van der Heij buurt

Omhoog

    

 

Van der Heijbuurt te Sneek 

In juli 2017 ontving ik deze foto per email van Geert van der Veer. Hij schreef daarbij:

"Hier weer een afbeelding van de Facebookgroep Sneek, su het ut weest !, weet niet of je daar al eens op gekeken hebt. Maar deze afbeelding, geplaatst door Peter van Egmond, wil ik je niet onthouden. Het is de Woudvaart in begin vorige eeuw, dus omstreeks 1935 – 1950.

De Van der Heijbuurt staat op de achtergrond."

Geert van der Veer publiceerde onderstaande artikel eerst in "De Waag", het blad van de Vereniging Historisch Sneek e.o.. Daarbij maakte hij gebruik van de van der Heij-stamboom. Dhr van der Veer gaf toestemming om het artikel op te nemen in deze website. 

Deze buurt was gelegen in “Het Sperkhem” ter hoogte van de Frederik Hendrikstraat van nu.

Heibuurt Sectie C Sneek k.jpg (94403 bytes)Pieter Pieters van der Heij (1835-1900) verkrijgt de grond bij een akte van scheiding op 11 november 1879.1 De grond heeft dan als kadasternummer sectie C nr. 21 en wordt “de zesdehalf” genoemd. In het kaartje links is dit deel gearceerd weergegeven.

In zijn huis verkoopt hij de grond onderhands door aan zijn dan meerderjarige ongehuwde dochter Eelkjen van der Heij op 10 april 1888.2 Waarschijnlijk heeft Eelkjen de 42 woningen laten bouwen. Zij is nooit getrouwd geweest en woont bij haar overlijden in 1911 te Leeuwarden. Het zijn rug aan rug woningen, die de rookleidingen delen; het hemelwater wordt opgevangen in regenbakken. Haar vader Pieter van der Heij heeft aan de overkant van de Woudvaart een dakpannenfabriek3 gehad, waar op zondag 21 augustus 1864 een brand heeft gewoed. Er is direct na de brand een buitengewone vergadering geweest van de brandweer om de vergoedingen voor het personeel te bespreken: “De spuitgasten van de spuiten no. 2 en 4 die vanaf ’s morgens 5 tot 7½ á 8 uur aanwezig zijn geweest krijgen ieder 30 cent” enz. Volgens het gemeenteverslag van 1875 heeft dezelfde Van der Heij 20.000  “friesche bakklinkersteenen” geleverd aan de gemeente. En de stenen voor de bouw van de Van der Heijbuurt zal hij ook wel geleverd hebben.

Zijn broer Douwe is voor 4/9 deel eigenaar van deze pannenfabriek en is tevens kalkfabrikant en heeft even verderop aan de Woudvaart aandelen in de op 1 november 1881 opgerichte kalkovens. (Waarschijnlijk om de ovens te bekostigen verkoopt hij A.: een koetshuis met stalling, woningen en erf, B.: 3 pakhuizen en 4 bouwterreinen. Ook leent hij in de periode november 1881 - januari 1882 fl 15.500,- van notaris  Kasper Roelofs de Jong.) Die ovens hebben een bijzondere zeskantige vorm en liggen op de zgn. “Mastenbroekspolle”. De vennootschap met de naam “Douwe van der Heij Pieterszoon en Compagnie” wordt op 12 juni 1882 alweer ontbonden. Douwe krijgt een bedrag in contanten uitgekeerd.4  

Na het overlijden van Eelkjen in 1911 blijkt dat zij een olografisch (= eigenhandig geschreven) testament5 heeft gemaakt – en daarbij alle vorige testamenten herroept - en dat in 1908 heeft gedeponeerd bij notaris Tjomme Ynte Kingma Boltjes te Jorwerd. De enveloppe waarin het testament zit is verzegeld met 5 lakzegels met daarin gedrukt de naam E. v.d. Heij. Na opening van de enveloppe blijkt de kerkvoogdij van de kerk te Sneek erfgenaam van de woningen te zijn, maar waarschijnlijk door de voorwaarden die eraan zijn verbonden wordt deze erfenis niet aanvaard. De woningen gaan nu over op haar volle broer Pieter (voor ¾ deel) en op haar halfzuster Antje (voor ¼ deel). 

Heibuurt 2 Sneek.jpg (302157 bytes) Op 1 november 1911 worden de woningen in de stadsherberg van de heer Osinga “bij de Lemmerstraatweg” provisioneel verkocht.6 Ze worden alle afzonderlijk verkocht en op 15 november zal de finale verkoop in restaurant-café Onder de Linden zijn. Op die datum wordt de koop ingehouden en genoemde halfzuster Antje koopt alle woningen voor het gehele provisionele bod van ƒ 22.953.7 Antje is getrouwdLuchtfoto Sperkhem Sneek.jpg (173811 bytes) met Jacobus Marinus van Bommel, restaurateur van olieverfschilderijen, wonende te ’s-Gravenhage. Antje neemt een hypotheek op de huizen om haar broer uit te kopen; bij de beschrijving hiervan hebben de huizen de kadastrale nummers 1313 t/m 1354 (zie kaartje en de rij huizen op de luchtfoto links vooraan).

Tijdens een raadsvergadering in 1953 wordt een voorstel tot aankoop van de woningen door de gemeente Sneek gedaan. Dit gebeurt met de bedoeling om de gehele buurt te saneren. Van de 42 woningen zullen er 20 overblijven en van douche, closet, elektrisch licht en meer en betere slaapruimte worden voorzien. De huur zal natuurlijk wel stijgen en wordt ruw geschat op ƒ 5,00 tot ƒ 7,50. Ook wordt voorgesteld de buurt nu de Van der Heijstraat te noemen. De eerste 2 woningen aan de Woudvaartkade, waaronder een winkelpand, worden afgebroken om de kade te verbeteren. “Nadat evenwel een achttal rug- aan rugwoningen waren verbeterd en verbouwd tot vier ruimere woningen, bleek, dat vanwege de slechte constructie van de huizen nog andere voorzieningen moesten worden getroffen, hetgeen een aanzienlijke kostenstijging mee zou brengen”.

In een brief van gemeentewerken d.d. 26 september 1956 blijkt dat er een voorstel is om de resterende 32 “krotten” af te breken en hiervoor 12 goede woningwetwoningen te bouwen. In 1975 wordt de buurt opnieuw gesaneerd en worden er vijf bejaardenwoningen gebouwd.  

Jan Boersma  heeft in de Van der Heijbuurt gewoond en schreef mij een brief naar aanleiding van een vraag van mij of hij zich nog iets wist te herinneren van vroeger.

Hij schrijft: “Rond 1930 woonden op de Heijdebuurt meer het gewone arbeidersvolk. Bijvoorbeeld Meester, werkte op de helling en was stokdoof, Hielkema, de timmerman, (woonde later in de Gijsbert Japiksstraat), buurman De Ree, die een zoon verloor onder de tram naar ik meen, Schuil, die verkocht kruidenierswaren, hoorde bij Salvation Army, De Wit helemaal op het eind, was daar schoenmaker. Daar kregen we wel eens een stukje pek van om op te kauwen. En dan naast ons m’n grootouders, Rintje Ouendag. ‘K vertelde je al dat wanneer ik daar was met m’n neef Ouendag (Herman z’n vader) en wij begonnen te harrewarren hij ons heel vlug de deur uit had. ‘Der út, der út’ riep hij dan. Aan de Woudvaartskade, tegenover de helling woonde boer Klaas Wester, een broer van m’n schoonouders. Z’n dochter Hendrikje bracht op haar fiets melk rond op de van der Heijbuurt. M’n moeder hield veel van haar en noemde haar altijd het melkmeiske.”

Noot 1   Notarieel archief W. A. Peereboom te Bolsward

Noot 2   Notarieel 79097 akte 115

Noot 3   Op deze plaats is in 1889 een scheepshelling gesticht door Berend Barkmeijer en in 1898 overgenomen door zijn beide zonen Gerrit en Jan. (zie ook De Waag, jaargang 6, 2004, nr. 3 pagina 18)

Noot 4   Notarieel 119081 akte 109

Noot 5   Notarieel 67084 akte 84

Noot 6/7 Notarieel 67092 akte 142 en 149

Geplaatst 15 oktober 2006