1861

Omhoog

    

Swellendam den 18de Januarij 1861

Innig Geliefde Vrouw en Kinderen

Ouders Broeders en Zusters

Hartelijk wenschende dat Uw Geliefde en beminde Vrouw en Kinderen alsmede ook Uw geliefde Bloedverwanten dezes in gezondheid moogt ontvangen. Zoo heb ik bij deze Uw Geliefde te berigten dat ik Gode zij dank nog frisch en gezond ben hetgeen ik hoop dat dit ook met Uw alle het geval mag zijn. Maar teffens moet ik Uw mijne verwondering te kennen geven dat ik zoo weinig brieven van Uw Geliefde Vrouw en Kinderen ontvang zijnde het nu al vijf maanden dat ik net slechts een klein briefje van Uw ontvangen heb en dit met vorige Mail. Waarin ik leerde, dat Uw teerbeminde Vrouw en Kinderen mij voor dood hieldt, hetwelk mij zeer griefde. Zoodat ik hieruit moet opmaken, dat ook mijne brieven zijn verloren geraakt, hetgeen mij zeer verwonderd, daar ik Uw toch de laatste brief met de Mail van de 22ste October gestuurt heeft, waarin de filisitatie van onze lieve filip zijn geboortedag als mede ook voor Uw alle een Nieuwjaars Wensch insloot zoodat Uw deze brief de eerste of tweede December konde ontvangen. nu had ik gedacht dat ik ten minste toch met dit pas begonnen Jaar een brief van Uw zoude krijgen maar tot mijne verwondering was het op het postkantoor alweder hetzelfde Antwoord. No! dus kunt gij ligt begrijpen Teergeliefde Vrouw en Kinderen met welk een beklemd en treurig hart ik mij van kantoor begaf. ik schrijf dit niet tot een verwijt aan Uw Geliefde dewijl ik zeer goed weet dat het niet Uw Schuld is, maar het is toch regt verdrietig voor mij, om alleen hier in een vreemd land te zijn en dan nog geen tijding van zijne geliefde betrekkingen te ontvangen. dus kunt gij ligt begrijpen dat ik wel wenschte dat ik die reis maar uitgesteld had.

Nu moet ik Uw beminde Vrouw en Kinderen ook bij deze berigten, dat Uw voortaan Uwe brieven niet meer aan den Heer Stein adresseerd dewijl ik bij vandaan ben gegaan, om reden dat ik een hevige twist met hem gehad heeft dat, hij mij nu al die tijd op sleeptouw gehouden heeft, bereffende het voorschieten van Geld voor Uw overtogt Zoo als ik Uw alreeds meer geschreven heb. doch toen ik hem hierover weder sprak zeide hij mij dat hij zulks niet meer deed, omdat hij van een paar andere knechts, die hier bij hem werken al te veel schade geleden heeft. doordien deze in plaats van hem te betalen. zij bankroet geslagen hebben hetgeen men hier dagelijks hoort. want met een woord gezegd het zijn hier net een troep Smeerlappen en anders niet.

Dus Geliefde Vrouw Uw adresseerd Uw brieven voortaan aan mij en wel aldus Aan den Heer L Van Groningen ten Huize van den Heer J. Smith tot Swellendam En nu moet ik Uw berigten dat ik hier thans bij een hollandsche timmermans baas werk welke hier al dertien Jaar is. met deze zal ik het nu probeeren of deze mij niet aan het geld kan helpen want zoo een leven kan ik niet langer uithouden.

En nu lieve Vrouw en Kinderen hoop ik met de volgende Mail gelukkiger te zijn en ten minste een brief van Uw Geliefde te ontvangen

En nu Innig Geliefde Vrouw en Kinderen alsmede ook Uw Geliefde Ouders, Broeders en Zusters, Uw nog maals bij deze een hartelijke Zegenwensch toe te roepen bij de aanvang van dit nieuwe Jaar. Zoo wensch ik, dat het God den Heer behage moge dat wij elkander spoedig wederzien

En nu Geliefde en beminde Vrouw kus de Kinderen eens voor mij groet de geheele famielle van mij hoopende dat ik nu beter zal slagen om dit Geld te kunnen krijgen opdat wij elkander spoedig weder moge zien.

Zoo breek ik af met de pen maar niet met het hart. Uw bij deze in mijn gedachten kussend alsook de lieve Kinderen roep ik Uw nog maals hartelijk Gods beste Zegen toe.

hierop vertrouwe Zoo noem ik mij

               Uw Liefhebbende Echtgenoot

               en Vader

                                 L. Van Groningen 
 

 

 Swellendam den 20ste November 18??

 Innig Geliefde en Teerbeminde Vrouw

 en Kinderen, Ouders, Broeders en

  Zusters en verdere betrekkingen

Hartelijk wenschende en hoopende dat het de Heer behage moge dat Hij Uw dezes in gezondheid doet geworden.

Zoo heb ik bij deze het genoegen om Uw Waarde en geliefde Vrouw en Kinderen Ouders, Broeders en Zusters en verdere betrekkingen en bekenden een hartelijke en welmeenende heilwensch toe brengen bij het intrede van dit nieuw begonnen Jaar. alsmede heb ik het genoegen om Uw waarde en geliefde Vrouw en Kinderen met de geboortedag van onze liefe Philip te filiciteeren hoopende dat het God de Heer behage moge dat wij spoedig bij Elkander moge zijn, waarnaar ik thans hoe langer hoe meer naar begin te verlangen want wanneer dit leven hetwelk ik thans heb nog eenige tijd aan houdt, dan ben ik door het denken om Uw en de lieve Kinderen bevreesd dat mij mijn verstand het zal begeven te mits daar ik nu al in geen vier Maanden tijding van Uw beminde Vrouw en Kinderen, Ouders, Broeders en Zusters heb ontvangen.

Zoodat ik mij hier de reden  van dit langdurig stilzwijgen niet kan begrijpen of het moet zijn dat die brieven dewelke Uw Innig geliefde aan mij geschreven heeft zijn verloren geraakt of dat Uw waarde Vrouw mij niet geschreven heeft. hetgeen ik niet kan denken, dewijl ik zeer goed weet, hoe of Uw, innig geliefde en Teerbeminde Echtgenoote en Kinderen mij bemindt.

Zoodat ik daarover dag en nacht nadenk door het Uitblijven van dit langdurig stilzwijgen had ik mij met de hoop gevleid, dat Uw geliefde Vrouw en Kinderen door deze of gene goed vriend met geld in voorschot geholpen was Zoodat ik mij verheugde in het denkbeeld dat gij Uw geliefde zich aan boord van de Estaffette, zijnde het zelfde schip daar ik mede vertrokken ben, dewelke zoo als ik in de Courant gelezen heb, de laaste September is uitgezeild. doch welk eene teleurstelling was dit, toen ik nu met de mail, de aangevoerde Europeesche couranten nazag en daar de namen van al de Passagiers die zich op de Estaffette bevinden gelezen had en die van Uw niet in dezelve vond. gij moet mij dit denkbeeld niet ten onwaarde duide innig geliefde Vrouw en Kinderen. Want och men wenscht  zoo gaarne dat gene waar men naar verlangt. Ik zoude Uw het geld wel gestuurd hebben, maar ten eerste zit den Baas op dit oogenblik te schaars en ten tweede wil ik mijn lichaam ook niet verkoopen, want het is hier zoo gelegen dat als men bij een baas schuld heeft, dat wil zeggen als men geld in voorschot neemt, dat men dan zich voor een bepaalde tijd om voor hem te werken moet verbinden zoodat men dan werkelijk en inderdaad slaaf is en wel zoodanig dat hij die persoon, die onder een Contract staat, wanneer hij niet naar zijn pijpen danst zooals men dat noemt, hij geregtigd is om Uw in de tronk of gevangenis te laten zetten. Zoodat Uw waarde Vrouw en Kinderen dit toch niet van mij zal verlangen om mij hier zoodanig te vernederen.

Maar heb slechts geduld geliefde Vrouw en Kinderen. Ik zal buiten dit wel geld weten te krijgen zoodat ik hoop Uw, wanneer ik tijding krijg van Uw geliefde en beminde Vrouw en Kinderen in de Volgende Maand het geld te zenden. dus wees zoo goed en schrijf mij Uitdrukkelijk hoe of het met Uw is want dit langer uitblijven van tijding van Uw beminde Vrouw, dit kan ik niet langer verdragen. dus wat er ook gebeurd moge weze. Zoo schrijf het mij dewijl ik op alles voorbereid ben En nu Innig Geliefde Vrouw en Kinderen wensch ik dat even als onze Geliefde Ouders, Broeders en Zusters dat het de Heer der Heirscharen behage moge dat Hij uw alle met de aanvang van dit pas begonnen Jaar in Zijne Heilige Hoede en bescherming mag nemen opdat wij spoedig weer met elkander vereenigd moge worden naa deze lange Scheiding, alzoo dit van hart en Ziel wenschende zoo heb ik het genoegen mij te noemen

           Uw Liefhebbende Echtgenoot

                 en Vader

                  L. Van Groningen.

 

N:B: Deze brief innig geliefde en teerbeminde Vrouw  en Kinderen is te laat op de post gekomen dewijl het postwezen thans zeer slecht is uithoofde door Ziekte der Paarden

 

 Onderstaande brief, die Lambert zijn vrouw schreef, was niet goed te lezen. Vandaar de vele open stukken.

 

Hoopende deze niet ten kwade te duiden neemt ondergetekende de Vrijheid zich tot Ued te wenden met het dringend verzoek van onderstand aanvraag gevolg gelieve te geven haar met eenig antwoord te begiftigen

daar de ondegeteekende alles heeft moeten aanbrengen, ten einde haar Echtgenoot Lambert van Groningen vrije overtogt te kunnen verschaffen naar de Kaapstad met het schip Estafette Kapt Rietveld den 16 April 1858 van hier uitgezeild

                       laatste is geweest gedagtekend Swellendam 18 Junij 1861 waarin aan de ondergeteekende gemeld wordt , hare man zoude vertrekken naar de Oranje Vrijstraat ten einde te zien of aldaar meer te werken verdiens was dan in Swellendam bij den Heer Stein, en indien hij aldaar niet slaagde dan naar het vaderland zoude terugkeren. Doch zij sinds laatstgenoemde tijdstip verscheide brieven heeft geschreven aan haar Echtgenoot doch tot dus verre nog geen antwoord op al die brieven heeft ontvangen. Zoo neemt zij de vrijheid UEd 
 

hij het tijdelijke  met het eeuwige heeft verwisseld zal ik  met mijne 2 kinderen        dus nog niet       om het nodige onderhoud te verschaffen, dit verlies bet            de wil van den       en moge hij in het land der Levenden zijn, verzoek ik U Ed hem te verzoeken mij toch eenig antwoord te zenden ten einde ik gerust kan zijn, in alle geval verzoek ik UEd mij eenig berigt te zenden hetzij hij levend of dood Ik zoude de vrijheid niet hebben genomen        mij te wenden, ware het niet consul  alhier was aangeraden  mij te vervoegen bij UwEd, wetshalve de ondergetekende zmeekende de vrijheid neemt, haar aangaande haar verzoek eenig berigt te geven         onderstaande adres

 tevens neem ik de vrijheid ................ boven genoemd ......... Extra............ goedheid te hebben mij  mee............ ter betaling der kosten........................... te restitueren

1860 |