| |
De
tak
Zwolle en omgeving
laatste wijziging vrijdag 26 oktober 2018
Hendrik
Crooneman (1719-1788), blijft
volgens de volkstelling van 1748 in het kerkdorp Wijhe wonen. Op 16 februari
1744 trouwt hij daar, op 25-jarige leeftijd, met Maria Hendrika Hegemans (1723-1803).
Het paar krijgt tussen 1745 en 1765 elf kinderen.
|
Hun zoon
Jan Krooneman (1755-1809)
vertrekt naar
Zwolle waar hij in 1782 trouwt met
Hendrica Nieuwbroek. Hij is bakker. Zij krijgen
9 kinderen waarvan er echter 6 als baby of kleuter overlijden. Slechts één zoon,
Hendrik, wordt volwassen en wordt ambtenaar. Deze Hendrik
Krooneman (1792-1861) staat aan de basis van de
Zwolletak van deze
familie Krooneman. Daardoor
komt deze familienaam
tot begin 1900 in Zwolle voor. Hij trouwt op 22-jarigeleeftijd in
1815 met Marrigjen van
Roosendaal
(1792-1872). Zij krijgen negen gezonde kinderen, 7
dochters en 2 zoons: Jan Cornelis Krooneman
(1816-1872) en
Hendrikus Marius Krooneman
(1822-1877). De oudste is loodgieter,
de ander houthandelaar.
|
Aardig
om te weten is het volgende:
Van
Peter Klunder, uit Italië, ontving ik in november 2003 een vraag over trotseerloodjes.
Links is daar één van afgedrukt. Hierop staan de letters J.C.K. en het jaartal
1858 met daartussen twee gekruiste soldeerbouten. Het betreft hier een stukje
lood dat loodgieters gebruikten om spijkers die zij in loodflappen
hadden geslagen
aan de zijkant van een leiendak, waterdicht af te dekken. Zij soldeerden
het
loodje met hun merk dan rondom vast en sloegen er het jaartal in
.
Naspeuring
leerde me dat dit een loodje is van Jan
Cornelis Krooneman. Hij
woonde en werkte als loodgieter
van 1816 tot 1872 in Zwolle !
Op 25 juli 2017 ontving ik van
Cornelis B. Vreugdenhil het volgende mailtje:
"Ik ben in
het bezit van onderstaand trotseerloodje (zie afbeelding rechts). Dankzij je website weet ik nu wat het
is en waar het vandaan komt.
Ik vond het bij de erfenis van mijn vader. Mogelijk heeft hij het gekregen van
Kroneman, een aannemer die in Kampen woonde en omstreeks 1950 o.a. de
Gereformeerde Gemeente aan de Ebbingestraat bouwde.
Twee dochters van
Hendrik en Marrigjen,
Cornelia Judith Krooneman (1818-1862) en
Helena Geertuida Ferdiananda Krooneman
(1828-18xx) trouwen te Zwolle in resp. 1837 en
1864 met de
bekende Amsterdamse kunstgraveur Dirk Jurriaan Sluijter
(1811-1886). Cornelia krijgt bij hem 9 kinderen, Helena 1 kind. Links een portret van G. Groen van Prinsterer (1801-1876) en
rechts een portret van de dichter G.H.J. Elliot Boswel (1830-1874) , beide van
de hand van Dirk Jurriaan Sluijter. In de
Beeldbank van de Stadsarchief van Amsterdam is
meer werk van hem en zijn zoon Hendrik te vinden.
Twee andere dochters van Hendrik en Marrigjen, Hendrika
Maria Krooneman (1832-1860) en Lucia
Johanna Krooneman (1824-1888) trouwen te Zwolle
in resp. 1855 en 1862
met de in Dordrecht woonachtige koper- en metaalgieter
Hendricus Johannes de Mandt (1827-1893).
Hendrika baart in Dordrecht 3 zonen, Lucia één dochter.
Jan
Cornelis Krooneman
(1816-1872),
trouwt in 1838 met
Gezina Wilhelmina Kannegieter
(1815-1866).
Hun oudste zoon Hendrik Krooneman
(1839-1902) gaat
op 18-jarige leeftijd naar Rijkskweekschool voor Militaire Geneeskundigen in
Utrecht. Na 4 jaar is zijn studie afgerond en is hij officier van
gezondheid 3e klas in het Nederlandse leger in Oost-Indië. Hij trouwt
met de jongste zuster van zijn oom Hendricus Johannes de Mandt,
Johanna de Mandt
(1837-1889)
op 5 december 1861 te Dordrecht (Bij hun 25-jarig
huwelijk kregen zij een theebus voorzien van een zilveren deksel met inscriptie
(foto's onderstaand). Een maand later,
op 19
december, vertrekt hij met zijn vrouw vanuit Rotterdam met het schip "Frans en Elize"
voor een boottocht van ruim 4 maanden. Eind april 1862 arriveren zij in
Batavia. Na een maand wordt hij geplaatst in het garnizoen te Ngawie. Zijn vrouw
is tijdens de reis zwanger geraakt en in oktober 1862 wordt hun eerste dochter
geboren. Medio 1870 krijgt hij op zijn verzoek eervol ontslag uit het leger maar
blijft als civiel geneesheer te Billiton wonen. Zowel in 1871 als in 1873 wordt het gezin
uitgebreid met een dochter. In augustus 1875 keren zij van Billiton terug naar Nederland en
vestigt hij zich als praktiserend geneesheer in (toevallig?) Wijhe. Bij
zijn afscheid in Nederlands Indië kreeg hij een bedankbrief, opgerold in een loden koker met
inscriptie en het geheel verpakt in een teakhouten kistje, afmetingen 50 x 6 x 6 cm. (zie
onderstaande foto's; klik op foto om te vergroten). Na het overlijden van zijn
kleinzoon hebben diens kinderen afstand gedaan van dit aandenken.
Op de foto hieronder staat
de woning
van dokter Hendrik Krooneman, "de Cloeze" genaamd,
omstreeks 1900 boven aan de Nieuwedijk te Wijhe. In 2005 koopt L. Zijderveld
dit huis en laat het renoveren. In de
benedenverdieping wordt o.a. het oude
behang verwijderd. Toen bleek dat de oudste laag behang bestond uit bladzijden
ven een artsenboek uit de periode 1837 - 1841! Meer daarover in linker kolom
De Kloeze Wijhe. Hendrik zijn nalatenschap wordt verdeeld over zijn drie dochters, waarvan
Henriëtte (Jet) in 1897 getrouwd is met de huisarts die haar vader in Wijhe opvolgde:
Antonie de
Groot. Zij gaan wonen in de villa "Wijhezicht" (foto rechts) waarvan
in die tijd de tuin grensde aan die van "de Cloeze".
|
Hendrik
Crooneman (1719-1788) oudste
zoon, Berend Krooneman (1745-1823) trekt de IJssel over en trouwt in 1786 te Veessen met
Hendrikjen Eikelboom (1758-1838). Hij is daar herbergier en tevens koopman. In zijn herberg
worden vele verkopingen van roerend goed gehouden. In 1804 erft hij:
|
het
alodiale erf en huis, dat door wijlen de comparanten hun moeder de weduwe
Kroneman werd bewoond, staande en gelegen in het dorp Wijhe westwaarts aan de
Langestraate op de hoek van het kerkpad naast het huis van de broers Gosschalk
Twee
jaar later verkoopt hij dit huis. Hendrikjen schenkt haar man 3 dochters en twee
zonen. Bij hun twee jongste kinderen wordt de familienaam met één o
geschreven! Van zijn schoonvader Jan Berends Eijkelboom erft hij in 1808 diens
herberg die aan de Dijk te Veessen gelegen is. Berends bezit bestaat in 1832 uit
bijna 7 hectare landerijen en twee huizen. In 1823 overlijdt hij. Nadat zijn
vrouw in 1838 is overleden worden begin 1840 de eigendommen verdeeld over hun
twee nog in leven zijnde kinderen, Johanna en Jan. De herberg komt Johanna toe,
Jan erft o.a. het huis waarin hij woont. De herberg is tot aan het einde van de
20e eeuw als zodanig blijven bestaan. De eigenaren zijn dan geen
Kronemannen meer.
Jan Kroneman (1798-1869) volgt
zijn vader op, waarschijnlijk na diens dood in april 1823, als herbergier. Twee
maanden daarvoor trouwt hij op 24 jarige leeftijd in Heerde met de 18-jarige
Alberta Dalhuizen (1804-1866). Hij woont ook aan de Dijk, 3 huizen zuidelijk van de Herberg.
Anderhalve maand na hun huwelijk wordt hun eerste kindje geboren. Zij krijgen
vier jongens en zeven meisjes.
1.
Hun zoon, Jan, blijft lange tijd in Veessen wonen, touwt daar met
Maria Riphagen en werkt daar als bakkersknecht en spekslager. Twee en een halve
maand na hun huwelijk wordt dochter Alberta geboren. Van hun 10 kinderen
trekken de meesten uit Veessen weg en komen terecht in
Amsterdam : Johannes
en in Twente:
Diepenheim : Bernardus,
Jennigje, Hendrik en Rein,
Eibergen: Jan,
Losser
: Albert en
Lonneker : Jacob. De gegevens van de
Twentenaren zijn samengevat achter de knop Tukkers.
2.
Dochter Hanna is de laatste Kroneman in Veessen, zij overlijdt daar in 1909.
Vier van hun kinderen
komen terecht in
Zwartsluis:
3. Bernard als winkelier,
4. Hendrika als echtgenote van Reinder Eikelboom
die bakker is,
5. Alberta als echtgenote van scheepstimmerman Derk
Prins en
6. Johannes als bakker/winkelier. Waarschijnlijk
heeft hij zijn in 1889 overleden broer Bernard opgevolgd.
Zowel Hendrika, als
Alberta, als Johannes overlijden, resp. in 1904, 1916 en 1910, in een huis aan
de Nieuwesluis te Zwartsluis.
Johannes Kroneman (1840-1910)
trouwt in
1870 te
Smilde met Anna Margrietha Blomberg (1846-1920). Samen krijgen zij 8 kinderen waarvan er 4
binnen de eerste 6 maanden overlijden. Hendrikus
Kroneman (1875-1957), hun tweede
zoon, trouwt in 1898 met Grietje Fransen (1863-1918) uit Zwartsluis. Hij wordt evenals zijn
vader bakker en heeft later een bedrijf in bakkerij artikelen. Zijn drie zoons
uit zijn eerste huwelijk, alsmede zijn enige zoon uit zijn tweede huwelijk met
Grietje Weijs (1880-1976)
zullen later leidinggevende functies bij de Post Telegraaf en Telefoon
vervullen.
Johannes' oudste
zoon Jan Kroneman
(1872-1934) wordt predikant. In het Jaarboek voor de Nederlandsche
Hervormde Kerk over het jaar 1935 is in een In Memoriam onder andere het
volgende over hem geschreven:
"Plan
was, dat hij voor het onderwijs zou worden opgeleid, doch God had iets anders
met hem voor. De studie voor het onderwijs werd afgebroken, wegens een sterk
groeiende liefde voor het predikambt. Op 18 jarigen leeftijd doet hij
toelatingsexamen voor de 1e klas van het Gymnasium te Doetinchem. Er zat een
sterke wil achter zijn studie, zoodat hij in 5 jaren tijds het gymnasium
afgelopen heeft en na volbrachte Academiestudie te Utrecht op den 6en Aug.
1899 zijn intrêe mocht doen in Garrelsweer, welke gemeente hij den 29sten Mei
1904 verwisselde met Blankenham. Hij was weer terug in zijn geboorteland. In
beide gemeenten heeft zijn irenisch karakter hem vele vrienden geschonken.
Neen hij wilde geen partijman wezen In beide gemeenten is hij gevormd tot den
hem wachtenden arbeid te Oudeschoot c.a. Daar zou hij toonen, wat hij kon.En
hij kon zoveel. Immers een vriendelijk karakter is geestelijk zo sterk. Een
lichamelijke krachtfiguur, als Kroneman was, kan bergen verzetten. Den 9den
Augustus 1908 deed hij zijn intrede in Oudeschoot, een geweldig groote
gemeente met Nijeschoot, Rottum, Oranjewoud, Mildam en Katlijk. Geen afstand
was hem te groot, geen moeite teveel. Hij had geen tijd om zich te bemoeien
met arbeid buiten zijn gemeente. Aan haar behoorde hij toe. Geen jaar ging
voorbij, of hij had al de huisgezinnen, die meer of minder met de Ned.Herv.Kerk
in verband stonden, bezocht. Op het einde van 1933 kwam de inzinking.
God zou zijn dienstknecht door een langdurige ziekte los maken van zijn vrouw,
kinderen en arbeid. O, dat heeft hem zoo'n strijd gekost. Zijn sterven, op 19
Augustus 1934, is voor hem winst geweest."
Jan Kronemans tweede zoon
uit het huwelijk met Riksina Jansen
(1875-1960), Anne Gerard Hendrikus Kroneman
(1911-1998)
treedt in de voetsporen van zijn vader en wordt eveneens predikant. Hij trouwt
met de dochter van de predikant uit Tuil (Gld.): Antje de Bruijn
(1917-2004). Haar vader
bevestigt in 1940 hun huwelijk in de N.H. Kerk te Driebergen. Uiteindelijk
wordt hij legerpredikant.
Het graf van ds Jan Kroneman en
Riksina Jansen in Oudeschoot |
|
|
Het graf van ds Anne Gerard
Hendrikus Kroneman in Oudeschoot |
Home |
E-mail
|