarschijnlijk woonde ook nog een zuster bij hen want op  8 November 1744 trouwt "Gerrit Thomas J.M. te Wijhe, met Jannechien Jansen van Dijk J.D., wonende op de Kleine Kroon in Tongeren, ook van Wijhe".

In een akte van 19 juni 1751 lezen we o.a. het volgende:

"Verschenen is Adriana Waterhams, weduwe van Jacob Dwars, voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse over haar kinderen. Zij cedeert en transporteert aan Andries van Campen en Geesjen Dwars, eheluiden, hun caterstede de Kleine Kroone, gelegen in de buurtschap Wegterholt naast de Groote Kroone".

Op "het graf van Meijberg, de boer in het Broek, het graf is de twede venster aen de sid van Dwars sin huis de twede groeve". Het betreft hier hoogst waarschijnlijk de vader van Arent, Berent en Jannechien.

In het begraafboek van Wijhe staat, bij het begraven van Jannes Kroneman op 25-09-1773, dat zijn ouders Hermannus Jansen Oldenhof en Berendina Herms Kroneman op de Kleine Krone wonen. Alle kinderen uit dit huwelijk én al hun nakomelingen dragen in plaats van hun vaders familienaam die van hun moeder: Kroneman.

Medio 1650 bewoont Gerrit Henricx de Kroene als meijer (pachter). De eigenaars zijn, blijkens een akte uit 1657, Jr. Marthen Pinnick tho Banninck en zijn vrouw Me Vrouw Engele van Keppel. In 1671 wordt de erve de Croone verkocht aan de Hoog Ed. Geboren Vrouwe Joanna Pinnick, weduwe van de Hoog Ed. Geboren en Manhaffte Otto Ernst van Mennickhuijsen.

Cornelis op de Kroone wordt in 1686 voor het eerst als meijer genoemd. Vanaf ca 1682 wordt de Kroone  aangeduid als de Grote Krone ter onderscheid van de Kleine Krone.

Cornelis zoon Hendrik Knellis bewoont in 1717 als meijman de Grote Krone. Hendrik heeft geen opvolgers in de mannelijke lijn en zijn dochter Cornelia Hendriks blijft na haar huwelijk, in 1738 met Hermannus Jansen Horstman, op de boerderij wonen. Hermannus neemt omstreeks 1746 de naam Krooneman aan. Uit het testament  dat de beide echtelieden in 1772 laten opmaken blijkt dat zij inmiddels de eigenaren zijn van zowel de Groote- als de Kleine Kroone. Hun dochter Wilhelmina Croneman, in 1767 getrouwd met Jannes Horstman, krijgt beide boerderijen toegewezen. Haar broer Jannes Croneman , die op 21 jarige leeftijd in 1762 met de 15 jaar oudere, adelijke Geradina Aleida van Echtenen  is getrouwd, erft en woont op de Esch.

Als Napoleon in 1812 verordonneert dat iedereen zijn familienaam moet laten vastleggen, besluit Hendrikus Kroneman (die op de Grote Kroone woont) volgens onderstaande, in het frans gestelde verklaring van 13 maart 1812, de naam Hendrikus Horsman voortaan te gebruiken.

De Kleine Krone, deze lag ca 200 meter ten ZW van de Grote Kroone, moet omstreeks 1796/97 zijn afgebroken (of afgebrand?) want in het Vuurstedengeld-register van 1751 staat:

"Den 22 Oct. 1798 ingevolge publicatie 11 Aug. 1797 afgeschreven"

Onderstaande gedeelte van een kaart uit 1832 (het jaar dat het Kadaster is ingesteld) toont section B van de (Grote) Kroon(e). De letters hebben de volgende betekenis: T(erres) : bouwland; J(ardin) : tuin;  B(ois) : eikenbos ; P(rairie) : weiland/hooiland; V(erger) : boomgaard. 127 is een kolk

In 1858 bewonen de weduwe van Hendrikus, Maria Dijkslag en twee zonen Jannes Horstman en Gerrit Willem Horstman de Kroone. Zij verkrijgen in december van dat jaar een lening van fl 8000,-

Home | E-mail

laatste wijziging maandag 20 augustus 2012