|
|
De Friese familie van der Heij laatste wijziging vrijdag 26 oktober 2018 De viering van het 55-jarig huwelijksfeest van mijn schoonouders, Acho van der Heij en Durkje Jaarsma, in 1990, was de aanleiding voor mijn genealogisch onderzoek Het leek mij aardig hen op die dag iets te vertellen over de geschiedenis van de familie van der Heij. Mijn schoonvader wist ons daar weinig over te vertellen en contacten met familieleden waren er nauwelijks. M'n eerste stap was een informatiemap bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag aan te vragen. Daarnaast zocht ik in de telefoonboeken van de noordelijke provincies naar de familienaam en schreef betrokkenen aan. Met de gegevens die ik bij het CBG vond en de reacties op mijn brieven kwam de speurtocht goed op gang. Naast diverse bezoeken aan het Rijksarchief in Leeuwarden bezocht ik enkele familieleden thuis. Mede dankzij hun hulp kon in een relatief korte periode een beeld van de Friese familie van der Heij familie tot stand gebracht worden. In Zuid-Holland komt ook een familie van der Heij voor. Tussen beide families bestaat geen enkele andere relatie dan de familienaam. De oorsprong van de van de familie van der Heij ligt in Friesland en is terug te vinden tot omstreeks 1745. Dan woont ene Jacob Murks met zijn gezin in Sandfirden. Zij krijgen voor zover is na te gaan tenminste 5 kinderen waaronder op 25 november 1769 zoon Douwe Jacobs. Van hem is de doopinschrijving afgebeeld (November wordt dan nog geschreven als 9ber). Hij trouwt in 1795 in Oudega(W) met Trijntje Pijtters. Aanvankelijk wonen ze in Oudega maar verhuizen omstreeks 1797 naar Sneek. Douwe werkt daar als molenmakersknecht. Op 20 december 1811 neemt hij te Sneek de familienaam van der Heij aan. Uit de hiernaast afgebeelde akte blijkt dat hij het schrijven niet machtig is. In die tijd namen ook Fetse Claases te Sneek en Marten Jans te Haske deze familienaam aan. Een familierelatie is niet aantoonbaar. Pieter Douwes wordt in 1805 in Sneek geboren en op 12 september in de Hervormde kerk gedoopt. Hij treedt in de voetsporen van zijn vader en wordt timmerman/molenmaker. Doordat de registratie van geboorte en overlijden in die tijd nog niet verplicht is, kan hij voor zijn huwelijk geen overlijdensakten van zijn ouders en grootouders overleggen. Dat is door Napoleon inmiddels in 1812 verplicht gesteld. Vandaar dat hij bij de Vrederegter van het kanton Sneek daarover een verklaring laat opstellen. Op 30 augustus 1829 trouwt Pieter Douwes van der Heij met de 19 jarige Reinskje Pieters Bruinsma uit IJlst. Het echtpaar krijgt 8 kinderen waarvan er 6 voor het eerste levensjaar overlijden! Hun zonen Pieter Pieters van der Heij en Douwe Pieters van der Heij worden volwassen en trouwen.
Tot overmaat van ramp brandt zijn pannenfabriek aan de Woudvaart te Sneek in augustus van dat jaar geheel af! Pieter staat er nu alleen voor om zijn fabriek te herbouwen en zijn pas 7-jarig zoontje Pieter Jr en 6-jarig dochtertje Eelkjen te verzorgen. Twee jaar later hertrouwt hij op 30-jarige leeftijd te Sneek met de drie jaar jongere Maria Esveld uit Amsterdam. Het gezin wordt verrijkt met twee zonen: Abe en Douwe en een dochter Antje.
Pieter Sr overlijdt in 1900 te Leeuwarden en wordt in Sneek begraven. Zijn graf, en dat van zijn vrouw, wordt omstreeks 1980 geruimd. De zeer fraaie grafstenen, de een met een slang als symbool voor het eeuwige leven, de ander met een vlinder als symbool voor de vergankelijkheid, vinden een nieuwe bestemming. De eerste wordt geplaatst bij het familiegraf van de familie van Bommel op de Algemene begraafplaats in Den Haag, de ander bevindt zich in de tuin van de dochter van Abe Douwe in Amersfoort.
Moord in de familie! Het jongste kind, dochter Alberdina van der Heij trouwt met van der Kleijn. Zij krijgen in 1902 een dochter met de roepnaam Rina. Deze trouwt in 1941 te Doorn met Jules F.M. Lemmens. Deze Jules vermoordt op 9 augustus 1945 zijn vrouw en schoonmoeder en slaat daarna de hand aan zich zelf! Twee jaar later hertrouwt Douwe Pieters met de 9 jaar jongere weduwe Eelkjen Taedes Abma uit het nabij Sneek gelegen Folsgare, de zuster van zijn schoonzuster Trijntje Jelles Bouma (zie ook Abma-Bouma). Eelkjen is geheel volgens de toen geldende regels vernoemd naar haar moeders moeder: Eelkjen Douwes van Dijk, de echtgenote van Jelle Douwes Bouma. Dit echtpaar laat in 1871 een boerderij te Bons, ten ZW van Sneek bouwen. De gevelsteensteen (links) was daar aangebracht. Eelkjen Abma haar eerste man Douwe Heijes Jaarsma stamt uit de Jaarsma familie die in Koudum haar oorsprong vindt. Douwe laat een bouwtekening van een complex van vijf woonkamers te Sneek maken. Links de plattegrond en het vooraanzicht. Schaal 1:100. De tekening is gewaarmerkt door het college van Burgemeester en Wethouders van Sneek op 18 juni 1881. Opschrift: 'Plan voor het Bouwen van Woningen voor den Heer D. v.d. Heij Pz. te Sneek. Vijf kamers'. Deze bouw is de eerste aanzet tot wat later de van der Heij buurt zou worden. Eelkjen schenkt Douwe 4 zonen waarvan de jongste, Acho Douwes, vlak voor zijn eerste verjaardag overlijdt. De zonen Douwe, Albert en Rinse zorgen allen voor nakomelingen.1. Douwe van der Heij (1876-1946), vrachtrijder / expediteur trouwt in 1901 met Sijtje Jaasma (1877-1972). Haar familienaam was oorspronkelijk Jaarsma en haar voorvaderen komen uit Workum. Hij heeft een verhuis- en transportbedrijf samen met Huisman. Op onderstaande limker foto (van omstreeks 1914) staat Durk, 4e van links, met aan zijn hand zoontje Acho en links daarvan zoon Pieter.Douwe en Sijtje krijgen samen drie kinderen: Pieter (1902-1983) zet het transport- en verhuisbedrijf van zijn vader voort. Hij organiseerde op latere leeftijd caravantochten voor 55-plussers door Europa. Antonia (Tony) (1903-1984) Acho (1910-1997) wordt predikant. Meer gegevens over hem zijn te vinden bij ds A. van der Heij . (op de foto zit hij in het midden) Omstreek 1920 wordt Susanne (Suze) Klippel (1918-1996), één van de tweeling van Sijtjes overleden (1918) zuster Guurtje Jaasma, in het gezin opgenomen. Douwe heeft in februari 1894 een boekje over de familie van zijn schoonouders uitgegeven met de titel: Familieboekje van de families Bouma en Abma. In het voorwoord schreef hij het volgende: Een dochter van Pieter, Marjo Irene (Joke)van der Heij, heeft het exemplaar van Eelkjen Abma in haar bezit. Daarin zijn door Douwe veel aanvullende aantekeningen gemaakt en familieadvertenties en geboortekaartjes geplakt De
grafzerken van Douwe, zijn vrouw en zijn ouders zijn nog steeds op de
begraafplaats in Sneek aanwezig (2e perk 1e gedeelte). Op deze begraafplaats zijn nog meerdere graven van leden van de
familie van der Heij. Deze zijn afgebeeld op de pagina
GRAFZERKEN
2.
Albert
van der Heij Rinse
had in zijn jonge jaren , samen met zijn broer Albert, een soort bodedienst
tussen Sneek en Leeuwarden. Deze werd uitgeoefend met een hondenkar. De honden
kregen eerst bij thuiskomst in Sneek hun dagelijkse maaltijd, dat bevorderde de
snelheid van de terugreis. Na
zijn huwelijk in
Zijn
zoon Douwe Rzn van der Heij heb ik in april
1990 in Ede bezocht om gegevens voor de stamboom te verkrijgen (zie
foto). Hij was daar zo enthousiast over dat hij nog datzelfde jaar zelf
een handgeschreven document met de titel "Data van het geslacht van der
Heij" voor zijn kinderen en kleinkinderen maakte. Een half jaar later
overleed hij.
|