1859

Omhoog

    

Kaapstad den 20ste February 1859

Innig Geliefde en Teerbeminde Vrouw en Kinderen

Ouders, Broeders, Zusters en verdere betrekkingen

Tot mijn innig genoegen heb ik Uw Brief gedateerd 31 December 1858 ontvangen, waaruit ik tot mijn leedwezen verneem, dat gij Geliefde Vrouw en kinderen nog niet gezond zijt hetgeen ik hartelijk wensch, dat het de Heer behage moge, dat hij dit spoedig veranderen moge en Uw allen gezondheid moge terug schenken. ook verneem ik uit uw schrijven dat gij wel Vijf gulden in een week vermedicineert heeft. zoodat ik hieruit moet opmaken, dat gij, niettegenstaande ik Uw dit nog ten sterkste heeft afgeraden, uit de Societeit ben gegaan, hetgeen zeer dwaas van Uw zoude zijn. te meer dewijl gij en onze liefe Phillip ziekelijk waart toen ik vertrok.

Het is wel is waar alle weken eenige stuivers, maar het is in deze omstandigheid toch altijd beter. Ook schrijft gij mij teerbeminde dat gij uw de zaak te veel aantrekt. dit moet gij niet doen want daardoor benadeelt gij uw, Beminde Vrouw, Uwe mij zoo dierbare gezondheid en ook teffens de kinderen. Houdt dierbare en zeerbeminde Vrouw en kinderen Houdt de Alwijze en Goederstierende Heer, die boven ons woont gestadig in Uw gedachten, laat Uw gemoed met vertrouwen op hem gevestigd blijven want hij is een Redder uit de nood die Uw nimmer verlaat en Zeker en gewis ook uitkomst zal geven. Dit is ook mijn eenigste steun welke ik hier heb.

Ook schrijft gij mijn dat ik Geliefde Vrouw en kinderen Uw vergeet te schrijven. dit verwijt grieft mij ten sterkste dewijl ik Uw, alsmede ook mijn waarde Broeders geschreven heb, die geadresseerd aan Gillis is geweest en welke ik gelijk met de Uwe heeft afgezonden. Later heb ik nog eens geschreven over het papier van het Goevernement welke Uw heeft kunnen ontvangen tussche den 5de en 10de January 1859, alsmede een mail later aan mijn Geliefde Broeder Gillis. Zoodat gij deze brief van 31 december al afgezonden hadt eenige dag voor dat gij mijn schrijven hadt ontvangen Voor het overige heb ik tot heden slechts 2 brieven van Uw ontvangen namelijk de eerste als antwoord op mijn eerste brief en dan nu deze van 31 december. Zoodat de andere brieven zeker verloren zijn geraakt.

Ook heb met Innig genoegen vernomen dat de kinderen nog zoo om mij denken en Zeg hun hartelijk dank hiervoor alsook dat zij mij verjaard hebben met een kadoo van tabak en cigaren. Zooals gij Innig geliefde Vrouw mij geschreven heeft. Want ik heb tot op deze datum het pakje nog niet ontvangen dewijl gij het met een schip heeft medegegeven aan eene  Mejufvrouw ????? of ????? zijnde famielle van Bartheze alsdan moet ik het nog ontvangen met het schip de Herman en Isaak welke in’t laast van deze maand hier verwacht wordt

Gij moet mij Geliefde Vrouw, bepaald schrijven wie die Jufvrouw is alsdan kan ik er beter na onderzoeken waar het pakje dan gebleven is en met welk schip dat is de naam van ‘t schip en van de Kaptein en welke precies of dit schip is uitgezeild.

Verders kan ik er geen wijs uit worden dewijl gij mij in deze zelfden brief schrijft, dat ????? niet gunstig overde Kaap schrijft. Als dit dan dezelfde is, die gij Geliefde Vrouw en kinderen het pakje heeft medegegeven, dan komt het ook niet meer teregt, maar dan zal ik wel andere middelen weten te gebruiken. want dat gaat hier maar zoo makkelijk niet.

En nu te Zake van Uw schrijven hoe of het hier gesteld is. Dit is Geliefde en Beminde Vrouw en kinderen in het geheel zoo net niet als er in holland over geschreven wordt. het is hier in de Kaapstad ook al niet meer dan dagelijks brood, maar men verzuimt hier niet dewijl ik uit uw schrijven verneem dat gij nog in de gedachten bent dat ik bij een baas werk zoo moet ik Uw zeggen dat ik daar slechts 1 maand ben geweest en door schoone beloften van een paar Heeren voor eigen rekening begonnen ben maar dit was ook al eigen belang om zoo doende goedkooper getimmert te krijgen Want oh! aan beloften ontbreekt het hier niet maar inderdaad zijn het hier grote fijne huigelende Smeerlappen Zoodat men gestadig op zijn hoede moet zijn. Ik heb er dus spijt van dat ik het gedaan heb. Want had ik knecht gebleven dan had ik Uw zeker de 3 pond sterling die bij het papier van het goevernement bijgepast moet worden al kunnen overzenden. En nu heb ik ten gevolge van het een en ander niet zoo veel om Uw een klein kadootje te zenden. Voor Uw Verjaardag als alleeniglijk een paar dicht regelen, welke ik hoop dat gij teerbeminde Vrouw en Kinderen in dank en welwillende moogt aan nemen Uw Geliefde Vrouw en ook Uw Geliefde Moeder op Uw Geboortedag  filisteerende hartelijk wenschend dat het de Heer behage mooge dat hij Uw sterke door zijne Goddelijke openbaring naar  Geest en naar lichgaam. En dat het zijn Goddelijk raadsbesluit moge zijn, dat hij Uw Geliefde Vrouw en Kinderen mij spoedig in mijn armen moge voeren en Uw aan mijn hart te mogen drukken.

Voor het overige Geliefde, zal het nu wel beter gaan daar ik in onderhandeling ben met een boerheer die een vaste timmerman nodig heeft en kom ik daar mede klaar dan zijt gij ook spoedig bij mij. Verders moeten wij elkander alle malen schrijven, zoodat gij Geliefde Vrouw Uw best doet om Uw brief voor den 4de van elke maand in London te doen zijn, dat wil zeggen wanneer gij deze brief nu ontvangt op den 1ste of 2de April gij dadelijk zonder verzuim het antwoord verzenden moet, alsdan kunnen wij geregeld om de 7 weken tijding van elkander hebben. Ook schrijft gij mij dat Gillis hier na toe wil. ik hoop dat hij mijn brief in February ontvangen heeft. daar kan hij uit vernemen dat ik voor hem en ook voor Bart Permissie heeft gekregen. alhoewel ik het deze voor alsnog afraad van wege zijn zwaar huisgezin ik zal hier meer van schrijven in het antwoord van Uw op mijn brief die Uw geliefde Vrouw en Kinderen in Januarij ontvangen heeft.

Ook heb ik vernomen dat Gilles verhuist is daarom zal ik in ‘t vervolg de brieven aan Uw maar adresseren welke ik dan zal zien te frankeren Ook heb ik het genoegen om mijn waarde Broeder Bart en zijn vrouw te felisiteeren met hun achtste huwelijks pand, hartelijk wenschende dat zij het in eer en deugd moge zien opgroeijen tot sieraad der menschelijke Maatschappij. Ook verneem ik met innige bezorgdheid en leedwezen dat gij uit die ellendige koorts eene kwaal aan de milt heeft gekregen hetwelk ik hoop, dat het God den Heer behage mogen, om dezelve spoedig te doen verdwijnenen en Uw tot Uw vorige gezondheid moge terug leiden.

Gij schrijft mij ook dat Ouders, Broeders, Zusters enz. mij liever weer terug zagen, dit wil ik zeer goed geloven, maar wat moet ik in holland doen. als timmerman gebrek lijden daar ik hier toch altijd best mijn brood voor Uw Geliefde Vrouw en kinderen verdienen kan. behalve nog het betere vooruitzigt voor de kinderen Ware ik slechts een paar duizend rijk dan was mijn fortuin gemaakt dit weet ik zeker daar ik er best de weg opweet om er dan veel geld mede te verdienen. Met de volgende Mail zal ik meer weten te schrijven vermits ik dan weet hoe of wat, dat is of ik een vaste betrekking heb gekregen en waar zoo. want dit weet ik zelf nu nog niet vermits ik op dit oogenblik een boodschap krijg van een boer om bij hem te komen en te spreken over het loon dat hij mij geven wil Verder heb ik nog  een Brief geschreven aan de Kerkeraad te Middelburg waar een timmerman gevraagd wordt. dus kan ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen nog niet berig ten of ik hier bij die Heerboer in de Kaapstad blijf of met die boer naar Bredas dorp vertrek of naar Middelburg hetwelk ik hoop dat ik Uw Innig Geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, Enz. met de volgende Mail te zullen melden.

Ook schrijft gij mij om geld ik kan dit zeer wel begrijpen dat gij zeer verlegen om hetzelve moet zijn maar Geliefde ik kan Uw betuigen voor God en menschen dat ik er op dit oogenblik niet toe in staat ben dewijl gij toch wel begrijpen zal, dat ik, wanneer ik het had, om het Uw Geliefde Vrouw en Kinderen overtezenden. Ook moet gij niet in ‘t denkbeeld verkeeren dat ik het verkwist of buitensporigheden maak in ‘t geheel niet. dit is alles ten gevolge van wanbetaling door afzetters. Zoodanig zelfs dat ik nu reeds gedurende zeven dagen zonder tabak ben, waaruit gij wel kan opmaken dat ik het niet heb. dewijl gij zelf teer beminde Vrouw weet  hoe ik aan tabak verknocht ben. Maar hierover moet gij niet treuren Geliefde Vrouw, want dit zoude Uw trots niet baten maar wel schaden. dus wees opgeruimd en weltevreden te meer daar ik er Zeker van ben dat gij nu wel spoedig bij mij zal zijn en en dan hebben wij een stil en genoegelijk leven. En wanneer mijn plan, hetwelk ik gevormd heb verwezentlijk wordt, dan kunnen wij ook zeker over eenige tijd Uwe Broeders, Zusters en die maar wil laten verkomen. Ook moet ik Uw indachtig maken dat gij mij schrijft dat Gilles een winkeltje zoude willen beginnen laat hij dit niet doen, maar laat hij, wanneer hij geld kan krijgen met Uw mede komen, hij heeft voor zijn Vrouw, hemzelf, en drie kinderen, slechts een honderd en twintig Gulden nodig. dewijl gij er slechts zestig nodig heeft, maar ik wilde Uw altijd meer overzenden, opdat gij alsdan eenige artikelen kan mede brengen daar hier goed op te verdienen

valt. Zoo als horlogies voornamelijk Sasonets??? dat is zonder glazen. want een horlogie Glas kost hier 12 stuivers een patent glas kost hier 18 stuiver Enz Zoodat gij hier ook eenige van Zoudt kunnen mede brengen. alsmede van die vergulde koperen oorbelletjes, ringen, kralen enz. lucivers en alle artikelen die hier zeer duur zijn en die ik zeer goed weet te slijten, hetgeen de reiskosten zeer verminderen zoude. Later zal ik Uw mijn Engel een volledige lijst daarvan opgeven. Ook zouden Mijn Geliefde Zusters Antje en Lotje hier met uw samen goed geld kunnen verdienen met de Engelsche wasserij. Dus spreek er haar eens over dan kunt gij mij dit schrijven opdat ik dan er verder naar onderzoek zoodoende konde wij alsdan wel eens hier bij elkander komen, hetgeen zeer genoegelijk zoude zijn daar Vader en Moeder alsdan ook hier in dit heerlijk en gezond klimaat nog jaren genoegelijk zoudt kunnen leven, hetwelk ik hoop dat de Heer het behage moge hieraan gevolg te geven. Voor het overige zal ik Uw geliefde met de volgende Mail schrijven Zoodat ik hier mee afbreek met pen maar niet met het hart dewijl ik thans meer naar uw verlang dan ooit want mijne Liefde is eerder vermeerderd tot Uw mijn Engelen dan verminderd te meer daar ik hier omringt ben van slonzen en vuilikers. Dames op het oog, maar strond inderdaad.

En nu Geliefde en teer beminde Vrouw en kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, en verdere betrekkingen leef gelukkig en tevreden. Vertrouwende op hem die alles ten beste bestiert en nimmer vaalt. Met deze Geliefde vrouw zend ik Uw een hartelijk verjaringsgedicht alsmede een welgemeende en eerbaren kus toe, die ik op dat Vader, als ook mijn Broeders die uit mijn naam Uw geven zullen. Kus de kinderen eens hartelijk voor mij en zeg hun dat wij spoedig bij elkander hopen te zijn. En nu nogmaals heel tevreden en gelukkig, en wees opgeruimd altijd het denkbeeld voor oogen houdende dat wij spoedig weer bij elkander zullen zijn En nu nog een kus.

Geliefde vrouw en kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, alsmede de Heer en mejufvrouw Fruitier, Harder, Naatje enz.

      Vaartwel, Vaartwel

 

Kaapstad den 18de Maart 1859

Teer Beminde Vrouw en Kinderen, 

Ouders, Broeders, Zusters en verdere bekenden.

Hartelijk wenschende dat Uw dezes Geliefde Vrouw en kinderen, alsmede de geheele famielle in gezondheid moogt ontvangen. Zoo heb ik hetgenoegen Uw mijn teer beminde Vrouw bij deze nogmaals even als in voorgaande brief met Uw Geboortedag te Filisteeren. Hartelijk wenschende, dat het God de Heer behage moge, dat wij het in ‘t vervolg van tijd in Elkanders bijzijn, nog vele jaren moge vieren. Wat mij nu aanbetreft, teerbeminde Vrouw en kinderen ik vier dezelve thans in mijn hart in stilte de Almachtige smeekend, dat hij ons spoedig hereenige moge, dewijl ik Mijn Engelen hartlijk naar Uw verlang, dewijl het nu reeds elf maanden Zijn, sedert wij van Elkanders hart zijn afgescheurd, te meer daar ik hier niets geen aanspraak heb hetgeen gij ligt begrijpen kunt. Vandaar dat ik dan ook in tijd van weemoed, mij met het denkbeeld troost, dat gij Innig Geliefde en teerbeminde Vrouw en Kinderen, toch ten minste altijd in het bijzijn van Uwe en ook mijne Geliefde Ouders, Broeders, Zusters en verdere betrekkingen tegenwoordig zijt die Uw zoals altijd ,waaraan ik ook niet twijfel, eenige verligting in Uw Gemoed kan toedienen. Dat ik hier niets heb namelijk genoegens, daar geef ik weinig om want dezelve zoude mij toch zonder Uw zeer beminde Engelen spoedig vervelen. Zoo als ik zeg, dat ik thans, zoo ik denk nog slechts voor een korte tijd, van Uw Geliefde gescheiden ben, mijne genoegens ontberen moet. dit is niets, ware het slechts dat ik Uw, eenige onderstand in geld konde sturen, het geen uwe Zorg en mijn gemoed zeer zoude verligten hetgeen ik  zeer wel kan nagaan. dit is dan ook wat mij gestadig kwelt, maar Geliefde houd moed, het zal nu zeker wel de langste tijd geweest zijn daar ik op het punt staa om de Kaapstad te verlaten en mij naar buiten te begeven namelijk naar het dorp Tulbach bij den heer Jacob From Meester timmerman enz. Deze Heer biedt mij 48 stuivers hollands daagss, vrije overtocht en vrije kost, waschen stoppen enz. alles, alles vrij, tevens wanneer gij geliefde Vrouw en kinderen bij mij komt, dan krijg ik ook een huisje en een stuk grond, waar op ik dan wat verbouwen kan. dit aanbod slaa ik natuurlijk niet van de Hand dewijl ik met dien Heer er teffens over gesproken heb dat ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen zoo spoedig als mogelijk was, bij mij wenscht te hebben hetgeen hij billijk vond. zoodat ik niet twijvel als ik een week of drie bij hem gewerkt heb om mij het geld voor Uw overtocht voor te schieten. Zoodat ik zeer veel hoop heb dat gij spoedig bij mij zal zijn, hetgeen als dan welligt spoedig met mijn geliefde Broeder Gilles en zijn huisgezin het geval zal zijn Zoodat wij dan een heerlijk leven kunnen hebben

Dus Innige teerbeminde Vrouw en Kinderen troost Uw met dit denkbeeld, hetwelk zeker en wel spoedig zal vervuld worden. Spoedig zeg ik. Ja, maar toch gaat er altijd nog een Maand of vier mede heen gelijk gij wel begrijpen kan, vermits het een verre reis is. Ook moet gij niet met een Zeilschip komen dit is te wisselvallig, te meer daar ik hoort, dat de Mailsteamer van England naar de Kaap evenveel kost als een Zeilschip en dan zijt gij in 35 a 40 dagen over, terwijl ik 77 dage reis. En de Hermanus Isaac 96 dage op Zee gewees dit is het schip waarop ik dacht dat die Jufvrouw van Barthyze zoude zijn, met het pakje tabak en cigaren, hetwelk de lieve mij verjaard hebben. maar die Jufvrouw was niet op dat schip dus denk ik dat zij het Schip de Johan van Brakel zal zijn, hetwelk ik Uw Geliefde later zal schrijven. Doet gij Teerbeminde Vrouw ook eens in Amsterdam onderzoek van hetgeen het kost om met de Mailsteamer te komen en schrijf mij dit dan zoo spoedig als gij kun des te eerder zijn wij hoop ik bij elkander.

Maar gij kunt gerust al Uw Meubelen verkoopen. Want al is het dat gij ze hier goed in de Kaapstad kreeg, dan moest gij ze toch wech doen, om reden dat de boeren zooveel bagage van een passagier niet op hun Wagen willen hebben, hetgeen ik Uw teerbeminde aanraad te doen en niet mijn raad te verzuimen. Innig geliefde Vrouw en Kinderen gij moet mij met elken Mail schrijven hetgeen ik ook zal doen dan hooren wij ten minste om de vijf a zes weken toch iets van elkander, daar verlang ik altijd naar. Zoo als ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters enz in mijn vorige brief, die met de Mail van den 22 februarij laast van hier naar Uw vertrokke is, geschreven heb op het antwoord van Uw mijn bemindes brief van den 31 December, herhaal ik het, dat het Gode behage moge, dit is mijn innigste wensch, dat hij Uw Dierbare en Geliefde Uwer vorige gezondheid moge wedergeven. Zoodat ik den Alwijze dagelijks bid, dat hij uw opgeruimd doet zijn, dewijl dit het beste middel is, daar het practiseeren Uw toch niet baat. Dus wees goede moeder. En denk om onze lieve Kinderen en ook om mij. dus geliefde Vrouw en Kinderen houd het oog op hem geslagen die een kenner is der harten, die een helper is in nood, waarop gij zeker en waarachtig bouwen kunt. Zekerder als op den vaste rotsgrond, dewijl hij in Eeuwigheid niet wankelt nog diegeen niet wankelen laat, die dan ook vast in den Gelove  op hem bouwt. Hierop bouwende, geloovende en vertrouwende. Zoo gaa ik in t’zekere dat wij Elkander spoedig weder zullen zien. dat wij Elkander aan het hart zullen drukken. Dus Geliefde Vrouw en Kinderen troost u dus met deze gedachten, wat ik weet het Zeker.

Gij heeft mij ook geschreven Geliefde dat gij alle wel wenschte dat ik weder in Uw midde was. Ja, dit wenschte ik ook, maar wat moet ik in holland doen als, Ambachtsman armoede lijden zooals er honderde in Amsterdam zijn neen dit gaat niet te meer daar ik uit Uw Geliefde schrijven van 31 december verneem dat het met alles nog nooit zoo slap is geweest. dus is toch beter dat ik hier naa toe ben gegaan want nu verdien ik bij die heer. Zoo als ik hierboven geschreven heb, kan dat de beste in Amsterdam verdienen dan moet gij Geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters bekenne dat ik gelijk heb. Daarom verlang ik maar dat ik naa andere zoo als met dit hier noemt, kom, want daar is het veel beter. Hier in de Kaapstad is het net als bij ons. Alles even duur en ook niet druk. Dus teerbeminde ben ik verheugd van Zoo een Konditie te hebben gekregen hetgeen gij ligt begrijpen kunt.

Met de volgende Mail zal ik Uw geliefde mijn reis beschrijven van de Kaapstad naar de plaats mijner bestemming dezelve duurt met een wagen,  bespannen met 12 a 14 ossen 3 a 4 dagen, hetwelk ik uw alles zal schrijven zoodra ik gelegenheid heb, dewijl de posten met de brieven hier in het binnenland op sommige plaatsen ellendig zijn, zoodat er wel brieven verloren raken. Zoo als ik zeg, dit zal ik Uw alle schrijven hoopende dat wij elkander van aangezigt tot aangezigt spoedig moge aanschouwen.

Ook moet ik Uw nog melden dat de Mailsteamer van England die in het begin van February vertrokken is en die hier heden alhier is binnen gekomen, voor mij geen brief mede gebracht heeft, zijnde ik voort naar het Postkantoor geloopen en naar het zelve gevraag doch kreeg tot antwoord Nothing, dat is er was er geen hetgeen mij zeer spijt. Ik doe Uw Innig Geliefde hiermede geen verwijt want ik weet zeer wel dat dit aan Uw niet lijd, maar aan dat verdoemde ellendig postwezen, dewijl men het gestadig hier hoort dat er brieven of pakken weg zijn zoo als met mijn en Uw hartelijk beminde Vrouw en Kinderen,ook het geval is. Zijnde er van ons beide zeker al vijf verloren hebbende ik Uw en ook mijne Broeders verscheidene geschreven, waaronder een pakket van 3 brieven, beschrijvende de Kaapstad en Omstreken en geadresseerd aan Gilles waarop ik allang antwoord op konde hebben maar tot dus ver nog geen gekregen heb dus moet gij mij Geliefde Vrouw dit eens schrijven. En gij moet nu en dan eens op het postkantoor in die kooi gaan zien of er geen brieven voor Uw Beminde liggen. Gilles weet wel waar het is.

Het spijt mij dat het pakje nog niet tregt is, maar het doet mij, God hier boven weet het toch goed, innige dierbare en beminde Vrouw en Kinderen dat zij en ook Uw nog zoo om mij denken. Vandaar ben ik dan ook heengegaan en heb een paar cigaren weten te krijgen en heb dezelve met zoo een genoegen gerookt altijd in de gedachten houdende dat zij van Uw geliefde Vrouw en Kinderen waren. Oh! hoe goed deed het mij ook te vernemen, dat de kinderen nog onder elkander eens over mij keuveld het geen gij mij schrijfde van onze lieve Phillip hem Riek als vader ons uit school haalde  enz. Ik kan Uw verklaren Geliefde dat het was als of ik het hoorde. Zoo schoot mij voort zijn spreekwijs binnen. En dan die lieve Riek ook hoe zal die bijdehante kleine kat in der schik zijn geweest.

En nu Lieve Vrouw en Kinderen nu, terwijl ik dit schrijft, komt de Postman en brengt tot mij grootste vreugde een brief van Uw mijn Geliefde Vrouw en Kinder, Ouders, Broeders, Zusters. En wat de Blijdschap nog bij het opbreken vermeerderde dat er een van mijn geachte Broeder Gilles bij was. Welke mij verzocht om antwoord, hetwelk ik dan ook bij deze gelegenheid doe. ook verzoekt gij mij dat ik dezelve blij elkander zal sluiten. dit wilde ik gaarne en had het ook wel gedaan maar ik dacht Zoo, schrijf ik aan Uw Geliefde Vrouw en Kinderen en aan mijn geliefde Broeder en ik sluit ze bij Elkander., dan kunnen ze alle weg raken, maar adresseer ik ze op twee verschillende plaatsen, dan hebt gij alle toch ten minste tijding van mij.

Teffens heb ik uit Uw geliefde brief dato 2 February vernomen dat gij alle frisch en gezond zijt, hetgeen mij groot genoegen doet zoo als gij wel denken kunt. Verders dat gij Geliefde Vrouw vernomen hebt, dat ik een  bankroetje gehad heb ja en goed ook. Want dit is de reden dat ik naar buiten gaa. het zijn hier groote schelmen daar gij niets op bouwen kunt. Enfin nu is het beter zoodat gij aan mijn waarde Broeder Gilles zegge moet dat hij nog wat wachten moet dewijl ik nog niet weet hoe of het met de Kleedermakerij buiten is, waarover ik nu tegelijk met deze aan hem zal schrijven.dus dat gij vooral niet onverwachts zonder dat ik het weet uit holland vertrekt, daar het hier zoo gelegen is dat men aldemet 3 a 4 maanden wachten moet eer er een wagen uit de Kaap vertrekt. Wel de postkar, maar die neemt geen goed mee, dus zoudt gij Uw danig vergissen. Ook verneem ik dat het geld van van Dartelen naar de duivel is, dat is zoo mooi niet, maar ik heb toch altijd noch hoop, zoo hij komt te sterven. Enfin Geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, houdt maar goede moed ik zal mijn best doen zoo veel ik kan, maar om zoo veel geld te krijgen,dat gij alle bij elkander in eens zoudt kunnen overkomen, dit kunt gij ligt begrijpen is onmogelijk. Welligt een voor een. Ik zal mijn best doen, doet Gij Geliefde het ook. Ook kan ik zeer wel begrijpen hoe of gij geliefde Vrouw en Kinderen zit, maar God die weet het, ik heb hier in de Kaapstad mijn best gedaan. Maar doe Uw best, zonder geluk vaart niemand wel. Maar treurt niet Geliefde Vrouw en Kinderen, nu gaat het zeker beter. Ook verneem ik dat de Kinderen zoo verlangen, die Phillip, die Philip, daar ben ik wel bang voor geweest, want hij was immers toen ik vertrok al zoo. En dan Rieka acht Vrouw wat zullen zij hier buiten een schik hebben in dit heerlijk klimaat. en dan kunnen zij hun buik vol eeten met druiven, persiken, water lemoenen enz. Wat zal verheugd zijn als ik, gelijk ik hoop dat de lieve God dit geeft, spoedig mag zien. Ook schrijft gij mij van de Harmonika, dit kon ik op het ontvangen van Uw laaste brief wel begrijpen, vermits ik daar uit vernam, dat het slecht met werk was. daarom, het gaat hoe het gaat. Ik zal mijne zoolang houden tot dat gij er mijn eers mede brengt. Maar doe daarom  geen te haastige zaken, want hoe of ik ook met hart en ziel naar Uw verlangt, is het toch altijd beter een maand later dan te vroeg. Ik zal Uw zeggen waarom. Juist als gij nu uit holland vertok dan komt gij in de storm maanden alhier aan. Het beste is, want zoo als gij geliefde uit mijn eerste brief kunt lezen, ik heb het bij onderving van die driedaagsche orkaan, toen wij met ons schip hier op de hoogte van de kaap waren Het beste is dat gij uit holland vertrekt met een Zeilschip de Maand October of omstreeks zoo dat gij dan omstreeks Januarij hier aankomt, dat de stilste tijd is, vermits als dan hier de Oorlogschepen mogen komen, maar in de andere maanden behalve Februarij en december ook niet. Dus dit is de beste tijd om hier binnen te komen dewijl het als dan hier midden in de zomer is en wij het gestadigste weder hebben. Er komen wel gedurig schepen binnen het geheele jaar door, maar dan zijn ze niet geassureerd, vermits de assurantiekantoren dit niet willen doen. Zoodat gij hieruit kunt opmaken welke tijd gij Innig geliefde uit holland vertrekken moet, hetzij per zeilschip hetzij per Mailsteamer. Enformeert daar goed naar ik had altijd liever per Mailsteamer daar ik dan uit de tijd wist wanneer gij hier konde aankomen zoodat ik dan met de ossenwagen tegen die tijd in de stad konde komen om Uw af te halen. Zoodat Gij Teerbeminde en geliefde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters, dit wel onthoudt. en mij altijd precies schrijft wanneer gij uit holland denkt te vertrekken. en met welk schip en kaptein of met welke steamer en kaptein opdat ik, zooals ik hierboven gezegd heb, mij daana kan regelen. Alsdan kan gij Uw intrek nemen bij den Heer Rigters op het Boerenplein daar zijn altijd hollanders en waaronder verscheidene kennissen van mij  gelogeerd, die kunnen Uw Innig geliefde Vrouw en Kinderen altijd zegge of schrijven waar ik ben, hetgeen altijd goed is daar er wel brieven uit het binnenland weg raken. alhoewel ik juist zoo ver niet ga zijnde het hier niet heel ver van daan zoo als gij hierboven gelezen hebt.

Verder verneem ik uit Uws geliefde schrijven dat Vaders Stiefmoer is overleden. dit varken had maar eenige jaren vroeger moeten creperen. maar dit is nu niet anders dat is werelds beloop. Verder dat Moeders, Broeder en Zuster, als ik het wel hep, ook overleden zijn. deze menschen hoop ik dat ze op die plaats zijn waar we alle zoo vurig eenmaal naar verlangen te komen, zoo dat ik ook uw Geliefde Ouders hiermede condoleer. hoopende dat het zijn Almagtige en Wijze Godheid behage moge, dat ook wij, wanneer onze tijd eenmaal daar moge zijn, ons in genade mag aannemen en ons die Hemelsche Zaligheid doen smaken de welke onze Heer en Zaligmaker Jesus Christus in het huis zijns vaders, ons zoo wij hoopen en verlangen bereid. Hierin berustende, gelovig en biddende en genadiglijk op vertrouwende, zoo schenk de Heer U alle van nu tot in eeuwigheid zijne genade Amen.

En nu teer beminde Vrouw en Kinderen, ouders, Broeders, Zusters Enz. heb ik u verdens niets te berigten als van wege het stuk hetwelk ik van het goevernement ontvangen heb waarover ik ook in de brief aan mijn geachte broeder zal schrijven zoodat als er een wegraakt gij toch geliefde van deze zaak afweet. ten eerste de kinderen, die na de aanvraag zoo als dit nu met mijn geachte Broeder Bart het geval is, wordt door het Goverment niet voor betaald. ten tweede voor geen gebrekkige of voor Menschen die kwalen hebben, wordende alle bij aankomen alhier door een docter gevisiteerd. Ik schrijf Uw dit geliefde opdat gij dan daar altijd Uw naar kan regelen. Het geval wordt wel zoo naauw niet genomen, maar het is toch altijd goed als men het weet. Ik heb dit zelfde in Gilles zijn brief geschreven zoodat hij het altijd weet daar Uw mij teerbeminde Vrouw en Kinderen er overschrijft dat Uw zoo verdrietig is. dit is verkeerd want ik wenschte dat ik hier op Zwellendam eerder was geweest dat had gij geliefde al bij mij geweest. maar dit is nu niet anders. Wat het praten van de Jong, die onder moeder woont daar stoor ik mij niets aanwant wat heeft een matroos voor ondervinding voor die korte tijd, dat hij met zijn schip in de baai ligt en zelden aan wal komt. dus kan hij dat onderzoek en die ondervinding niet hebben die ik heb daar ik er rond jaar gewerkt heb bij ??????  ?? ??????? verklaar dat die geene die zegt dat het er goed is, er niets van weet, want de Hollandsche Emigranten die in mijn tijd in de Kaap gekomen zijn, zijn alle naar buiten vertrokken, om reden dat zij verklaarden dat de Kaapstad hen in ‘t geheel niet beviel.

Ook heb ik uit Uw geliefd schrijven vernomen dat mijn waarde Zuster Antje 25 jaar in haar betrekking is geweest, waarmede ik haar fillisteer en wensch dat zij met vrede en genoegen daar nog vele jaaren mogt zijn. Ook heb ik vernomen dat Mijn Waarde en beminde Moeder er naar aan toe is, hetgeen mij hartelik leed doet. Zoodat ik wensch dat het de Heer behage moge om haar spoedig van dit leed te verlossen Wat nu Uw schrijven aan betreft van vastigheid hiervoor behoeft men niet te vreezen als men zich maar fatzoenlijk gedraagt en  wat geld dit denk ik  Uw innig en teerbeminde Vrouw en Kinderen met volgende Mail over te zenden, zoodat gij Uw tegen dien tijd moet gereed houden om naar mij toe te komen, zoodat gij geliefde mij dan schrijven moet moet met welk schip en de naam van de Kaptein, gij hier na toe denk te komen als ook wanneer hij uitzeilt, dan weet ik zoo wat de tijd wanneer Uw geliefde Vrouw en kinderen hier kunt aan komen, zoodat ik Uw teerbeminde Vrouw en Kinderen kan afhalen.

Wat mijne geliefde Broeders en Zusters aan betreft het spijt mij dat zij niet gelijk kunnen overkomen want voor de Kleedermakers is het hier ook zeer goed men krijgt voor het maken van een broek en ook van een vest zes schillings, als men voor een baas werkt. Hierover zal ik met de volgende meer schrijven. En nu Innig geliefde Vrouw, Kinderen, Ouders, Broeders, Zusters breek ik hier af met de pen, maar niet met het hart.

Wenschende dat het de Heer behage moge dat Hij Uw alle geliefde in zijne heilige bescherming moge nemen. Uw alle bij deze kussende en de hand drukkende, gelijk ik hoop dat gij geliefde Vrouw, de kinderen eens voor mij kust, hetgeen ik hoop spoedig zelf te doen.

Zoo noem ik mij Uw Liefhebbende

                      Echtgenoot en Vader

                        L. Van Groningen

N.B.

deze is tot Engeland gefrankeerd verder kan men hier niet

 

Aan mijn teeder beminde Vrouw en Kinderen

     op haar Geboortedag den 27ste  Maart 1859

 

                                      Schoon ver van U blijf ik steeds aan U denken,

                                      Geprangd door rouw, bijna verteerd door smart;

                                      Schoon dag noch Nacht mij geene rust kan schenken.

                                      Naar U alleen, Naar U verlangt mijn hart.

                                      In ‘t somber bosch, op berg en dal, in lagchende valleijen,

                                       Blijf mij Uw beelden gestadig aan mijn Zij

                                      Hoe ‘t grilziek lot, mij zuchten doet  en schreijen

                                      In een woestijn blijft mij uwe beelde nog steeds bij

                                      Niet in ‘t  gewoel van rustelooze menschen

                                      Noch bij den stand die den Heer mij schenkt

                                      Is ‘t groot Heelal te klein voor mijne wenschen

                                      Wanneer mijn hart aan Uwe liefde denkt

                                      Ja, dit alleen vervult steeds mijn gedachten.

                                      Dikwers des nachts zie ik in een droom Uw nog.

                                      ‘k klaag Uw mijn leed, gij deelt in mijn smarten

                                      ’k ontwaak, mis U Helaas, o wat wreed bedrog.

                                      Als ik herdenk, die snel vervlogen tijden,

                                      Dan bloed mijn hart, daar ik onophoudelijk ween.

                                      ‘t Genoten vreugd, doet mij thans dubbel lijden

                                      In kommer en smart, vlied mijne dagen heen

                                      God geeft dat ons, geen ramp ons meer komt storen

                                      totdat ‘t de Heer behaagt, dat Hij Uw tot mij geleid

                                      Zoolang zal mijne geest, schoon fluistrend u doen hooren

                                      Ik min U Ja!, ik min U tot in de Eeuwigheid.

 N:B:

Gij moet den Heer Fruitier eens gaan spreken of die geen zin heeft om hier naar toetekomen. ik kan hem op mijn woord verzeker dat hij met zijn Geld en zijn verstand van den handel hier bepaald fortuin maakt. Wanneer mijn waarde Heer en Vriend hier geneegen in zoudt nemen, schrijf er mij dan over of hetgeen hetzelfde is laat er een brief van de Heer Fruitier in sluiten alsdan kan ik later schrijven welke artikelen hij het voordeeligst uit holland zoude mede kunnen brengen en hier zoudt kunnen plaatsen.

En nu Geliefde rouw en Kinderen enz.

Vaarwel, Vaarwel en leef tevreden vol  vertrouwen en geloovende in hem die voor onze zonden gestorven is alzoo vertrouw en geloofd ook

      Uw Teer beminde Echtgenoot en Vader, zoon, Broeders en Zusters

                            L. Van Groningen

 NB   nb   Nogmaals vaarwel vaarwel

 

Op 6 juni 1859 verhuist Lambert, met een ossenwagen waarvoor  14 ossen twee aan twee ingespannen waren, van Kaapstad naar Swellendam.

Het duurde 6 dagen om de 250 km naar het oosten af te leggen. Swellendam is een stad in de gelijknamige gemeente (munisipaliteit) in de provincie West-Kaap in het Zuid-Afrikaanse dis-trict Overberg.  Swellendam ligt aan de voet van de Langebergen. Deze stad is de derde oudste nederzetting van Zuid-Afrika, na Kaapstad en Stellenbosch.

In onderstaande brief beschrijft Lambert zijn reis langs o.a. Sommerset en Caledon (beide op het kaartje aangegeven).

De gravure rechts is een foto van pagina 365 uit deel 1885 van De Aarde en haar Volken waarin Majoor Serpa Pinto "Mijne reis dwars door Afrika (van de Atlantischen- naar de Indischen Oceaan)" heeft beschreven

 

 

Geliefde Broeders en Zusters.

Hartelijk wenschende dat Uw alle dezes in gezond heid moogt ontvangen. Zoo heb ik het genoegen Uw bij deze te melden, dat ik ook nog Gode zij dank frisch en gezond ben, hetgeen ik wensch dat dit met Uw alle ook het geval mag zijn.

Gij lieden zult, geliefde Broeders en Zusters, uit het bovenstaande inzien dat ik mij op heden niet meer in de Kaapstad bevind. Zoo als gij ook geliefde Broeders en Zusters uit de brief welke ik met deze Mail aan mijne teerbeminde Vrouw en Kinderen geschreven heb, vernemen zult, welk ik nog in de Kaapstad geschreven heb. gelijk ik deze uit Zwellendam schrijft. Zoo als ik Uw geliefde reeds vroeger geschreven heb, was mijn voornemen om de Kaapstad te verlaten, vermits het daar van het allerbeste niet is gelijk gij zelf kunt oordelen van hetgeen volgt. in de Kaapstad krijgt met voor een ????????? vier pond sterling en hier heb ik er een van den den Heer Stein aangenomen voor zeven pond sterling, zoodat dit bijna de helft verschilt. Het is wel is waar, dat ik nu op dit oogenblik éen pond sterling, buiten het wasschen ‘s wekelijks betalen moet, maar dan heb ik het ook veel beter En wanneer mijn Innig geliefde Vrouw en Kinderen overkomt, hetgeen ik wensch dat spoedig het geval mag zijn, gelijk ook gij geliefde Broeders en Zusters, dan kan met hier veel goedkoper leven dan in de Kaapstad, vermits het vleesch hier zes stuiver kost en in de Kaapstad negen. Ook zijn de woningen hier veel goedkoper, zoodat ik maar wenschte dat mijn Geliefde vrouw en kinderen hier was, dan zal ik een huisje met een tuintje zien te krijgen.

Voor het overige geliefde Broeders en Zusters, is hier niets geen vermaak hoe ook genaamd. men eet en drinkt, werkt en slaapt, gaat Zondags ter kerk en dat is het ??. Ook heb ik Uw te berigten waarde Broeders en Zusters, dat gij mijne vrouw aanraad, gelijk ik Uw alle aanraad om met Mail te komen gelijk ik al meer geschreven heb, want dan weet gij mij juist te berigten wanneer gij hier aankomt. Ook zoude ik Uw raden om niet eerder als de Maand November uit Holland te vertrekken dat wil zeggen met de Mail maar zoodit nu te veel geld kost. ten minste zoo als ik dacht vijftien pond dan zoude ik maar met?? en schip komen, juist zooals ik Uw geliefde broeders en Zusters geschreven heb. In alle geval verkoop gerust Uwe meubelen, want die kunnen toch hier niet naar toe vervoerd worden zonder buitengewone groote kosten Zoodat gij Uwe goederen maar in kisten moeten pakken. Wat mijne vrouw aan betreft die zoude haar lade tafel in een kist gepakt medebrengen kunnen, maar ook niets meer ten zij dat ze zes stoelen en een tafel uit elkander laat nemen en pakke die ook in een kist. dit zijn zaken die gij niet moet vergeten. Wat nu het werk hier aanbetreft voor een kleedermaker dit zal ik Uw met de volgende Mail schrijven vermits ik dit nu nog niet weet.

En nu Geliefde en teerbeminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters zal ik Uw mijne reis naar Zwellendam beschrijven. Zwellendam ligt van de Kaapstad 7 a 8 dagen reis met een ossenwagen, maar ik heb het zelve gedaan in 6 dagen om reden dat het ligte maan was gelijk Uw lezen zal.

Wij vertrokken op Dinzsdag den 6de Junij uit de Kaapstad ‘s middags omstreeks twee uur met een lange wagen, bespannen met veertien ossen twee aan twee gekoppeld, vergezeld van een kleine zwarte jonge iets grooter Geliefde Vrouw dan onze lieve Filip en een man die de wagen bestuurt door middel van een zeer lange zweep en een gestadig geschreeuw van Zeeland, blaauwberg, Zwartland, Witvoet Enz te veel om op te noemen, zijnde dit de ossen hun naam waarna zij zeer goed luisteren alhoewel zij zoo tusschen eens met de zweep moeten hebben. Alzoo reisden wij door tot des avonds tien uur spanden alstoen de ossen uit en kookten onze koffij en braaden ons vleesch aan een spit en een stuk ‘brood daarbij. ziedaar onze maaltijd genuttigd in de open lugt bij een fiks vuur, alzoo de nachten om deze tijd bijzonder koud zijn hebbende ik sneeuw op bergen zien liggen. na gegeten te hebben gingen wij onze matrassen op het gras leggen en sliepen daarop tot des nachts vier uur. alstoen wierden de ossen weder ingespannen en voort ging het, altijd zoo wandelende weg vermits de ossen zeer langzaam loopen. dit ging tot acht uur naamen onze maaltijd Zooals ik Uw hierboven geschreven heb, spande de ossen weder voor en vertrokken tot des middags omstreeks een uur dronken weder koffij enz. reden verder. tot ‘savonds 6 uur. lieten de beesten nog eens graze en reden weder tot tien uur. Dit ging zoo alle dagen zoodat ik zes dagen daarna des middags om twaalf uur te Zwellendam aankwam.

En nu Broeders en Zusters voor pleizier behoeft gij zoo een reisje niet te doen want met ziet niets anders als woeste kusten, klippen en rotsen men krijgt slechts op de geheel weg twee dorpen in het gezigt, zijnde Somerset en Caledon. Verdens was er de geheel weg omstreeks veertig of vijftig huisjes, dat is alles wat men ziet. Maar voor een siminariaat der Natuur, is het hier ook schoon, vermits men verhevene en trotsche gezigt krijgt wanneer men door de bergkloven rijd ofschoon dezelve niet zonder gevaar zijn dat men niet moge in de afgrond geslingerd wordt zooals het nu kortelings geleden met de postkoets gebeurde hebbende gelukkig de postillon de tegenwoordigheid van geest gehad om de paarden los te snijden en de kar over het walletje, dat langs dien afgrond opgeworpen is, in de afgrond gevallen was, zijnde de paarden verbrijzeld beneden gekomen.

En nu geliefde Broeders en Zusters volg mijn raad en wacht totdat ik Uw verder geschreven heb hoe of het hier met de kleedermakers gesteld is gij weet zelf hoe of ik naar Uw alle verlangend ben maar het is beter een of twee maanden langer van elkander verwijderd te zijn, dan dat het Úw later zoude berouwen. dus gelijk ik hierboven gezegd heb met de volgende Mail weet ik het Uw stellig te schrijven.

Waarde broeders en zusters, doe mij het genoegen en beur mijn lieve Vrouw en kinderen wat op, want ik weet zeer goed wie zij is. daarom heb van de beginnen af aan een zwaar hoofd gehad om alleen te gaan en haar achter te laten maar verzeker haar op mijn woord dat ik al die tijd mijn uiterste best gedaan heb, Broeders en zusters.

Ook Uw geliefde ouders kus mijne geliefde Vrouw en kinderen eens voor mij en filisteer Hendrika teffens voor mij, gelijkerwijs ik Uw alle filisteer, die in dien tijd hun geboortedag moge gevierd hebben.

En nu Waarde en Innig beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters en verdere bekenden, de Zegen des Heeren, Vrede en Voorspoed vergezelle Uw alle ten eeuwige dagen, smeekende ik dagelijks dat het de Heer der Heerscharen behage moge dat wij spoedig weder hereenigd moge worden. dit zij zoo. En nu geliefde heb ik alleen Uw opmerkzaam te maken op hetgeen ik reeds meer geschreven heb, namelijk dat gij niet veel bagage mede breng dewijl een ossenwagen niet heel veel laden kan en elke wagen zes pond kost. dus dat dit nog al oploopt. ook zorg voor verfrissing aan boord zoo als ik Uw in mijn eerste brief uit Kaapstad geschreven heb, en slaa dit niet in de wind, want het zoude uw berouwen mijn raad niet opgevolgd te hebben.

En nu Gij alle geliefde breek ik af met de pen maar niet met het hart hoopende dat wij elkander spoedig moge wederzien

Hiermede heb ik het genoegen mij te noemen gelijkerwijs ik vertrouw dat ik genoemd wordt

Uw Liefhebbende Broeder

L. Van Groningen

N.B.

Wanneer gij uit holland moogt vertrekken schrijf mij dit terstond en neem Uw intrek bij den Heer Richters op het Boerenplein. Ook waarde en beminde vrouw en kinderen moet gij voortaan Uw brieven adresseren in een dubbel couvert op het buitenste couvert of omslag Aan den Heer J. Stein tot Zellendam Kaap de goede Hoop en op het binnenste, aan den Heer van Groningen tot Zwellendam komende hij alsdan bepaald teregt gelijk ik ook in de brief aan mijne beminde vrouw die ik met zelfde mail verzonden heb geschreven heb. dus in alle gevallen dit bovenstaand adres is goed

En nu Beminde Ouders, Broeders en Zusters gij ook bekenden Vaartwel, Vaartwel tot

Wederziens

L.V.G.

 

 

Wanneer gij schrijft Geliefde Vrouw, wees dan zoo goed om de brief te Adresseren aan

den Heer L. van Groningen ten huize Van de Heer Johan Smith in de Loopstreet bij de Buitenstreet te de Kaapstad

 

Zwellendam den 17de Augustus 1859

Innig en Teerbeminde Vrouw en Kinderen

Ouders, Broeders en Zusters en verdere bekend

God den Heer biddende dat Hij Uw dezes Geliefde en beminde Vrouw en kinderen in gezondheid doet geworden. Zoo heb ik het genoegen Uw alle te berigten dat ik Gode zij dank ook nog frisch en gezond ben Gelijk Uw Innig geliefde Vrouw en kinderen uit mijn voorig schrijven dat 20 Junij vernomen heb ben ik naar Zwellendam vertrokken, dewijl ík in de Kaapstad niet langer langer wilde blijven Uithoofde dat er geen fortuin te maken is.

En ik kan Uw geliefde Vrouw en Kinderren verzekeren dat het hier voor zooveel als ik Uw thans melden kan veel beter is. Wel is waar heb ik Uw beminde geschreven, dat ik hier een pond sterling in de week voor kost moet betalen maar dit is slechts een maand geweest, daar ik nu, dewijl ik dit schrijf, een kamertje van mijn baas naast de winkel gekregen heeft zoodat ik nu vrij wonen heb moetende ik mijn kost koken zoodat ik verpligt ben geweest om mij een ijzeren pot, als ook een koffijtrommeltje en meer andere zaken te kopen. Zoodat ik mij nu veel behelpen moet maar dan verteer ik ook niet meer als circa 15 schillings per week. dus dit is alweer uitgewonnen. al deze zaken zijn hier buitengewoon duur. want ik moest voor een klein blik koffijketeltje vierentwintig stuivers hollands betalen de pot kost mij ? schillings Een half pond koffij trommeltje dertig stuivers hollands en zoo alles naar rato, dus zoodat ik alweder veel uitgaaf heb gehad, maar dit is niets nu kan ik ook s’avonds

wat werken en daar ik op stuk werk ook meer verdienen, daarbij vertrouw ik, dat wanneer ik eenige tijd bij den Heer Stein, Zoo is de naam van de baas, werk ik waarschijnlijk wel eenig voorschot denk te krijgen. dus geliefde vrouw en kinderen houdt maar goede moed en vertrouw op den heer. Ik wenschte wel dat gij al bij mij was, want het zal er nu naar aantoewezen in Europa doordien ik de couranten gelezen heb en daaruit vernomen heb dat de oorlog tusschen Oostenrijk tegen Frankrijk en Italië is uitgebroken, zoodat het daar niet beter van wordt, maar wel slechter. Ook kan ik wel nagaan hoe of Uw teerbeminde Vrouw en kinderen Uw in alles zal moeten behelpen daar denk ik dag en nacht over na, zoodat ik Uw Innig geliefde ook zoo spoedig mogelijk het papier overgezonden heb als mij slechts mogelijk was te meer daar Uw geliefde mij schreef dat als gij het papier maar had dan was gij spoedig bij mij. Hoe dit is mij onbegrijpelijk zoodat ik wel wenschte dat Uw Geliefde dit mij schreef. In alle geval raad ik Uw Teerbeminde vrouw en Kinderen, alsook Uw Waarde Broeders en Zusters die mogten overkomen aan al Uw huisraad te verkopen, uitgenomen keukengereedschap zooals potten, pannen, borden, kroezen om uit te drinken, hetgeen ik Uw geliefde aanraad om dit alles van ijzerblik te koopen daar men geen aardewerk niet schik op de ossenwagen kan heel houden alsook uw beddegoed want dit kan men hier bijna niet gevuld krijgen. Zoodat ik nu al een jaar lang op de leege peluw en daar bovenop die katoenen deken gelegen heb, dekkende ik mij toe met die wollen deken hetgeen zeer goed gaat dewijl het hier in de winter nooit zoo koud is als bij ons, doch toch raad ik Uw aan om voor wat warme kleederen voor uw en de kinderen te zorgen dewijl het s’nachts koud is men wanneer men met de ossenwagen reist veelal op de bloote grond moet slapen. Zoodat Innig Geliefde Vrouw en Kinderen Uw hierop bedacht moet wezen. Zoodat Uw Geliefde mij bepaald schrijft alsgij in de Kaapstad moogt zijn aangekomen en zoodat ik dan zoo spoedig mogelijk, het zij per post of te paard naar uw toekom, dus wees zoo goed teerbeminde Vrouw om mij te schrijven op welke grond of gij dit gemeend heb ???? schrijven van als ik het papier maar had dan was ik spoedig bij Uw. God den Heer geve dat dit spoedig moge gebeuren want dit leven, dit begint mij tegen te staan hetgeen Uw Teerbeminde Vrouw en Kinderen wel denken kunt. Maar houd goede moed, want hier heb ik een fiks uitzig, wel niet als baas maar als een royale knecht dus wees goedmoeds en vertrouw op Hem die boven ons woont en die alles hoort en ziet en alles bestiert naar zijn welbehagen. Zorg vooral voor Uw geliefde als ook voor de lieve kinderen voor schoene want die zijn hier peperduur. ook Zoude ik Uw geliefde en Teerbeminde aanraden om mede te brengen een koffijmolen en een pepermolen dewijl de gemale koffij hier 18 stuiver het pond kost en bitter slegt is. en de peper koopt men hier als heele korrels. breng vooral wat tuinzaden van alles mede dewijl men hier geen groente kan bekomen of men moet ze zelf verbouwen. Vandaar dan ook dat hier bij elk huisje een stuk grond is, waardoor dit dorp een schoon aanzigt heeft. Ook heb ik het genoegen Uw geliefde te berigten dat ik Uw brief data 30 Mei ontvangen heb waaruit ik verneem dat Uw Teerbeminde Vrouw en Kinderen het pakket ontvangen heeft doch met leedwezen daaruit Uw geliefd schrijven vernomen heb dat er geen kinderen onder begrepen zijn hetgeen ik mij niet kan begrijpen, daar mij de Magistraat hetzelf gezegd heeft toen ik nog in de Kaap was.

Wat dien brief van mijn waarde broeder Gilles aan betreft, deze behelst niets anders als dat ik het pakket aan Uw geliefde verzonden had. Zoodat hij daar geen moeite meer voor behoeft te doen. Wat verder de verandering van plaats aanbetreft teffens heb ik het innig genoegen dierbare en liefheb bende Vrouw en Kinderen Uw nogmaals met uw geboortedag, alsmede met de geboortedag van onze lieve Hendrika te Fillisteeren. Hoopende dat het God de Heer behage moge dat het voor de laatste keer moge zijn, dat wij elkander in Letters onze gedachten en Fillisitaties moeten uitdrukkken. Ja dat het Hem die boven ons woont en alles hoort en ziet, die onze geheimste gedachten kent, dus die ook weet hoe innerlijk of ik Uw geliefde Vrouw en Kinderen bemin, hoe vuuriglijk of ik naar Uw verlang. Zoodat ik dan ook ten volle op Hem bouw en vertrouw dat die dag, die lang gewenste dag spoedig moge aanbreken. Hierin berustende en Uw een hartelijk Vaarwel toeroepende, alsmede een goede reis toewenschende. Zoo noem ik mij met Liefde en Achting Gelijk ik wensch dat gij met Liefde en Achting mij moge gedenken Vertrouwende dat gij bij deze mijn welmeenende kus ontvangt, kusschende teffens onze lieve kinderen eens voor mij. druk mijne teffens en ook Uwe geliefde Ouders, Broeders en Zusters eens de hand en kus ze voor mij.

Hun alle wenschende heil en zegen en voorspoed hier en de Eeuwige Zaligheid hiernamaals

Dit Voor Uw Teerbeminde Vrouw en Kinderen alsmede Ouders, Broeders, Zusters enz hartelijk wenschende

Zoo noem ik mij Uw teerbemind Echtgenoot Vader L. Van Gro.

 

 

Aanhangsel bij brief d.d. 17 augustus 1859

NB     Nogmaals hartelijk Geliefde en teerbeminde vrouw en kinderen noem ik mij met Achting en Liefde Uw teerbeminde Echtgenoot en Vader

                                            L. Van Groningen

N.B:  N.B:     Innig geliefde Vrouw en kinderen op heden Zaterdag ochtend den 4 Juni ben ik vertrokken met een ossenwagen naar Zwellendam bij den Heer Stein zullende ik geliefde met de volgende Mail schrijven. Wat het pakje cigaren en Tabak aanbetreft daar is niets van teregt gekomen hetgeen mij zeer spijt omdat het van mijne lieve kinderen kwam Uw moet mij niet kwalijk nemen dat ik dit laatst met potlood schrijf daar de wagen op mij staat te wachten. En nu vaarwel geliefde Vrouw en Kinderen. Wij zien elkander nu spoedig weder dit weet ik zeker Uw geliefde in gedachte kusschende zoo noem ik mij Uw liefhebbende Echtgenoot en Vader 

                                               L. Van Groningen

 

Swellendam den 20ste October 1859

Innig Geliefde en Teer beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters. Enz

Hartelijk wenschende dat het de Almagtige God behage moge dat Hij uw dezes in gezondheid doet geworden Zoo heb ik Uw Geliefde Vrouw en Kinderen en verdere Bloedverwanten te berigten dat ik op heden ook nog al welvarend ben, hebbende ik een week of twee niet kompleet kunnen werken Uithoofde ik mij met de bijl in mijn linker wijsvinger

gehakt heeft, en wel Zoodanig, dat het been af was. Zoodat ik beducht was dezelfe te verliezen. hierbij kwam de Koorts. waarschijnlijk van de pijn die ik leed. Zoodat dit mij veel achter uitgezet heeft. doch nu geliefde en beminde Vrouw en Kinderen is het reeds zoover beter dat ik ten minste weder werken kan. Wel niet zoo als gewoonlijk maar dat zal hoop ik wel komen. Ook moet ik Uw hartelijk beminde Vrouw en Kinderen en verdere bloedverwanten bij deze mijn leedwezen en verwondering te kennen geven, dat ik sinds Julij nog geen tijding van Uw Innigbeminde Vrouw en Kinderen ontvangen heeft. als zijnde Uws geliefde brief, dato 30 Mei de laatste die ik van Uw dierbare Echtgenoote en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters ontvangen heeft.

Kunnende ik mij dit langdurig stilzwijgen niet begrijpen. Is er teerbeminde iets gebeurd, zoo schrijf het mij gerust, dewijl ik ten eerste reeds op alles voorbereidt ben. Volgens Uw laaste schrijven en ten tweede omdat ik reeds aan alles gewoon ben, Zoodat gij Innig geliefde mij niets moet verheelen op dat ik hiernaar mijne maatregelen kan nemen. Ik weet Zeer goed, harte lijk beminde Vrouw en Kinderen dat het er bij Uw Zeer Schraal zal langs gaan maar God hierboven weet het dat ik tot heden nog niet in staat ben om Uw hartelijk geliefde eenige onderstand te zenden dewijl de Heer Stein bij wien ik thans werk zoo als ik Uw geliefde geschreven heb, op dit oogenblik zeer schaars van geld is, zoodat hij mij op dit oogenblik nog aan het voorschot Zoo als ik Uw geliefde en Teerbeminde Vrouw en Kinderen niet kan helpen maar houdt goede Moed want ik weet zeker, dat het Uw Teerbeminde in de Maand Januarij of op zijn hoogst Februarij zal geworden. zullende ik Uw alsdan een wissel zenden op de naam van den Heer Fruiter Zijnde onze Hollandsche Consul aan de Kaap of op naam van den Heer Daneel zijnde een Zeer geacht koopman maar zoo het beter ware, dat ik Uw Engelsch bankpapier zoud geven Uw konde dat in Amsterdam gewisseld krijgen, wees dan zoo goed, innig geliefde, dit mij zoo spoedig mogelijk te doen weten opdat ik hiernaar handelen kan, dewijl Goud of Zilver te moeijelik is om het over te zenden.

Wat het verdere nieuws aanbetreft heb ik Uw bitter weinig te schrijven vermits men hier niet veel hoort te meer dewijl ik voor mij nooit uit gaan, zoodat ik God den Heer Zaliger danken als gij geliefde Vrouw en de Kinderen bij mij zal zijn. Want nu heb ik een ????? leven dewijl ik niets anders doe als eeten, druk werken en slapen en dat is Zoo de eene week in de andere week uit. Dus kunt Uw geliefde zeer goed begrijpen dat mij dit hart begint te vervelen Ook heb ik het genoegen Uw bij deze te verwittigen dat ik gehoord heb dat het Schip de Estafette Kaptein Rietveld weder in September uitgezeild is naar de Kaap God geve dat gij innig geliefde op het zelve was, want alsdan wist ik nu reeds de tijd wanneer ik Uw Teerbeminde Vrouw en Kinderen bij mij had. als ook heb ik vernomen dat de Vrede in Europa geteekend is, het geen zeer gelukkig is, daar het er toch buiten oorlog evenwel al naar is.

En nu Geliefde en hartelijk beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters, zoo heb ik bij deze de Eer en het genoegen Uw alle een hartelijk vaar wel toe te roepen. God den Heer Biddende dat Hij Uw alle geliefden in Zijn heilige Bescherming moge nemen. Wenschende hartelijk dat gij elkander hierop deze aard nog eens moge weder zien of, zoo het zijn wijs raadsbesluit moge zijn, dat dit niet zoo is dan wensch ik laats dat wij Elkander aan gene Zijde des grafs moge ontmoeten.

En nu beminde Vrouw en Kinderen Uw in mijne eenzaamheid bij deze hartelijk in gedachte kusschende

Zoo heb ik de Eeer het genoegen de Blijdschap mij te noemen 

Uw Liefhebbend Echtgenoot en Vader    

L Van Groningen

N.B. geliefde Vrouw doe vooral de complimenten aan Ouders, Broeders en zusters en verdere bekenden.

 

Zwellendam den 18de December 1859

Innig Geliefde en Teerbeminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters, en Verdere bloedverwanten

Hoopende en God den Heer biddende dat het Zijn Welbehage moge wezen, dat Uw dezes Innig geliefde in gezondheid moogt ontvangen.

Wat mij aanbetreft ik ben God Zij gedankt gezond. Zooals Uw Waarde en Innige Geliefde gezellin des levens vernemen zult uit de bijgaande letters alsdan kunt Uw Innig geliefde daar uit zien dat ik met deze te laat aan het postkantoor ben gekomen vermits de Mailsteamer al vertrokken was. dit moet gij mij Geliefde niet ten kwaade duiden dat hetzelfe uit achteloosheid is maar de reden is dat de brieven hier zoo ongeregeld aankomen

En nu Waarde en Geliefde Vrouw en Kinderen moet ik Uw vermelden hoe groot, gelijk gij wel denken kunt mijne Vreugde was, bij het ontvangen van den Eerste brief geschreven door mijn innig geliefde en Teerbeminde Dochter mijn geliefde Hendrika. Wat haar schrift aanbetreft dit gaat vrij wel, dewijl ik de geheele brief, tot mijne Vreugde kon lezen en dezelve verstaan. Zoodat Uw geliefde Vrouw ligt kan begrijpen welk een genoegen dit voor mij was.

Maar ..., dat genoegen wierd bitter vergald door het vernemen uit deze geliefde brief dat Uw Innig geliefde en Teerbeminde door eene hartkwaal zijt aangetast. ik weet zeer goed waar die uit ontstaat al had mijne geliefde Hendrika hetzelfe niet geschreven Maar mijn geliefde en Teerbeminde Vrouw, mijn Engel, gij moet niet Zoo treuren, dat wij nu van Elkander gescheiden zijn het is Voor de langste tijd geweest. Want Wanneer de Baas vermoeilijk den Heer Stein, mij het geld niet geeft in voorschot, dan Ja dan, kom ik met de eerste gelegenheid Zoodra mogelijk naar Uw beminde Vrouw en kinderen toe, hetwelk ik Uw met de Volgende Mail Zal bekend maken, of ik naar Uw toe kom of ik zal teffens Uw het geld Sturen dus geliefde heb slechts geduld. En denk dat het des Heeren Wil is, in dewelke wij alle moeten berusten, denk ook teffens dat Uw niet alleen op de Wereld is, maar dat Hetgeen God de Heer verhoede moge, dat de kwaal door dewelke Uw teerbeminde vrouw zijt aangetast van geen ernstige gevolgen moge zijn, dus Zoo als ik zeg denk om de lieve Kinderen en ook om mij. dus mijn Engel de langst tijd zijn wij gescheiden geweest.

Wat het stukwerk aanbetreft waarover mijne Geliefde dochter schrijft, dit is de wagemakerij waarmeede men meer verdienen kan als met het huistimmeren En geliefde ben ik verpligt om dewijl de Post vroeger is aangekomen als gewoonlijk af te breken met de pen maar niet, God den Heer zij mijn getuige, met het hart En nu Waarde en Geliefde houdt moed, Want Wij Zien Elkander Spoedig Weder Dus nogmaals hartelijk Uw en de lieve Kinderen in gedachten gekust te hebben gelijk ik de Vlek gekust heb waarover de lieve Hendrika mij verschoning verzocht oh Vrouw Vrouw, Uw geliefde lijd, dit weet ik zeer wel, maar gij weet niet wat ik uitstaa. Enfin het is des Heeren hand dewelke wij niettegenstaande hij ons kastijd moeten kusschen En nu Innig geliefde Vrouw en kinderen, Ouders Broeders en Zusters, roep ik Uw alle een hartelijke en welmenende Wensch toe bij dit nieuw begonnen Jaar, hoopende dat hetzelve voorspoediger en gelukkiger moge zijn dan het voorgaande

En nu geliefde Vrouw en Kinderen Uw nogmaals bij deze gekust te hebben. Zoo heb ik het genoegen mij te noemen

                            Uw Liefhebbende

                          Echtgenoot en Vader

                          L. Van Groningen

 

1858 | 1860